De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 16 april pagina 10

16 april 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

GOEDE GEBRU Het Voordeel van de Toegepaste Kunst dooi In een tijd van bezuiniging en versobe ring ligt het voor de hand dat het groote publiek vooral belang stelt in alles wat billijk verkrijgbaar is. Is daarnevens dat wat goedkoop is, ook goed; heeft men bij het aanschaffen der onmisbare gebruiks artikelen in de huishouding tevens de zeker heid van deugdelijkheid en de overtuiging dat deze ook aesthetisch wel verzorgd zijn (dus bruikbaar en schoon, niet het minst ook omdat dergelijke dingen uit de eischen der practische bruikbaarheid zijn voortge komen !) dan is het begrijpelijk dat een ieder die hart heeft voor zijn woning, dus ook voor het binnenhuis en al wat daaraan. zooal te pas komt, gretig daarnaar grijpt. . . . Is door serie-aanmaak dit voordeel ver kregen dat thans inderdaad goede en goedkoope meubels beschikbaar zijn (m.i. in nog veel te geringe mate, wat ons land betreft !) mér nog blijkt het in grooten getale in den handel brengen van allerlei aesthetisch verzorgde gebruiks-artikelen een over wegend succes. In Duitschland vooral, daar waar welhaast elke huisvrouw iedere mark tweemaal om moet draaien aleer tot uitgave te kunnen besluiten, heerscht een overwegend groote vraag naar dit alles en het antwoord is dan ook gegeven. * * * Men toog aan het werk. In verschillende groote steden organiseerde men tentoonstellingen. Reeds had men in Frankfort eene tentoonstelling ingericht die Wohnung für das Existenzminimum" met al wat daartoe behoorde. In Berlijn, Munchen en Weenen werden tentoonstellingen gehouden van goede en goedkoope gebruiksartikelen; in Munchen alleen kwamen in drie weken tijds ruim achtduizend betalende bezoekers zich aanmelden; in Weenen moest men tot tweemaal toe den duur verlengen; meer dan dertigduizend toegangskaarten werden er in tien weken tijds verkocht; de oplage der catalogi bleek veel te klein en de rondgangen onder leiding van deskundigen waren zóó druk bezocht dat telkens honderden moesten worden teleurgesteld. Men vraagt zich af, vanwaar deze plotselinge toeloop ?. . . . Mij dunkt het antwoord is niet ver te zoeken: ongetwijfeld was dit te danken aan het ft it dat het groote publiek in sterke mate aangetrokken werd door d.e zoozeer prw-t-iurhc zijde van het zoozeer in onzen tijd passende vraagstuk. Immers de gedwongen bezuiniging wordt gesteund door hel streven naar versobering in de toegepaste kwast zooals deze thans allertcege aan de orde is gekomen onder invloed van het rationalisme der nieuwe zakelijkheid u-elkc ten onrechte door velen foor een nieuwe, nuchterheid wordt gescholden. Daarenboven werd het publiek door cursussen, radio-lezingen, tijdsrhriftartikelen en boekuitgaven bij herhaling er toe aangcspooid betere dingen te kiezen ; het niet in schijn maar in waarheid te zoeken; eenvoud te betrachten in al het meubilair en huisraad maar a's men goedkoope en toch goede artikelen niet in de magazijnen voor het grijpen vindt; als men veel moeite moet doen om dat betere in bezit te krijgen dan gaat veel van het aanvankelijk aangewakkeid enthousiasme alras verloren ! * * * Doch ziet: nu kreeg men honderden dingen voor oogen gesteld, prettig en aantrekkelijk uitge stald, in allerlei grootte en uitvoering, men wist dat daaraan door kunstenaren van bijzonder talent de juiste vorm was ge schonken, dat fabrikanten er ernstg naar gestreefd hadden de kwaliteit van het serie artikel zoo hoog mogelijk op te voeren en dit was het verblijdende: het gold hier geer unica welke door bijzondere schoonheid, door zeldzaamheid of door een uit ^i handen van den scheppenden kunstenaar daaraan meegegevei persoonlijk karakter, neen, het gold massa-waren van. luttele marken kostprijs, hoe dan wel de ontwerpers mochten h eet L» n en wie dan wel de fabrikanten waren die zich met den aanmaak van al deze prettige en nuttige dingen bezig hielden, dat alles deed minder ter zake doch hoofdzaak was dat men b.v. een tafel smakelijk kan dekken met een sot-pterrien van Mk. 3.80; borden van Mk. 0.70; wijnglazen van Mk. O.tiO: water glazen van Mk. 0.20 enz. Vanwege de billijkheid werden er tevens lepels van een hard soort glas getoond welke in het gebruik bijzonder goed voldoen omdat ze zoo gemakkelijk schoon te houden zijn. Maar ook gechromeerd metalen lepels van Mk. 0.45; lepels van Mk. 0.50; sauslepels van Mk. 0.75 en soep lepels va,n Mk. 1.50 bleken degelijk en sterk van samenstelling teiwijl messen van prima Solinger staal met beenen heft slechts Mk. 0.95 kostten.... Men zocht het niet in buitenissigheden, in vretmde voimen of in overbodige versieringen, men zocht het veeleer in dien zuiversten eenvoud welkt- tot in lengte van dagen kenmerk blijft van het waie schoon. . . . Het karakter deimachinale vervaardiging werd nergens weggemoffeld, doch veeleer open t-ri klaar verduidelijkt; in aardewerk, glas en metaal kon men telkens \vt-er toetsen hoezeer naar logischen bouw en naar prijzenswaardige eenheid tusscht-n het gebezigd materiaal en den uiteindelijken voim weid gestreefd, waarop mecha niseering en normaliseering uitteraaid een ovei wegenden invloed hebhen gehad Merkwaardig: al deze dingen zijn eigenlijk dci:r)gtwone dir.gt-n maar /ij heb ben niettemin dit eigene in zich: zij zijn n htt gewone toch ongt-icoon doordat zij elk voor zich een bepaald type vor-tntn <» door het diincml elanmt al» lid inue geadeld zijn. Verhrt«-rinK In mijne bespreking van het werk van de pottenbakster Lm }Jfil,icrn zijn doordat ik door verblijf buitenlands de drukproef niet onder oogt-n kivof; t,enige woorden uitgt-vallin. Men leze voor: ,,IIaar wezen schijnt mij niet op het groot verleden te zijn gericht....'' het - volgende: ,,Ilaar wezen schijnt mij niet zoo/eer op moderne

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl