De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 16 april pagina 15

16 april 1932 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2863 De Groene Amsterdammer van 16 April 1932 15 Barrièrepolitiek door C. A. Klaasse ProtertionisiiK' Nationalisme en universalisme zijn twee ismes die elkaar in de wereldgeschiedenis herhaaldelijk Jiebben afgewisseld. Zoowel op politiek, economisch, als cultureel gebied kent men deze twee stroomingen in al haar extremisme met tallooze schakeeringen tusschen beide uitersten. En beide stroomingen, beide mentaliteiten zou men beter kunnen zeggen. volgen op en uit elkaar als actie en reactie. Ook in de economische geschiedenis heeft men dat meer malen meegemaakt; zoo vierde het nationalisme hoogtij in de periode die het aanzijn gaf aan de mercantilistische leeren, en in den tijd van Liszt, toen de economie dan ook nationaloekonomie was. De crisis van 1929 heeft opnieuw een periode van hypernationalisme ingeluid. Het is wel heel op vallend, dat telkens zulk een vloedgolf van chauvi nistische economie haar uitgangspunt vindt in een ' minder gunstigen welvaartstoestand. Verwondering hoeft dat intusschen niet te baren omdat immers juist in zulke tijden de wensch naar reguleering, naar ingrijpen van bovenaf ontstaat, en waar dat ingrijpen nu eenmaal door den Staat moet geschieden andere instanties hebben geen sancties om dwingend te kunnen optreden is het heel plausibel dat de maatregelen een typisch nationaal karakter dragen. * * * Het is interessant te zien hoe de crisispolitiek 7; ie h in deze depressie heeft ontwikkeld. ..In den beginne was er niets". . . . men geloofde nog niet aan een ernstige crisis, alles zou wel weer terecht komen, Manchester vierde nog hoogtij: laat maar waaien, das erledigt sichselbst. Langzamerhand duurde het de meesten te lang en men begon te zinnen op maatregelen" om den toestand te ver beteren. Welnu, de oorzaak van de depressie was de overproductie van een aantal der belangrijkste goederen, zorg nu dat die productie wordt inge krompen, en we zijn weer boven jan. De restrictieplannen ontstaan, en het spreekt wel vanzelf dat die plannen internationaal waren opgezet, omdat immers die oplossing alleen maar zin heeft bij internationale samenwerking. Wanneer maar n of enkele landen hun productie inperken, geeft het weinig, en als het wel geeft hebben die paar landen voor de andere de kastanjes uit het vuur gehaald', daartoe wil geen land zich leenen, te meer omdat altijd de kans bestaat dat de op offering tevergeefs is wanneer de ..outsiders" van de gelegenheid en prijsstijging gebruik maken hun productie optevoeren. Aldus legde dat streven naar internationale samenwerking tegelijk de kiem voor particularisme. Ieder hoopte er juist zonder opoffering aftekomen, terwijl de anderen de zaak opknapten, een stand punt dat soms werd gesteund door de overtuiging dat men behoorde tot de producenten met den laagsten kostprijs, soms door de verwachting dat desnoods de overheid wel zou bijspringen. Telkens worden internationale overeenkomsten gedwars boomd of gesaboteerd, zoodat men tenslotte meer gaat voelen voor de op den duur veel minder gunstige, maar dan toch minder onzekere selfhelp. Het is natuurlijk heel verleidelijk; men heeft werkelooze arbeiders, men heeft een productie apparaat, waarvan een belangrijk deel stil ligt. Wat ligt nu meer voor de hand dan te concludeeren dat het waanzin is om van het buitenland goederen aftekoopen, terwijl men zelf zoomaar de produc tieve krachten voor het grijpen heeft? En zoo ontstond de orgie van protectionisme, waar we nu middenin zitten. * * * Voorop gesteld zij, dat deze ontwikkeling alleszins begrijpelijk is. en dat ze ook niet heelemaal on logisch is. De crisistoestand is van dien aard ge worden dat bijna geen enkele regeering zich daarvan afzijdig durft te houden; overal heeft men het gevoel dat er iets gedaan moet worden. En wanneer men iets wil ..doen" dan is het verreweg het ge makkelijkst om, waar men in het binnenland een afzet voor inheemsch product ziet, die afzet geheel of ten deele voor de eigen nijverheid te reserveeren. Het buitenland kan men immers niet dwingen om zijn producten te koopen. de eigen verbruikers kan men dat wel. De directe en zichtbare uit werking van de meeste dier maatregelen is dan ook inderdaad dat het betrokken land er beter op wordt, maar er zijn ook nog de indirecte en on zichtbare consequenties, die de eerstgenoemde volkomen kunnen compenseeren. Aan den eenen kant prikkelt de actie andere landen tot soort gelijke maatregelen, hetzij als repressaille. hetzij uit louter zelfbescherming, en aan den anderen kant moet de koopkrachtvermindering in het buitenland, die het gevolg moet zijn van de grenssluiting. tenslotte ook weer haar terugslag in het eigen land doen gelden. Deze indirecte gevolgen moet men niet al te simplistisch zien; ik gaingeenen deele mee met hen die zeggen: Gij kunt gerust alle protectie achterwege laten, want elke importvermindering doet automatisch den export even hard terug loopen. zoo automatisch en simpel gaat dat niet. en er kunnen zich wel degelijk omstandigheden voordoen waarin de indirecte nadeelen voor het betrokken land kleiner zijn dan de directe voordeelen. Daarbij komt nog. dat toch in elk geval de inheemsuho koopkracht met een zelfde bedrag stijgt als de buitenlandsche daalt. zoodat daling van den export niet perséde positie behoeft te verslechteren. Wanneer men geen beteren weg kan vinden dan is het alleszins gerechtvaardigd om het met voor zichtig gekozen bescherming te probeeren, men kan de directe voordeelen tenminste in cijfers zien. en de indirecte nadeelen kan men moeilijk taxeeren. Alleen uit vrees voor die laatste de plannen opgeven zou blijk geven van weinig moed. Op het oogeblik is alles beter dan met de armen over elkaar zitten. Het systeem van contingenteering, dat wij voorloopig gekozen hebben. schijnt nog wel een van de gelukkigste keuzen te zijn. mits men het belang van de Nederlandsche nijverheid afweegt tegen de kwade kansen op repressailles die men in elk geval aanwezig acht. Die repressailles zijn nog de meest directe en tastbare riadeelige gevolgen die men kan ver wachten; al het andere als invloed op de buiten landsche koopkracht, terugslag op onzen export enz. hangt veel meer in de lucht. Wat intusschen niet wegneemt dat door dit nationalisme, dat steeds maar verschuivingen tusschen de verschillende producti gebieden in de richting van de nationaliteit van de afnemers beoogt, de wereld als geheel weinig vooruit brengt. En dan is er dus ook een heel groote kans dat niet enkele landen een uitzondering zullen vormen, en de positieverbetering zullen concentreeren op den rug van de rest; veeleer zullen vooren nadeelen min of meer gelijkmatig verdeeld zijn. In deze hangt ook veel af van de al-of-niet-veelzijdigheid der productie, en van den aard der inen uitgevoerde goederen. In elk geval hebben deze verschuivingen ten gevolge, dat de producten niet meer gemaakt worden daar waar de productie onder de voordeeligste omstandigheden plaats vindt, hetgeen algemeen economisch een achteruitgang is. De toestand zooals die was bij onbelemmerd handels verkeer was het meest efficiënt: ieder maakt wat hem ..het best ligt", en men ruilt die producten. Nu tracht ieder te maken wat hijzelf kan gebruiken, en de ruil wordt tot een minimum gereduceerd. Dat is de fout van het ongebreidelde nationalisme, dat het niet ineer de economische barrières, het streven naar selfhelp beschouwt als een pis-aller waartoe men in het uiterste geval helaas moet overgaan, maar als prijzenswaard doel. Er 7,011 ongetwijfeld veel nuttiger werk gedaan worden wanneer de handelspolitiek zich erop zou richten de oude verhoudingen weer te herstellen. De toe stand, zooals die voor de crisis was. is ongetwijfeld beter da.n de quasi-autarchie waarnaar men sindsdien noodgedwongen streefde. Wanneer de handelspolitiek zich in de eerste plaats zou gaan richten op protectie, contingenteering enz. dan beteekende dat een poging tot definitieve afbraak van ons ruilsysteem. Veeleer moet ernaar gestreefd worden die ruil te behouden; vanzelf gaat dat onder de huidige omstandigheden niet, men zal het dus via handespolitieke maatregelen moeten doen. Afsluiting van de inheemsche markt. accoord wanneer het niet anders kan. maar liefst: vrij entree voor het buitenland, mits afzet voor onze producten elders ook vrij is. Natuurlijk gaat dit niet altijd, want wanneer men zich heeft ge concentreerd op n product, dat in liet geheel geen afzet meer vindt of zeer sterk in prijs is gedaald. dan is men wel gedwongen zich wat meer op andere producten toeteleggen. Maar op het oogenblik dreigt de handelspolitiek de richting uittegaan van: in elk geval autarchisch zijn, breken met de ruilverhouding van vroeger. Dat afbrekend principe deed men beter te vervangen door een van meer opbouwenden aard. Zooals vóór de crisis de situatie was. is zij altijd nog te prefereeren ! Meer aandacht dus voor het uitdiepen van communicatiekanalen met het buitenland dan voor muren oin de grenzen dus ! NV ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK Hyp KAPITAAL BESCHIKBAAR DIRECTIE M?5.J.VANZIJST-M?J.F.VERSTEEVEN Telef 37460 deze week in de uitkijk1 _ . , . j? 'm 3 dagen liefde met hans albers en kat h e dors c h UFATONFILM Dagelijks 2.30, 7.30 en 9.30 te's Door Van Stockum's Antiquariaat (]. B. J. Kerling) zullen van 22?3O April eenige belangrijke Bibliotheken verkocht worden, o.a. van wijlen de H.H. Prof. Mr. D. P. D. Fabius, Lid van den Raad van State; Dr. C. de Man, Oud-Lid v. d. Gemeenteraad, Amsterdam; Th. J. Dinn, Tuin-Architect; G. Hoogenraad, Gep. Kapt. ter Zee, e.a. Kijkdagen 19?21 April, en 19 en 20 April ook des avonds van 7-9 uur: Catalogus 3150 nos. a f O.5O (Giro no. 5154).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl