De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 23 april pagina 4

23 april 1932 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 23 April 1932 N o. 2864 Arme Lodewijken door Melis Stoke Tcckenlngen door Harmsen van Beek Deze regelen worden geschreven Deze regelen worden geschreven, beste lezer, even voor ik Muenchen, na een kort bezoek verlaat. En op mijne lippen zweeft de klacht. ...: arme, arme Lodewijken. Wanneer man deze stad ziet, en alles wat door de Beiersche Lodewijken voor hun volk is gedaan aan stadsverfraaiïng en instellingen voor ontwik keling en vermaak, dan komt de naïeve vraag op wat het volk dan wel terug heeft gedaan. Ik heb mij die vraag honderd, duizend malen gesteld, en het eenig antwoord dat ik heb kunnen vinden is. dat ze hen hebben weggejaagd. De stroom van architecturale en pictorale ver rassingen en tractaties die de Lodewijken over deze stad hebben uitgestrooid is met niets anders gereciproceerd dan met een nuchtere afzetting. Het is meer dan verschrikkelijk, en het is droevig om aan te hooren hoe doodgewoon de gids van de sight-seeing car dat schijnt te vinden. Men kan hem echter in het nauw drijven, want wanneer hij met gepaste trots een enorme sportvlakte aanwijst en daarbij de opmerking maakt dat een groote stad van alles doet om, het haar burgers zoo aangenaam en gezond mogelijk te maken, dan kost het niet veel strikvragen om den goedigen Beier tot de bekentenis te brengen dat het alweer Lodewijk geweest is die al die stukken grond van de eigenaren heeft gekocht om ze de s ad aan te bieden. De geweldige massa vorstelijke cadeaux strekt zich over verscheidene generaties van deze dynastie uit. Deze landsvaderen herinneren aan die goedige Papas die veel op reis zijn en uit alle mogelijke hoeken van de wereld geschenken mee naar huis brengen, dingen die ze mooi vonden en die valsch zijn en waar ze natuurlijk ontzettend mee zijn af gezet. Florentijnsche, Grieksche en Romeinsche bouwwerken ontmoet men op zijn onverwachtst, zooals men in sommige huizen de heterogeenste zaken vindt die de goedige vader op een van zijn reizen nu eens extra prachtig gevonden heeft. Ner gens ter wereld ziet men een zoo verwarrende complicatie van bouwstijlen waarin de oorspron kelijke stad geheel verdrinkt, en waartegen de meer moderne en hypermoderne utiliteitsgebouwen de vreeselijkste vloeken uitstooten. Wat de musea van binnen op een superbe wijze tot uitdrukking brengen, namelijk de systemati sche analyse van de schoonheid van alle tijden en uit alle landen, dat wordt hier langs de rooilijnen geëtaleerd en, in den nood van het heden, pijnlijk verwaarloosd. Aan het einde van een avenue is, louter om het uitzicht waardig en schoon af te sluiten, een reus achtig loos bouwwerk geplaatst dat op zijn beurt in den loop der tijden in zijn practische nutteloos heid weer aan het oog zal worden onttrokken door reclameborden langs den weg. De gulheid en goe digheid der l andsvaders strekt zich uit tot in het recentst verleden, zooals bijvoorbeeld in het over weldigende Duitsche Museum, waar een gedenk plaat voor den laatsten vorst als beschermer van dit unieke instituut in de hal gemetseld zit. Na een uitputtende wandeling door de zalen (zestien kilometer om overal langs te komen. . . .) zakte uw berichtgever amechtig neer op een bank in den voorhof. Kinderen speelden aan zijn voet en op de banken in het rond zaten armoedig gekleede menschen in zalig nietsdoen en in het koes terend zonnetje. In mijn hoofd spookte rond wat ik allemaal had gezien en genoten on nog, bij volVreemde bouwwerken ontmoet men. Talrijke mijnschachten doend physiek uithoudingsvermogen; had kunnen zien voor mijn luttele centen; ik was afgedwaald in talrijke mijnschachten, ik had alle denkbare industrieën in werking gezien, alles op het gebied van verkeer te land, ter zee en door de lucht, in clusief complete dvükbooten, dozijnen vliegtuigen, modellen van alle locomotieve schepen, auto's, bestratingen en machines door alle eeuwen, ik had lichtbeelden gezien zooveel