Historisch Archief 1877-1940
No. 2864
De Groene Amsterdammer van 23 April 1932
15
Discontoschroef.... los!
door C. A. Klaasse
De tijden rijp.
Over het algemeen kan men als regel stellen,
dat een verhooging van het bankdisconto voor de
geldmarkt en het credietwezen van meer betee
kenis is dan een verlaging. Immers aan een ver
hooging pleegt een kortere of langere periode van
effectiviteit" van de bank-rate vooraf te gaan,
het disconto van de centrale bank is dan hot pla
fond waartegen de rijzende ballon van de markt
rente aanhangt. Wordt dat plafond weggebroken,
dan zal vrijwel zeker de ballon stijgen soms tot
op het niveau van het verhoogde plafond, soms zal
het eenigszins daaronder blijven. Neigt de rente
naar boven dan is het tarief van de circulatiebank
de buffer, die verder oploopen tegenhoudt. Bij
dalende rente is dat heel anders; zoodra de markt
althans de grensaanbieders" (dit begrip in ietwat
uitzonderlijke beteekenis gebruikt) van vlottende
middelen niet meer op den steun van de centrale
bank drijven, zal de marktrente dalen beneden
het peil van de bank-rate. Het tarief van de
centrale bank is wel een maximum, maar aller
minst een minimum voor het rentepeil op de open
markt. Wanneer de centrale bank haar rente
verlaagt, is de markt daarin steeds voorgegaan,
dikwijls al geruimen tijd, en in heel veel gevallen
blijft er ook na de verlaging nog een flinke marge
tusschen beide tarieven. Een discontoverlaging
heeft dus practisch steeds het karakter van een
achternaloopen" van de feiten, van een
sanctioneeren der omstandigheden, die zich reeds ont
wikkeld hebben. Directe invloed gaat van zulk een
maatregel dan ook gemeenlijk op het rentepeil
niet uit, juist omdat de band tusschen market
en bank-rate toch grootendeels verbroken is.
Die omstandigheid rechtvaardigt de conclusie, dat
een discontoverlaging van minder beteekenis is dan
een verhooging; in de stijgende lijn gaat de
bankrente voorop, markeert zij den pas; in de dalende
hinkt zij achteraan, kan dus niet het initiatief
nemen.
* *
In dat licht moet men ook de jongste disconto
verlaging zien. Toen in September van het vorige
jaar de Nederlandsche Bank het disconto verhoogde
van 2 tot 3 pCt., was onder den invloed van de
loslating van den gouden standaard in Engeland
en de daaruit voortspruitende verscherping van de
fiiiancieele vertrouwenscrisis plotseling de
bankrente effectief geworden en zoowel de disconto's
als de beleeningen bij de Bank liepen snel op.
Op de weekstaat van 5 October kwam de
binnenlandsche wisselportefeuille voor met 140 millioen
en de beleeningen met 114 millioen, de nieuwe
bankrente was toen ook al weer vrijwel geheel effectief.
De centrale bank had dus ook toen op de geldmarkt
<le toon aangegeven. En hoe is het thans? Reeds
eenige maanden lang is er een zeer aanzienlijke
marge tusschen officieel en particulier disconto.
een marge die in den eersten tijd na de
discontoverhooging telkens tegen de maandswisseling als de
nieuwe inschrijving op schatkistpapier loskwam
aanmerkelijk inkromp, maar die in de laatste
.maanden vrijwel voortdurend l1/s tot 2 pCt. en
y.elfs meer heeft beloopen. Verleden week was de
marktrente hier 11/i8 pCt.. dus minder dan een
derde van het officieele wisseldisconto. Zoodat
er uit dien hoofde dus alle aanleiding was om de
Bank den ..achterna-hinksprong" te laten doen.
Waarom is dat al niet eerder gebeurd? De vraag.
welk tijdstip het juiste is om de bankrente te ver
lagen, is altijd heel moeilijk te beantwoorden;
bij discontoverhooging kan men het moment
bijna steeds aanwijzen, althans volgens de
traditioneele politiek en afgezien van de wijzigingen
in de ,,traditioneele" opvatting, welke op een
bijna volmaakte automatiek en mechanisatie
berust, die in de laatste javen de discontopolitiek
tot een meer levend organisme hebben gemaakt
Ji.l. het moment waarop de markt op meer dan
normale wijze een beroep op de centrale bank
gaat doen. Bij verlaging kan men liet bijna ad
infinitum opschorten. Toch kan men in ons geval
allerminst zeggen, dat er geen motieven zijn aan
te wijzen voor do it now" en niet eerder of later.
Onder normale omstandigheden placht hier te
lande het ineffectief worden van de bankrente,
althans het ontstaan van een behoorlijke marge
tusschen officieel en particulier disconto gepaard
te gaan met het terugloopen van de disconto's en
beleeningen tot een zeker minimum dat een min
of meer constante grootheid was, en dat niet
beschouwd kon worden als een symptoom van
steunen van de open geldmarkt op de centrale
bank". Afgezien van die ijzeren voorraad"
waren disconteeririgen en beleeningen vrijwel steeds
het gevolg van een practisch bij alle banken gelijk
en gelijkelijk ontstaande behoefte aan vlottende
middelen. Die behoefte was afgezien van stijging
van de circulatie bij maands- en jaarswisseling
nagenoeg steeds een resultaat van het wegvloeien
van geldmiddelen naar het buitenland, ingevolge
een rentemarge, welke die verplaatsing aanlokkelijk
maakte. Het waren dus meestal massale bewegin
gen die alle credietgevers en dus de heele geldmarkt
trof. Onder den invloed van de financieele crisis
is dat dit keer anders geweest. Sommige geld
gevers waren, nadat de eerste periode van schier
algemeene terughoudendheid achter den rug was,
weer in staat op de geldmarkt middelen uit te
zetten, terwijl andere nog bij de centrale bank stevig
in het krijt stonden. Zoo kon dan ook de markt
rente zeer aanmerkelijk dalen beneden het niveau
van de bankrente, terwijl toch nog zoowel
disconteeringen als beleeningen bij de centrale bank
belangrijk hooger waren dan het ijzeren mini
mum".
Een deel van de markt steunde nog in ruime
mate op de Nederlandsche Bank, toen de andere
helft al weer omvangrijke bedragen voor uitzetting
op de geldmarkt vrij had, en dus het particulier
disconto kon drukken beneden het officieele
disconto. Dat is wellicht de voornaamste ver
klaring waarom zoo geruimen tijd een zoo groote
marge tusschen privaat- en bankdisconto bleef
bestaan zonder dat discontoverlaging volgde.
Juist in de jongste maand zijn de disconto's bij
de Bank weer flink teruggeloopen. en op de
jongste weekstaat zijn zij al niet ver meer af van
de ijzeren voorraad. Al heeft dan de disconto
verlaging zooals gezegd niet zoo bijzondei' veel
beteekenis, als symptoom is zij wellicht des te
belangrijker, omdat zij den terugkeer tot meer
normale verhoudingen op de binnenlandsche geld
markt onderstreept.
Tot zoover wat betreft het verband tusschen de
discontoverlaging en de interne positie van de
geldmarkt.
Een tweede factor die bij de ivntep->litiek
van de centrale bank van belang is. t.w. de
stand van de belastingbalaus en de wissel
koersen, wees eveneens op rijpheid voor dezen
maatregel. Op den voorgrond zij gesteld, dat dit
element in de discontopolitiek thans lang niet
die plaats inneemt welke daaraan vroeger moest
worden toegekend. Toen er nog de nauwe samen
hang was tus.schon de internationale geldmarkten.
en niet het grootste de.;l der markten als
credietnemer geheel was uitgeschakeld, terwijl do andere
alleen mar in aanmerking komen wanneei de af
dekking van het valutarisico voldoende rentumarge
overlaat, zooals dat thans het geval is. kon een
betrekkelijk gering renteverscliil in enkele weken
tijds tientallen millioenon van d.o eetie markt na;»r
de andere doen verhuizen. Do voornaamste
mobiele factor op de internationale geldmarkten:
de acceptcredieten, y.ijn (hans of geheel vast ge-'
vroren of uiterst traag geworden, terwijl voor liet
overige: de uitzetting van vlottende middelen
door banken, do mobiliteit ook aanmerkelijk ver
minderd is en veel meer geremd door de boven
vermelde factoren van onzekerheid. Terwijl voor
heen de stand van do wisselkoersen en de
goMdboweging wel do voornaamste determinanten voor
de discontopoliliok waren, is do invloed daarvan
nu wol wel geringer. Inmiddels ka;n geconstateerd
worden, dat zoowol do aanwas van de
goiidvoorra'i'l overigens teiideele st;imm<>ri<l uit het
binnoiilandscho Verkeer en niet direct verband
houdend met fictieve betalingsbalans --- als do
vaste houding van don gulden een disconto verlaging
tonvolle rechtvaardigen. In do laatste maanden
was in verschillende buitenlandscho centra reeds
KUN STZ AAL
VAN LIER
UOORLOOPEND
TENTOONG ESTELD
ROKIN I9ft =
AMSTERDAM
BEZICHTIGING VRIJ
KUNSTWERKEN VAN
JONGE HOLLANDSCHE
EN BUITENL. MEESTERS
het bankdisconto verlaagd, zoodat een gelijke
maatregel hier daarop geheel kon aansluiten.
Waarbij nog komt dat eon verlaging van de bank
rente zooals gezegd geenszins perséeen daling
van de marktrente tengevolge behoeft te hebben,
en op die laatste drijft toch voor een belangrijk
deel de relatie tot het buitenland.
* *
*
Een enkel woord kan hier nog gezegd worden
over de keuze van het tijdstip. Het moet opvallen,
dat de renteverlaging juist plaats vond nadat
in enkele dagen tijds het privaatdisconto was
opgeloopen van 11/16 pCt. tot l a lV16 pCt.
Ik merkte intusschen reeds op, dat onder de
heerschende omstandigheden wellicht meer dan
het verloop van de marktrente nog de ontwikkeling
van den omvang der disconto's en beleeningen
van belang was, en die cijfers gaven wel van een
steeds voortschrijdende verruiming blijk. Daar
het aantrekken van de marktrente direct in ver
band stond met de aankondiging van een nieuwe
emissie van schatkistpapier, ligt de suppositie
voor de hand of wellicht de Bank door dezen maat
regel de stemming voor deze emissie wat heeft
willen begunstigen. Het lijkt niet waarschijnlijk
dat deze factor den doorslag zou hebben gegeven,
omdat hij van te weinig belang is. en het effect
van den maatregel te kwestieus.
* *
*
Ten slotte nog de vraag, welke consequenties
de renteverlaging kan hebben. Voor de geldmarkt
in de juiste zin van het woord waarschijnlijk
zeer geringe, volgens de hierboven weergegeven
regel dat renteverlaging voor de markt weinig
te beteekenen heeft. En voor het credietwezen
als geheel wellicht toch ook niet veel: de honderd
vijftig millioen disconto en beleening kosten de
geldnemers een half resp. een procent minder; wat
belangrijker zou kunnen zijn: de rentetarieven der
banken, voor commercieele credieten plegen
samente hangen met het bankdisconto. Maar hierbij
moet worden opgemerkt dat op hot huidige niveau
eon zeer groot aantal credieten onderworpen is
aan een minimumrerite. zoodat daarop de ver
laging haar uitwerking mist. En daarbij komt nog
dat in een depressietijd renteverlaging als
stimuleerende factor maar zeer weinig beteekent, dat
hooft do ervaring met easy ruoney" wel afdoende
geleerd. De heele maatregel hooft dan ook veeleer
academische dan practische waarde; alleen als
symptoom is hij zooals gezegd niet van beteekenis
ontbloot. De renteverlaging zegt ons: de geldmarkt
bedruipt zichzelf weer vrijwel, hoewel nog altijd
de biljetten-circulatie circa !?><) millioon boven
het normale cijfer ligt !
Nieuwe Uitgaven "?
Robert de Hoos, Sonate pour piano, Uitgave
Ija Sirene musicale. Parijs.
Prof. Mr. J. A. Kigoman. l>e onroliooidc organi
satie van het Koninkrijk. l'itgave Gebroeders
Belinfanto,- 's Gravenhage.
Hendrik do Man. jl/f/KSf/ f n Leiders, vertaald
door J. Dutric. Uitgave Van Loghum, Slaterus,
Arnhem.
J. G. Stridiron en 1.. C. Vervooren, VeryelijkeruJ
orvrziclif (tt'ltinHni/driik .\'eileri<ini/fie/ie gemeenten
mor htkoitixl en-. iieineetdeion<lx-, i'ertntxjenx- en
jiernoneele lielaslini/. l'itgave 1>. B. ('onton's l .M.