Historisch Archief 1877-1940
N o. 2861
De- GroeneAmstetttarontór 1'vAn Z' April 1932
Van prins tot paria
EEN ONDERHOUD MET HARRY DOMELA
door Sitnon Balester
Schoonheidsleer
Qave, zachte, fraaie handen bij dage
lij ksch werk zijn alleen mogelijk,
wanneer U zich tot gewoonte maakt
Uw handen van tijd tot tijd met
een weinig Purol in te wrijven.
Ken frappante gelijkenis
De reporter, die nadat Harry Domelu er in
geslaagd was zich een tijdlang voor een zoon van
den gewezen Duitschen Kroonprins uit te geven
een Interview met hem had, kon toen reeds
met .zekerheid vermoeden, dat zeer velen in
Duitschland hem nimmer zouden vergeven de
Hohenzollern aan de spot der publieke meening
te hebben prijsgegeven. Hij begreep, Duitsche
rechters en rechtsche partijen kennende, dat al
had Pomela zijn straf uitgezeten, men hem steeds
weer opnieuw zou probeeren te hinderen en
nimmer deze sympathieke kwajongensstreek
zou vergeven.
De reporter had goed gezien. Bijna elke
maand kan men in de Duitsche couranten
het een en ander over Harry Domela
lezen. Nu eens wordt hij gearre
steerd wegens een onbetaalde
kleermakersrekening, dan weer
wegens huurschuld, nu eens
gaat een bioscoop, die hij
had opgericht, failliet of
leest men dat een nieuwe
vervolging tegen hem
werd ingesteld. Het is
dus tijd de tragedie van
dezen onechten prins eens
wat nader te belichten.
De reporter, die Harry
Domela om een onder
houd had verzocht, be
merkte opnieuw een frap
pante gelijkenis met den
zoon van den vroegeren
Duitschen kroonprins.
Een bleeke, tengere jonge man, die telkens met
zijn hakken klapt. Hij doet dit herhaaldelijk en
bij elke gelegenheid en het verraadt zeker even
goed iets van zijn diepste wezen als zijn bleeke
vrouwelijke trekken, waardoor misschien juist een
belangrijk deel van zijn succes in adellijke kringen
ontstond. Harry Domela is in ieder geval een sym
pathieke jonge man met een groote dosis humor,
die, in tegenstelling met een echte Hohenzollern
nimmer van plan was groote sommen te ver
dienen en dan ook zeer weinig verdiend heeft, anders
zou hij werkelijk niet, ten einde raad, getracht
hebben zich te laten aanwerven bij het vreemde
lingenlegioen.
Merkwaardig als men er aan denkt hoe dit alles
mogelijk was. En nog mogelijk is. Zou zoo iets ook
elders kunnen gebeuren? Natuurlijk. Denken we
slechts aan Otto de Beney, de onechte Prins van
Tervueren, die in het bezette gebied een
Amerikaanschen generaal uit naam van den Belgische \
koning voor het front van de troepen een decoratie
verleende. Een dergelijk bedrog kan b.v. in het
Harry Domela
Witte Curaqao Sec
Cherry Brandy Menthe Glaciale
Curafao Brandy
milieu der Fransche royalisten even goed voor
komen.
Nergens echter zou men een onechten Prins 7.00
gevleid en geflikflooid nergens zou men zóó
voor hem gekropen hebben als in de kringen van
den Duitschen adel der vroegere hofdames.
houtvesters en officieren het geval is geweest.
Toen ik, vertelde Domela den reporter uit
de gevangenis in Keulen ontslagen was ik had
daar mijn straf van zeven maanden uitgezeten
was ik plotseling een der meest populaire menschen
in Duitschland.
Zooals u weet heeft het Malik Verlny in
Berlijn toen mijn mémoires uitgegeven.
De heele democratische pers prees me.
elke courant wilde artikels van me
heb; ze betaalden me reusachtige hono
raria en hadden er plezier in, dat het
me gelukt was de Hohenzollern
er tusschen te nemen. Men be
stormde me letterlijk met
engagementen. Iedereen
wilde van me profiteeren.
Ik sloot toen een con
tract af met het
Nollendorf-theater te Berlijn.
T.oen we een paar maal
gerepeteerd hadden, wei
gerden de leden van het
gezelschap uit politieke
motieven met mij samen
te werken. Terzelfder tijd
zej de directeur me, dat
hy van Hvf/enberi/, het
hoofd der D uitsch-Xat to
nale Partij een wenk had
gekregen mijn optreden
te verhinderen en dat hij
daarnatuurlijk gevolg aan
moest geven. Het centract werd toen verbroken en ik
liet zelfs de 3000 mark schadevergoeding, die ik aan
vankelijk had zullen krijgen in de steek omdat de di
recteur beweerde dat hij anders failliet ging. Ik kwam
toen bij de film en speelde de hoofdrol 'm,.Harry Do
mela?de onechte Prins". U hebt deze film indertijd
natuurlijk wel gezien. Ze behoorde tot de 35 films
der wereldproductie, waaraan in dat jaar het
meest verdiend werd. Mijn aandeel was trouwens
maar 5000 Mark. Toen ii; met die film bezig was.
had ik de meestverlokkende aanbiedingen gekregen.
Spadoni wilde met me naar Amerika en het Alcazar
theater in Hamburg wilde me 1000 M. per avond
geven. Ik meende dat ik door mijn contract met
de film gebonden was en wees alles van de hand.
Dat was natuurlijk dom, maar zoo iets zie je eerst
later in. Ik had die boete immers in n week kun
nen betalen, maar ik ben nooit een goed zakenman
geweest. Toen kwam allerlei andere misère.
Kostjuffrouwen, die tegen me opgehitst werden, hotels,
die me geen kamers wilden verhuren, restaurants,
waar ik niet eten kon en zulke dingen meer. En de
politie was altijd dadelijk bereid als het tegen
Domela ging. Telkens werd ik gearresteerd wegens
de een of andere kleinigheid. De couranten hadden
intusschen al lang vergeten, dat ze me nog een paar
maanden geleden zoo geprezen hadden. Natuurlijk
was ik nu dadelijk weer een oplichter.
Een poosje bleef het toen rustig. Ik schreef een
paar artikels, hoopte dat de menschen me nu met
rust zouden laten en probeerde op allerlei eerlijke
manieren wat te verdienen, ben toen in Moabit een
bioscoop begonnen, maar die ging door allerlei
chicanes na een maand op de flesch. Maar laten
we over wat anders praten. Ik ben zóó moe van al
die dingen en wou zoo graag tot rust komen en
niet steeds weer opnieuw geplaagd en getreiterd
worden."
De reporter praat dus over andere dingen.
Over Doorn natuurlijk, waar ,,Opapa" Vi ilhelm II
woont en over de llollandsche opvoering van
ZurTimayer's ..Kapitein van Köpeniek".
,.Men heeft mij vertelt Domela geïnteresseerd
vaak met Vogt vergeleken. Die vergelijking is
mijns inziens echter geheel onjuist. Vogt wist pre
cies wat hij wilde. Hij wist wat een uniform m
Duitschland beteekende en had van te voren over
legd, hoe hij te werk zou gaan. Misschien is hij heel
even onzeker geworden toen de burgemeester hem.
om een legim.itatie vroeg, maar toen hij een minuut
later zei .,Meine Soldaten sind me.in Auswi'is" !
was hij de situatie weer meester. Ik ben er vast
van overtuigd, dat het Vogt ook gelukt was iemand
officieel te laten terechtstellen, als hij dat had
gewild maar het was hem immers alleen om de kas
te doen. Natuurlijk was mijn spel ook gevaarlijk
en heb ik ook gewonnen. Maar met heel andere
middelen. Ik wist trouwens alleen watikniei wilde.
Ik wou geen slaaf meer zijn, niet mijn leven lang ge
trapt worden zonder eenige kans het wat beter
te krijgen. Toen heb ik het er maar op gewaagd.
Zonder bepaald plan. In plaats van als Vogt een
uniform aan te trekken, noemde ik me ,,Wilhelm
von Ilohenzollern". De suggestie, die bij ons van
die naam ook nu nog uitgaat is grooter dan
de suggestie van een uniform of epauletten. Eigen
lijk wist ik eerst zelf niet, hoe ik het heb klaar ge'
speeld, maar nu ben ik er ongeveer achter. Het was
eigenlijk doodeenvoudig. Maar dat wist ik toen
niet. Natuurlijk voelde ik me in den beginne nogal
onzeker, zoodat ik een beetje bang was als de men
schen wat al te dicht in mijn buurt kwamen. Om
ze uit den weg te gaan deed ik dus heel gereser
veerd. Men meende toen, dat zooiets van
zelfsprekend was bij een Prins en dat zulke menschen altijd
zeer gereserveerd deden. Ik heb dat natuurlijk lang
zamerhand gemerkt en daar veel voordeel van ge
had. Toen ik in Heidelberg u weet dat ik daar
gast was bij de Saxco-Borussen door Graaf von
Arnim Boitzenburg, dien iets scheen, te vermoeden,
in het nauw werd gedreven, zei ik dadelijk zeer
hautain: ,.Ich bin es nicht gewöhnt, ausgefragt zu
werden, Herr Graf, ich verhitte mir Ihre
Zudringlichheit". Toen boog hij natuurlijk weer als een
gehoorzaam dienaar en klapte met zijn hakken.
Ik verzeker u, dat ik nooit zoo hautain geweest
zou zijn als ik me niet zoo onzeker gevoeld had.
Een burgemeester heb ik vier uur in de vestibule
van mijn hotel laten wachten vóór ik hem ontving.
Dat was niet met opzet maar omdat ik eigenlijk
bang voor hem was. Natuurlijk kwam hij met eeij
diepe buiging binnen."
Na een korte periode van roem waren Harry
Domela's laatste jaren verre van rooskleurig. Nog1
steeds poogt men zich op allerlei manieren aan hem
te wreken. Terwijl men hem in andere kringen
vroeger prees, schrijven dezelfde menschen nu
eveneens over den oplichter" Domela. Waar
schijnlijk weet men niet wat hij de laatste jaren
had uit te staan en in hoe erge mate hij het slacht
offer werd van enkel op geld beluste speculanten'.
Domela heeft echter veel geleerd. Hij weet nu met
stellige zekerheid, dat de kringen, die voor hem
bogen en alles van hem geloofden, elk bestaans
recht hebben ingeboet. Hij is iemand die zich niet
met politiek bezighoudt.
Harry Domela is niet onbescheiden. Hij verwacht
immers niet dat minister Frick een standbeeld voor
hem zal oprichten of dat Hindenburg hem een
jaarlijksch pensioen geeft. Hij wil alleen maar
waar wij toch allen recht op hebben: een bestaans
mogelijkheid.
GOOSEN^WAGEPHAN
PIANOmEL^p: