Historisch Archief 1877-1940
12
De Groene Amsterdammer van 30 April 1932
N o. 2865
w.
?'? 4,
TOONEELLIGA
Theaterreformen sind letzten Endes
immer von Publikumsreformen abhangig.
Lorenz Kjerbüll-Petersen Die Schauspielkunst" 1925
Het tooneel in ons land maakt, als gevolg van een fatale wisselwerking van economische moeilijk
heden en- artistieke achterstand, wederom een crisis door, welke voor velen als bewijs geldt dat het tooneel
als zoodanig heeft afgedaan.
Onmacht tot noodzakelijke vernieuwing bij het commercieel gebonden beroepstooneel, gemis aan
actieve ett bewuste interesse bij het publiek, hebben ons tooneelleven gebracht in een stadium van hopelooze
inzinking. '
Tooneel, waarvan de belangrijkheid evenredig is met de intense geestelijke spanning van dezen tijd
dreigt steeds meer tot.de .onvervulbare wenschen en beloften te behooren.
DIT! MOET WORDEN VERMEDEN.
DIT KAN WORDEN VERANDERD.
Het' tooneel is een cultuurelement, dat in beteekenis ver uitgaat boven vermaak en ontspanning
en dat als zoodanig hersteld en behouden dient te worden.
Er is bij het publiek wantrouwen.
Er is ontevredenheid.
Er is onverschilligheid.
En toch: tooneel vernieuwing is in laatste instantie van het publiek afhankelijk.
De TOONEELLIGA wil het publiek organiseeren en activeeren en zoo de grondslag leggen voor
een werkelijke tooneelcultuur".
SLECHTS OP DE BASIS VAN ACTIEVE BELANGSTELLING van een geïnteresseerd en geïn
formeerd publiek is de noodzakelijke voortdurende vernieuwing van het tooneel niet als oneven
wichtig exclusivisme, maar als collectieve levende kunst mogelijk.
SLECHTS OP DE BASIS VAN ACTIEVE BELANGSTELLING van het publiek kan het tooneel
zich losmaken van een verouderd subjectief psychologisme en weer worden tot wat het als levend cultuur
element moet zijn: een soviale kunst, d. is. de weerspiegeling en de cristallisatie van de sociale ontwikke
ling en van de vragen van eigen tijd.
SLECHTS OP DE BASIS VAN ACTIEVE BELANGSTELLING van het publiek kan het tooneel
inhoud en vorm hervinden, waardoor het zelf wederom deze belangstelling opwekt en behoudt.
SLECHTS OP DE BASIS VAN ACTIEVE BELANGSTELLING van een over theater degelijk
geïnformeerd publiek kan het tooneel worden behoed voor verdere vulgariseering tot vennaakskunst
en kan de steeds dieper omlaag gaande kringloop tusschen auteur, directeur, acteur en toeschouwer,
een nieuwe, .naar omhoog gerichte baan verkrijgen.
De TOONEELLIGA wil haar doel bereiken door:
1. Uitgave van een tijdschrift;
2. het organiseeren van leesavonden van belangrijke stukken en het uitnoodigen van binnen- en
buitenlandsche auteurs tot het houden van lezingen;
3. opwekken tot medeleven met en stelling nemen ten opzichte van belangrijke gebeurte
nissen op tooneelgebied;
4. bet in samenwerking met daarvoor in aanmerking komende organisaties steunen en mogelijk
maken van opvoeringen, welke van uit het standpunt van de liga ~- vernieuwing naar inhoud,
vorm en (of) enscèneering -?in het belang zijn van een levende tooneelkunst en welke niet op
zuiver commercieele basis mogelijk zijn.
6. contact zoeken met aanverwante organisaties in het buitenland.
De contributie bedraagt ? l,-?. Buitengewone leden zijn zij, die uit hoofde van hun beroep aan het
tooneel verbonden, of als auteur belanghebbend, zijn. Deze hebben geen stemrecht.
Bestuur: D. C. van der Poel,
J. W. Bottenheim,
M. T. Brusse,
Mr. J. E. Goudsmit,
Amsterdam, Voorzitter.