ik wilde en gratis bioscoopvertooningeii, ik had alle modellen zelf in wer king mogen brengen enmijzelf net zooveel H ntgennen als ik maar wilde. . . . het was geweest om gek van te worden van overdadige volledigheid tot in de kleinste details. ... en nauwelijks was ik buiten, gevlucht op deze bank, of een concert begon mijn oor te streelen, uitgezonden middels luidsprekers van de groote museumtorens, voortreffelijk van accoustiek binnen de muren van den voorhof en tusschen alle nummers door mondeling toegelicht en uiteengezet op even artistieke als grondige wijze. Ik voelde mij temidden van al deze armoedige en klaarblijkelijk verarmde menschen geestelijk overladen; we kregen te smullen naar dcri geest, voor niets of voor een paar centen. Ik wist dat iemands maag overladen kan zijn maai' ik weet nu dat er iets ergers bestaat....: de overladen her senen . Overal, overal, waar men gaat of zich wendt. heerschen de geesten dier goede, gulle Lodewijken. De kunst van de geheele wereld is. systematisch en uiterst representatief geordend, in deze stad opgestapeld en afgestaan aan het volk. $ De huizen en kasteelen en paleizen der Lode wijken zijn musea en het volk exploiteert de cadeaux door entrees te heffen: hun rijtuigen staan in musea, hun bedden, stoelen, tafels, schrijfburcaux en serviezen staan in musea. . . . hun standbeelden En dan achterin in zoo een wagen zijn blijven staan, maar hun schilderijen, reissou venirs, klassieke oudheden, de portretten van hun heele familie en overigens alles waarin ze zich heb ben verlustigd en waarin ze hebben gelegen, geze ten of gereden. . . . het staat allemaal in musea. . Ik heb mij afgevraagd wat er gebeuren zou als Lodewijk de Eerste van Beieren, op de vraag: van Onze Lieve Heer wat hij, als loon voor alles wat hij zijn volk voor goed gedaan had, het liefste zou doen, antwoorden zou. . . . : als toerist in een sight seeing car door Muenchen rijden. . . . En hoe hij dan achter in zoo een wagen naar de verhalen van den gids zou luisteren, over hun stad. hun musea, hun gebouwen, parken en standbeel den, waarbij hij dan zoo nu en dan even terloops zou worden genoemd.... en wat hij dan wel den ken zou wanneer hij den gids, duidend op een groot. verveloos gebouw met een naambordje en ver scheidene gesloten tages vol afgebladderde verf. zou hooren zeggen dat hier zijn afstammelingwoonde .... maar, dit begrijpen de Ladies and Gentlemen wel, natuurlijk als privat-lerson. . . . En wanneer de arme oude heer dan tenslotte» de rekening zou opmaken van alle entrees die hij had moeten betalen om. zijn eigen vroegere collectieste zien. . . . och, ik weet niet of hij dan zou beslui ten om het in een volgend leven weer precies zoo over te doen. Muenchen is doordrenkt van het vorstelijk en thousiasme in de klassieke oudheid. Wat de vor sten deden door de klassieke beelden en gros op te koopen. te restaureeren en op te stellen, door de klassieke gebouwen te reproduceeren. dat deden hun gunstelingen en volgelingen in het klein. Kn zoo treft ons in de Villa Lenbach tusschen diensheerlijke werken, portretten van vorsten en notabe len, de griezel van de wonderlijkste reissouvenirs. . : bustes, schelpen, opgezette vogels en frescos, op gestapeld en nagelaten aan erfgenamen wier levens sfeer zoo anders is geworden dan die van den goe den, ouden heimweh-tijd van deze stad. Arme, arme Lodewijken. . . . Nieuwe Uitgaven Gedenkboek van ,,Uet Amslerdamsch Lyceum". Het Amsterdamsch Lyceum bestaat thans 15 jaar. Ter gelegenheid daarvan heeft de rector een klein gedenkboek samengesteld, waarin de geschiedenis. verloop van het onderwijs en leerlingen en leerplan van dit instituut staan vermeld. II. G. Cannegieter, De, Hooije Toren ran Oldcnboorn. Historisch tooneelstuk voor kinderen. No. XLI1I van de serie Dilletantentooneel onder redactie van (i. Nolst Trenité. Uitgave van H. D. Tjeeiik Willink en Koon te Haarlem. EN ZONNE SCHERMEN BREEDI20-MO-IÓOE.-:2OO Prijzen van 49 et. tot 1 90 p. *tr.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl