De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 30 april pagina 11

30 april 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

.*' TEEKENAARS Arti et Amicitiae eman - Vogenauer A. E. v. d. Tol het ne kind, het meewandelen van nat aan Moeder's rok zich vasthoudend jongetje, zeer goed gegeven worden in de, van den toeschouwer w gschrijdende handeling" van deze geheele groep-van-drie). Het is slechts een enkele maal, dat Oepts zich bepaalt tot het weer*, * \ i ?, Kunstzaal Vecht ^ geven van de bijzondere geaardheid van sommige stadsbeelden", tot de sfeer, de binding die de dingen, los gedacht van den mensch daartusschen, : hebben (Buitenkant stad). Meestal i ziet en beeldt hij zulke zakelijkj heden, toch ook nog via teni minste n figuurtje en laat hij ! door dit figuurtje als concentratie' punt heen, de stemming door middel van de kleur op de huizen, de gracht, ' enz. overvloeien (?Dame met blauwe : mantel" b.v.: door die blauw-bemantelde dame die, naast een bege leider, op den rug gezien, als klein : silhouetje op het eerste plan verj schijnt en in den vallenden avond i in 's Blaue hinein" wegdroomt ; heen, wordt het daarachter oprijzende stadssilhouet in een egaal blauw-grijs gezien). Met dit al is niet gezegd, dat deze jonge schilder daar waar hij zich uitsluitend bij een onderwerp en niet bij het werkwoord dat tusschen diverse onderwerpen gaande" is, bepaalt, ook geen goede dingen bereikt. In het in bruinen gecomponeerde portret van een vrouw, alsook in enkele vruchten-stillevens zijn die goede dingen zeker, al dragen zij hier, meer dan in het andere werk, het karakter van levenskrachtige beloften. * * * Vermeldenswaard zijn nog een twee tal sterke houtsneden van een Stand beeld en een Stadspleintje, beide ook al weer in verband met de daar omheen en daarop saamkomende menschengroepen gebeeld, en een bijzonder gevoelige, fraaie en fijnzinnige litho van een hoed voor een raam, waar doorheen men een duinlandschap ontwaart. Teekeninsen van Co Bremaii bij Eisenloefïel, Amsterdam In zijn bloeiende vruchtboomen, zijn lente-landschappen, heeft de pointillist Breman onverdroten en conscentieus zijn streng bepaalde stippen geplaatst en daarmede kleur en licht der natuur, niet in de eerste plaats lyrisch willen interpreteeren, maar, zich baseerend op kennis van zekere, door de pointillisten geëerbiedigde wetten, min of meer objectief in zijn werk willen vastleggen. Den zorgvuldig waarnemenden, ana lyseerenden en vervolgens met strenge zelftucht, haast wetenschappelijk weer het geheel opbouwenden werker vindt men in de teekeningen,die men bij Eisenloeffel kan zien, terug. Voor een deel zijn het reisschetsen uit Neurenberg en Rothenburg. Deze schetsen zijn bij hem geworden vrij uitvoerige studies, die meestentijds met zorg geteekende notities van architectuur zijn. Alhoe wel hij hier en daar met een enkel krijt-toontje wat kleur geeft, of zoo nu en dan een kerktoren in de hoogte wat laat vervagen en met deze mid delen een bescheiden lyriek in het werk brengt, toch zijn deze notities voor alles die van een koelen waarne mer, die zoowel de monumentaliteit van het geheel als de fijnheid van het detail dadelijk scherp en zeker in 't oog vat en beiden evenwichtig, kundig en met vaste hand opteekent. In een aantal teekeningen van het land om en bij den Usel blijft dit vermogen tot scherp waarnemen en koel en klaar, met zekere kundige hand neerzetten, even sterk. De wijde vlakte van het water wordt er met een open laten" even mannelijkzeker neergezet als de détails van koeien en andere stoffeering met rake, scherpe contouren wordt ingevuld". In deze tijden van veelvuldige Gefühlsduselei doet dit objectieve en zorgvuldige, koele werk aan als een stevigen handdruk van een capa bel mensch die men gaarne ontmoet, al was 't alleen maar omdat hij zoo door en door gezond is. ... W. Oepts Houteneden van Vogenauer in de Amsterdamsehe Ateliers voor Binnenhuiskunst. A'dani. Naast een aantal Oost-Indische Inkt-teekeningen van landschappen, voor het meerendeel van om en nabij Parijs, benevens enkele houtsneden en etsen van van Eek en een serie geaquarelleerde >Spaanscbe roisschet sen va,n Eekman, trof n.l. op de laat ste tentoonstelling in de A'damsche Ateliers voor Binnenhuiskunst in liet Westeinde. Imutsneden aan van Voge nauer. Dit laatste werk vooral ver dient dat er. ook al is (3e expositie reeds gesloten, met een enkel woord nog even de aandacht op wordt ge vestigd. Vogenauer's houtsneden schij nen verbeeldigen uit een soort tusscheriwereld. Men komt bij hem soms aan ('hagaU's oeuvre te denken. Toch is het een zeer eigene, sterk persoonlijke fantasie die hier in dit suggestieve werk te spreken komt. Het werk is van een rosen inslag; deze houtsneden zijn Kunstzaal Vecht als door angst en verborgen, duistere lusten doorwoeld en gekweld en juist dat W-jt bij Ohagall op den voorgrond treedt; een dikwijls kinderlijk poëti sche, speelsche en bevrijdend werkende fantasie, vindt m°n hier niét. De gelegenheid die men waarschijnlijk binnenkort iri tleze zelfde kunstzalen zal krijgen tot een nadere kennis making met <lit merkwaardig talent, ziet men. na dit voorproefje, met een zekere gespannen verwachting tege moet. A. E. VAN DEN TOL Correspondentie ,7. (\ II.. Hilversum, Wij raden u aan. voor u tot aankoop van de ge noemde schilderijen van D.iitschen schilder overgaat, vooraf de tentoon stelling van Oepts in !*unstzaal Vecht en die van Leo (Jestel bij Buffa & Zn. te gaan y.ien. Ook andere exposities van Hollandsche levende schilders /.uilen u gemakkelijk van gedachten doen veranderen. D. Ket Arti et Amicitiae

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl