Historisch Archief 1877-1940
Nó. 2862
De Groene Amsterdammer van 9 April 1932
19
Muzikale erfenis van tante Letta
door Herman Wachter
Wij hadden een bescheiden som
metje verwacht, of het dozijn
zilveren theelepeltjes dat zij bezat,
en waarvoor ik al dikwijls mijn
onverholen bewondering had te ken
nen gegeven. Maar er kwam niets
van; de familie is groot, en pas nadat
de chte neven en nichten aan bod
kwamen, werd er ook aandacht ge
schonken aan de nooden en behoeften
van ons, achterneven en achternich
ten, in wie het edele, in waarheid
zelfs een beetje adellijke bloed van
tante Letta, niet zoo heel zuiver meer
\ertegenwoordigd was.
Feitelijk moet ik mijn fa7itasie
een beetje te hulp roepen om mij te
kunnen voorstellen dat ze werkelijk
bloed had, want haar wasbleeke
handen, het strakke witte gelaat
waarachter je reeds het doodshoofd
zien kon, heeft tante Letta de laatste
tien jaar aldoor gehad. Zij was dan
ook ver in de zeventig, toen wij haar
ten grave droegen. In haar jeugd
heeft ze allerlei prinsen en prinsessen
gekend, wier naam ons vandaag
even weinig zegt als die uit de vier
en veertigste dynastie. Het leek alles
zoo heel, heel lang geleden. Kn de
fantasie van heel de familie bij elkaar
schiet te kort, wanneer wij ons willen
voorstellen hoe een van de vele
amouretten geweest is, die tante
Letta zou gehad hebben toen ze
achttien of twintig was. Alleen staat
vast, dat ze die gehad heeft.
Hoe wij dat weten ? Wel, het poovere
deel van de erfenis dat mij toeviel,
laat daaromtrent geen twijfel. Tante
Letta bezat een onnoembare hoeveel
heid rommel. Kistenvol rommel, waar
van niemand het bestaan wist, mis
schien zij zelf niet eens meer, maar
die na haar dood ineens voor den dag
gehaald werd, toen een paar dozijn
achterneven en -nichten plotseling
openlijk blijk gaven van hun groote
liefde voor tante Letta, en met alle
geweld iets wilden hebben ter ge
dachtenis aan die goede oude ziel."
In een schijn van vreugde die in
schrille tegenstelling was met mijn
innerlijke onteviedenheid, had ik
genoegen te m men met het deel van
dtn remmel dat mij weid toegewezen:
een pak muziekboeken. en oude mu
ziekstukken. Kr hielp geen bescheiden.
terugwijzen, dat het tevél was. dat
ik liever iets meer alledaagsfh en
eenvoudigers zou gehad hebben. Het
hielp niets. Oom Adriaan, de notaris,
was in die dagen eigenwijze!'dan ooit:
obstinaat zooals alleen een man van
zestig dat zijn kan. Jij hebt het
muzikale talent van de familie geërfd."
zei hij. .,Aan jou komt tante l.etta's
muziek rechtens toe. Ze was rg
muzikaal en had Adeline Patti. . . .
of die bedoel ik eigenlijk niet. . . .
ook dame Melba niet. . . . maar die
Zweedsche nachtegaal. . . . kern, je
weet wel wie ik meen."'
Kn omdat ik het niet wist. zat ik
geïnteresseerd te bladeren in de muziek
van tante Letta. zoodat iedereen
dacht dat ik hél blij was niet mijn
deel van de erfenis.
,.Is dat nu heusch niets?" zei
mijn vrouw des avonds. Zou er dan
niets moois bij die muziek zijn 'i
Tante Letta was toch een hél fijne
vrouw, met een goede,
ouderwetschdegelijke smaak, gedistingeerd tot het
laatst."
In haar goeie tijd schijnt smake
loosheid heel gedistingeerd geweest
te zijn. Als je de rotzooi bij elkaar
neemt. . . .
Dat is een van de akeligste eigen
schappen, Hei man. dat je zoo vol
strekt zonder piëteit bent."
Wanneer het gesprek in het stadium
van. mijn akeligste eigenschappen
komt. dan is mij alles liever dan een
voortzetting daarvan, want naar
mate ('orrie en ik meer eri meer den
schoonen dag van onze k< iperen brui 1< il't
naderen en die van on/.e gewone brui
loft achter ons laten, wordt de
waschlijst van. mijn zonden en tekortko
mingen langer, worden de verwijten
stekeliger. kortom, een voortzetting
van het gesprek minder preferabel.
Ik zette mij dus voor de piano.
en begon te bladeren iii het dikste
album uit taiite's nalatenschap. Lie
deren, liederen, niets dan liederen.
Wat moet er in die dagen een zanglust
in de lucht geweest '/.ijn.
De meest uiteenloopende
zangnnmmers waren bij elkaar gebonden, en
voor in het boek was een vergeeld
velletje papier geplakt, waarop in het
keurige, maai' niet erg duidelijke
schrift van tante Letta de volgorde
der verschillende liederen was aan
gegeven.
Het begon met e< n Konde a deux
voix" uit de opera Les l'orcheroiis"
van Mr. Grisar. heeft u ooit ge
hoord van een componist Grisar;
neen. niet Léhar - met woorden
van een zekeren monsieur Hauvage.
maar heusch heel tam 'i
Doe je mee?" vroeg ik verzoenend
aan mijn vrouw. ..Als jij madame
Bryane bent, dan zing ik Antoine.
wat je niet moet onderschatten.
Utalo^i* Tkeoaiufte ia mummie itcMiés a»c jtannp' i Piani par Garmd
OIIÏMTU»!
ftwnl ifc bruit W.db/ïrf ant, . cham.ti
M ahahahalinll«h'lhii/nlufl/fjjtliinnlt hurintr
N°14b.. Le«iném««». Situo.
L*t mimpttn X* r..lr T^nor uu Sopr
N" 15
RONIIK
-iSbu L. rol* i utM> mi ev Fa pourTpuorou Soprano
K? 15 In Ll»*«kllm.«,i,«.Ri]»?Barrl«.?(l»lrall
«OÏNC
K'l 4- U. uuur n Ri'
»»8
AID
Ife/.yr* l'ar.drn . l, flom . <*,
JI1MTII.«J' . C Oi'fC^i'1'jci.
want hij liect't overal voorslagen in
/.ijn partij."
..Welke voorslagen;'"
..Xeeii. geen oneerbare voorslagen.
ll.oe n01-7U je die dingen ook weer. . . .
pralltrillers of mordenten 'f''
Ik bezwoer de afkeurende blik van
mijn vrouw door fei m in te zetten:
, ,Suzon, va donc au grand salon
porter ta languissance.
]>our mcttre u n coeur a, la raison
ricn de te! que la clansc !"
Ik weet dat mijn zangstem baai
aan onzen verlovingstijd berimiert.
(iewilüg kwam ('orrie dan ook naast
mij staan, zelfs een beet je schuin naar
i>iij toe geleund.
..Waar ben ik!'" vroeg /.e.
..Hier !"
..En zij vervolgde de walsmelodie:
,,11 n'est rien d'tel qu'un rigodou
avcc uu jeun' tendron.
\Vaarop wij dan samen instemden:
,,1,'amour, l'liymeu s'y trruveront
pour danser avec vous en rond."
T)e nieuwe bladzijde die ik opsloeg
waarschuwde mij dat het moois nog
wel tien keer herhaald werd, en om dat
te voorkomen wendde ik mij tot (.'orrie
met de opmerking: ..Zoo'n tekst is
goed beschouwd toch even ondeugend
als Ich bin vom Kopf bis Vusz.
Nauwelijks hebben ze 't over l'ainour
of er wordt aanstonds l'hymen bij
gesleept. Neen. zijn de tijden achteruit
gegaan ?''
Ze zullen in dien tijd met onschul
diger ooren geluisterd hebben," ant
woordde mijn vrouw bestraffend. Kn
ik bladerde maar gauw verder. Via
de Légende" van Theodora uit de
Opera ,.Le juif errant", waarvan ik
in. de gauwigheid alleen maar het
duizendmaal herhaalde marche,
marche. march(> toujours !" zag, kwam ik
bij het eerste Hollandsche nummw.
getiteld Boschrust", tusschen haak
jes WaldesMed,".
«»IT« I.KS jw wmiTT o? vaam <?» marrr i <~
(Slot op pag 20)