Historisch Archief 1877-1940
No. 2862
De Groene Amsterdammer van 9 April 1932
15
OASE
door C. A. Klaasse
Elke woestijn heeft haar oases, every cloud
lias silver linings; en zoo zijn er gelukkig in de
economische woestenij, wa,arin we steeds dieper
verdwaald raken, ook plekjes groen, waar men
zijn dorst naar wat optimisme althans eenigszins
kan lesschen. Weliswaar verschijnen er heel wat
meer in fata morgana dan er in werkelijkheid zijn.
{de oplevingen die telkens de beurs weer te zien
geeft naar aanleiding van vermeende verbetering
in de situatie loopen steeds weer dood.) maar er
zijn toch oases, er zijn silver linings" aan de
?onweerswolken die steeds weer dreigend
aangestuwd komen.
Van zulk een lichtpunt vindt men een symptoom
in de cijfers van de weekbalansen der Nederlandsche
Bank. Een van de meest recente uitloopers van
de huidige depressie is de financieele crisis, die
in het voorjaar van 1931 zich met vrij groote
snelheid over de heele wereld verspreidde. De
geschiedenis daarvan kent men, zij begon bij de
krach van de Creditanstalt in Oostenrijk, sloeg
over naar Duitschland, vandaar naar Engeland
eii tenslotte werd zij algemeen. De uiterlijke ver
schijning waarin deze vertrouwenscrisis zich voor
deed was in onderscheiden landen verschillend.
zoowel als de omvang en de consequenties waartoe
zij voerde. In Duitschland b.v. volgde tijdelijk
een soort financieele staat van beleg", daarna
in vrijwel alle centraal-europeesche en Scandi
navische landen een onder staatscontrole stellen
van het geldverkeer met het buitenland. Elders
hoefde men niet het betalingsverkeer in het bin
nenland of met den vreemde aan banden te leggen
maar moesten speciale maatregelen worden ge
troffen om de banken, de spillen van de moderne
financieele organisatie draaiend" te houden.
Dit laatste geldt vooral voor Amerika waar n
National Credit Corporation, en Beconstruction
Piiiance Corp. n tenslotte de
Glass-Steagallbill voor een zeer belangrijk deel beoogen de ge
volgen van de financieele vertrouwens-crisis voor
de banken te bezweren. Weer elders behoefde men
geen noodsprongen te maken, maar ondervond
toch wel degelijk het bankwezen, zoowel de
kredietbanken als de centrale bank. in hooge mate
ilen invloed van de financieele crisis.
* *
*
Dat laatste was ook in ons land het geval. De
particuliere banken merkten de terugslag van de
crisismentaliteit in de opvraging van zeer om
vangrijke bedragen deposito's waarmee blijkens
<le reeds gepubliceerde jaarverslagen soms 20 tot
25 pCt. der vreemde middelen gemoeid waren
door inheemsche en buitenlandsche deposanten en
crediteuren, terwijl de centrale bank den invloed
merkte in de goudhonger bij het publiek. De angst
voor de banken leidde tot het oppotten van bank
biljetten, terwijl zij die verder gingen de gulden
als een wankel bezit beschouwden en liever een
klomp goud of een partijtje doubléeagles in hun
safe hadden. Dat oppotten van biljetten een
verschijnsel dat alleen maar verklaard kari worden
uit angst voor de kans dat op een kwaden dag een
bankdeposito niet meer dezelfde functie kan ver
vullen als een pak bankbiljetten, hetgeen nog niet
eens angst voor de soliditeit van de banken behoeft
te involveeren, maar b.v. geïnspireerd kan zijn
-op het gebeurde in Duitschland in Juni 1!)!U
gedurende de Bankfeiertage" kwam vrijwel
overal voor, behalve in Engeland. Tn Duitschland
en Oostenrijk werd er spoedig een stokje voor
gestoken eenerzijds door verbodsbepalingen, ander
zijds door het verleenen van Staatsgarantie aan
in gevaar verkeerende banken. Dat in Engeland
de biljettenhonger zich nauwelijks manifesteerde
is wellicht toe te schrijven aan het feit dat het
publiek dat gewend was met zijn chequeboek
alles te betalen, nauwelijks verschil voelde tusschen
het banksaldo en een bankbiljet. Hier te lande.
in Amerika en in Frankrijk daarentegen was de
toename der biljettencirculatie als uitvloeisel van
een schier algemeene vertrouwenscrises zeer om
vangrijk. In de V.H. steeg de biljetteriomloop van
Maart tot December van S 64 t millioeii tot S 2.61
milliard; in Frankrijk van frs. 77.8 milliard tot
frs. 85.7 milliard; terwijl hier te lande het bedrag
der in omloop zijnde biljetten van (800) millioen
medio Maart steeg tot 1070 millioen in October.
Intusschen was er in deze landen ook al weer een
groot verscll in de wijze waarop die stijging
van de circulatie in het verkeer kwam. Onze
banken verkeerden grootendeels in de gelukkige
omstandigheid dat zij de onttrekkingen konden
financieren door het te gelde maken van liquide
uitzettingen, grootendeels buitenlandsche. In die
tijd der omvangrijke deposito-opvragingen zijn
groote posten ponden en dollars op de markt
gekomen. Heelemaal voldoende was dat echter
niet, enkele instellingen moesten een beroep doen
op de Nederlandsche Bank door disconteering of
.beleening. Want de genoemde invloed van het
biljettenoppotten werd nog versterkt door het
vastloopen van de financiering der Duitsehe
credieten, die de banken welke acceptcredieten hadden
verleend, noopte hun accept te honoreeren zonder
dat uit het provenu van nieuw accept fonds
bezorgd" kon worden. Eerst geleidelijk is dat
mechanisme weer eenigszins op gang gekomen.
Deze factor, maar voornamelijk de stijging der
biljettencirculatie, deed de binnenlandsche
wisselportefeuille van de Xederlandsche Bank van 42
millioen eind Juni van het vorige jaar oploopen
tot 14(i millioen in October; tegelijkertijd liepen
de beleeningen op van 95 tot 116 millioen. Ik
noemde als oorzaak van die sterke uitzetting van
de credietgeving der centrale bank de vermeerde
ring der biljettencirculatie; daarnaast steeg echter
het bedrag der deposito's van anderen" zeer
sterk. Voor een belangrijk deel moet men ook
die beweging beschouwen als oppotten"; instel
lingen, die zeer groote saldi hadden, sloten niet
een omvangrijk pak bankpapier in hun safes doch
gaven de voorkeur aan het volkomen met bank
biljetten gelijk te stellen deposito bij de Xeder
landsche Bank. Tenslotte werd ook een deel van
die depositio's aangehouden door banken, maar
voor zoover zij het normale niveau te boven gingen
waren zij uitvloeisel van de wensch om onder de
heerschendeomstandighedeii een zoo groot mogelijke
liquiditeit aan te houden; direct uitvloeisel dus
ook van de financieele crisis. Terwijl medio Maart
van het vorige jaar de som van biljetten in omloop
en deposito's 830 millioen beliep, was dat cijfer
begin November aangezwollen tot 1275 millioen.
een stijging dus met meer dan 50 pCt.
Heel langzaam echter komt hierin een kentering;
terwijl in Amerika de hoarding" van biljetten
tot op den huidigen dag nog een probleem van
de eei'ste orde voor de regeering vormt, werd hier
te iande al in November het hoogtepunt bereikt.
terwijl sedert dien. zij het schoorvoetend het ver
trouwen eenigszins schijnt terug te koeren. Heel
langzaam komt er uit de oude kous en de safe weer
wat geld los ! Terwijl in October nog 1070 millioen
biljetten in de omloop waren, was op de bankstaat
van 21 Maart dat cijfer al weer teruggebracht
tot 907 millioen. Het totaal der opeischhare ver
plichtingen, dat zooals gezegd, begin November
1275 millioen beliep is tot circa lltiO millioen
gedaald. En bovendien moet men daarbij
constateeren. dat thans naar alle waarschijnlijkheid een
deel der deposito's bij de Ned. Bank niet wordt
aangehouden als uitvloeisel van den financieelen
crisistoestand, doch veeleer omdat de deposant
voor het geld geen ander emplooi heeft. Tege
lijkertijd zijn n.l. de disconteeringen ook zeer sterk
teruggeloopen, t.w. van l 10 millioen tot 02 millioen,
terwijl ook de beleeningen met een 20 millioen
omlaag gegaan zijn. Al deze cijfers bewijzen dui
delijk dat allerlei symptomen van de financieele
crisis verdwenen of althans zeer aanmerkelijk
verzwakt zijn. De credietuitzettingen van de
centrale bank zijn bijna geheel weer op het normale
niveau van vóór de vertrouwenscrisis. Dat wil
intusschen nog niet zeggen dat bij de circulatie
ook alles weer bij liet oude is. integendeel, uit boven
staande cijfers volgt dat nog altijd de biljetten in
het verkeer meer dan 100 millioen boven ..normaal"
zijn. Die stijging kon echter zooals reeds vermeld.
worden bestreden uit de omzetting door de banken
...ZÜFEPScCO
J J KXU.VEBSTRAAT IO
AMSTERDAM
MEUBELEN
APART . DEGELUK. BI L LUK
GEMAAKT IN EIGEN FABRIEK
van buitenlandsche saldi in guldens, hetgeen hoeft
geleid tot een sterke toename van de goudvoorraad.
In deze goudvoorraad schuilt het tweede symptoom
van de vertrouwenscrisis: het wantrouwen in
de gulden. Dit symptoom is intusschen geheel
negatief, in dier voege dat zonder dit wantrouwen
de voorraad van dit metaal bij de Nederlandsche
Bank nog veel grooter geweest zou zijn; naar
schatting is meer dan 100 millioen van het ver
leden jaar geïmporteerde goud in handen van
particulieren over gegaan. Ook daar vindt men
in de jongste tijd aanwijzingen voor een wijziging
tengunste in de stemming. Sedert medio Februari
is de goudvoorrad met bijna 20 millioen gestegen.
elke week een klein beetje, terwijl waarschijnlijk
slechts een klein deel daarvan in dit tijdvak uit
het buitenland werd ingevoerd. Inderdaad ver
neemt men dat sommige angstigen van geest, die
destijds liever goud dan bankpapier hadden, hun
haartjes of munten aan de Bank terug komen
brengen.
In meer dan n opzicht spreekt dus uit het ver
loop der cijfers van de weekbalans onzer centrale
bank in de jongste tijd een herstel van vertrouwen:
in de teruggang der biljettencirculatie. in de sterke
daling van disconto's en beleeningen, en tenslotte
in de stijging van de goudvoorraad gedeeltelijk uit
het binnenlandse!] verkeer voortkomend, liet
spreekt wel van/elf dat het vertrouwen op finan
cieel gebied niet de depressie kan overwinnen.
maar zonder beteekenis is deze factor toch niet.
Boekenveiling
Ilij Jleiino Ilri't'AlX'i'S'or
Bij het verscheiden van den Ondervoorzitter van
do Amsterdamsche Kamer van Koophandel, IL.
Hud. du Mosch, werden vele goede eigenschap
pen die den ontslapene sierden in dankbaar'
herdenken gereleveerd. Het ging hierbij natuurlijk
in de eerste plaats om de openbare"
qualiteitori, Nu zijn boekerij bij het Internationaal
Antiquariaat Menno l Lerzberger, Singel 304.
Amsterdam, eerlang onder den hamer komt
(op 11 en 11- April e.k.; de kijkdagen
werden tot en met Zondag a.s. verlengd) wordt
ook een van zijn moer verborgen qualiteiten
openbaar: dio van een man met groote liefde
voor dat oude cultuurbezit: het boek, die
van fijnzinnig eollcctioneur. De zeldzaam zuiveren
staat, waarin tot zelfs de oudste exemplaren
van deze verzameling vorkooron. getuigen mode
van die liefde en dien smaak. Do echte toe
wijding immers kent. ook waar liet boeken be
treft, evenzeer de zorgzame aandacht voor het
uiterlijk als voor hot innerlijk, voor don inhoud.
Men vindt hier oen 1150 deelen gewijd aan do
theologie, de philosophie. geschiedenis on aard
rijkskunde, reisbeschrijvingen!), beeldende kunst
economie, rechtswetenschap, enz. Dat do
afdeelingon Ned. Oost en West Indiéen. Amsterdam"
het grootste aantal nummers tellen spreekt, gelet.
op don maatschappolijkon werkkring van wijlen
don .Heer du Mosch. vanzelf.
Tot de pronkjuweolcii dor bibliotheek bohooroii
0011 aantal prachtig geconserveerde (do kleuren
'?n hot goud dor verluchtingen zijn in heel hun
schoonen, oorspronkelijker! staat intact) incuna
belen on wioirodrokken. T.
1) J/ierondet' o.d, ..Iter Xee-raert lol, httndelenrle
t'fiti de (fetlenckicdtird itfxle zee-etterden'' rttn L'.
Herckmuns (Amal. 1634) niet lienibrimdr» eta o/>
ixty. 10 i'/ni ilit irt'fkhUnl iiercjiroduccer/i).
CHAMPAGNE K RU G 5 CO
REIMS
IN KWALITEIT AAN DE SPITS!
AGENTEN FONNES & ZOON GRONINGEN