Amsterdam, Secretaria.
Rotterdam, Penningmeester.
Amsterdam.
W. L. M. E. van Leeuwen, Enschede.
B. Merkelbach, architect, Amsterdam.
T. E. van Putten Jr. Amsterdam.
Mirte Wynsouw, Amsterdam.
Bureau TOONEELLIGA: Vondelstraat 184, Amsterdam W.
Postgiro penningmeester 195377, Beukelsweg 96 C., Rotterdam.
Geeft ons blijk van uw instemming of laat ons uw bedenkingen tegen ons plan weten. Blijft niet met een
schouderophalen dat er toch wel weer niets van terecht zal komen neutraal.
Vooreoover het publiek ontevreden is met de bestaande toestand kan het twee dingen doen: uit de schouw
burg weg Mijven al of niet naar de bioscoop gaan en zeggen dat het tooneel heeft afgedaan, of
demonslreeren dat het wat anders verlangt.
Elk publiek heeft het tooneel dat het waard is Elk tooneel heeft het publiek dat het waard is.
Laten wij in deze belangen-cirkel niet na U" zeggen en beide op hef doode punt blijven staan.
De tooneélliga begint haar werk aan de ne kant bij het publiek in de vaste overtuiging dat ook
aan de andere kant wordt gewerkt en dat het slagen van de werkzaamheid aan beide kanten afhangt.
Maar nog eens: laten wij niet na U" zeggen:
Elk publiek krijgt het tooneel dat het waard is.
OOK U.
\
Bureau TOONEELLIGA'* Vondelstraat 184, A'dam W.
G. Ballintyn, Enschede
Arthur Bauer, Amsterdam
L. W. Bierens de Haan, Amsterdam
Ir. A. Boeken, Amsterdam
Chiel de Boer, Amsterdam
Dirk Boer, Oldenbroek
Me j. T. Boogaard, Wassenaar
Dr. Menno ter Braak, Rotterdam
Hans Brandts Buy s, Amsterdam
Ir. J. Brinkman, Rotterdam
Ir. J. W. E. Buy s, Den Haag
A. J. B. van D o m b u r g, Amsterdam
Anthonie Donker, Zuoz
Mr. R. D r i l s m a, Amsterdam
Me j. I. M. van Dugteren, Rotterdam
Ir. J. Duiker, Rotterdam
G. van Eesteren, Amsterdam
Dr. P. E n d t, Haarlem
Mannus Franken, Amsterdam
Dr. G. J. G e e r s, Enschede
G. P. G e r t h, Lonneker
Jaap Gidding, Rotterdam
J. H. Groenewegen, Amsterdam
C o r r i e Hartong, Rotterdam
M r. J. W. A. van H a 11 u m, Hengelo
Mr. Roei Houwink, Zeist
Mr. J. H u y t s, Rotterdam
O. H. J. F. K a r s t e n, Amsterdam
J. van Kasteel, Den Haag
T j. Kingsma Boltjens, Enschede
G. Knuvelder, Eindhoven
Dr. J. A. de Koning, Utrecht
S i m o n Koster, Berlijn
Ernst Leyden, Groet
H. van Loon, Parijs
Dr. J. F. O 11 e n, Rotterdam
J. van Putten, Amsterdam
Ir. S. van Ravesteyn,- Utrecht
G. Rietveld, Utrecht
Henriette Roland Hols t?v a n der
Schalk, Bloemendaal
K. Sanders, Lonneker
Mevr. Schröde r?S chraeder, Utrecht
W. Schuhmacher, Amsterdam
G. F. M. Schutte, Bloemendaal
Jhr. Dr. NicovanSuchtelen, Amsterdam
Ir. F. den T e x, Amsterdam
I r. W. van T y e n, Rotterdam
Ir. C. van T r a a, Rotterdam
I r. W. G. Witteveen, Rotterdam
Wokke Wydeveld, Amsterdam
e n vele anderen zijn reeds lid.
Een formulier voor
opgave voor het
lidmaatschap vindt
U op pagina 2 van
den omslag. ?
(Adv.)