Historisch Archief 1877-1940
16
De Groene Amsterdammer van 7 Mei 1932
No. 2866
Dramatische kroniek
door Henrik Scholte
CHAMPAGNE R RUG & CO
REIMS
IN KWALITEIT AAN DE SPITS?
AGENTEN FONNES & ZOON GRONINGEN
Frank Vosper's ..Menschen zooals wiï",
bij Verkade
Een jaar of wat geleden ging Pirandello als een
soort besmettelijke ziekte over het Engelsche
tooneel juist en merkwaardig genoeg het En
gelsche tooneel en het min of meer door hem
gepatenteerde systeem van een egocentrisch
relativeeren van objectieve feiten en toestanden en het
suggestief dooreenmengen van bewustzijn en onder
bewustzijn tastte als een soort truc" een aantal
jonge Engelsche schrijvers aan. Frank Vosper
schreef toen o.m. zijn comedie Murder on the
Second Floor", gebouwd op een these, die nauw
aan den gemystificeerden burger van Pirandello's
stukken aansloot: een lieve oude heer en een meisje,
dat een klein beetje ziekelijk getikt was, woonden
samen in een saai pension van brave
burgermenschen en wenschten hunne dagdroom en een
romantisschen inhoud te geven. Dus dichtten zij samen
in een hoekje al deze goeie, beste conimensaals de
zonderlingste misdaden toe, uit een behoefte om er
zelf in te gelooven. En de verloren sleutel van
Pancrates' tooverspreuk miste ook hier zijn uit
werking niet. De comedie eindigde in een soort
crisis-toestand van beider getroubleerd intellect:
die Geister, die ich rief. die werd' ich nimmer los !
Dat was een blij-eindigende comedie en de
toeschouwer ging opgelucht naar huis met de les:
god-god, laat ik toch nooit zulke rare dingen van
mijn buurman denken, want dan kom ik er niet
meer uit! Dat speculeeren op de gemoedsrust van
den alledagsmensch heeft Frank Vosper niet meer
met rust gelaten en hij schreef er deze tragedie
overheen (aangenomen, dat Menschen zooals
wij", dat mij voor deze vertooning onbekend was,
van lateren datum is). Om de maskerade conse
quent te doen zijn en het drama van vleesch en
vooral bloed te schrijven, moest hij thans ernst van
het gevaarlijke spelletje maken. Een grootere
opgave, een grootere kans dan Murder on the
Second Floor", maar onhandiger benut. Een
onhandigheid, die overigens niet alleen ligt in de
axioma's van het stuk, maar merkwaardig
genoeg voor den acteur, die Frank Vosper in het
dagelijksche leven, of misschien juist in zijn
dagelijksche leven niet, maar dan toch wel van
professie is, vooral ook in de uitwerking; in den
zwaren, getrokken dialoog en de topzware expli
caties, die aan deze reeks gruweldaden worden
meegegeven.
Het exposéis misschien zuiverder en natuurlijker
nog dan van zijn eerste comedie en de eerste acte
is dienovereenkomstig ook kundiger en geserreerde!'
geschreven: een kleine microcosmos met duidelijke
facetten, een familie bestaande uit een bazige,
zakelijke moeder, een makke, poëtische vader, die
zijn leven nutteloos verdroomde en thans nog
slechts de rozen in den tuin als zijn laatste thing
of beauty" besnoeit. Als product van beiden een
jonge dochter, die van haar vader den hang naai'
romantiek en droomleven, van haar moeder het
doorzettingsvermogen en een eenzijdig-gerichte
activiteit geërfd heeft. Zij valt onder de hypnose
van een ouderen man, oogenschijnlijk een braven,
concreet-denkenden en wilskrachtigen burger,
waarvan het echter op het eerste gezicht al dui
delijk is, dat andere motieven, andere driften achter
dit uitgestreken masker broeien.
Dan begint, met de symbolisch uitgebuite prélude
van Rachmaninof, gespeeld op een pietluttig
familiefuifje, het kaleidoscoop van Pirandello ook
al te draaien. Rachmaninof laat Frank Vosper
zeggen componeerde in zijn prélude de doods
angst van een levend-begravene. Daaraan schijnt
dan ook de overgevoelige Ethel te denken op het
oogenblik, dat zij met de sloffen van haar echt
genoot op de muren van het flat-je wil kloppen,
omdat de buren in de duidelijke teekentaai des
dagelijkschen levens hunne bezwaren kenbaar
maakten tegen deze stormende muziek op het late
avonduur. Het graf van een driekamer-woning,
levend-begraven met een echtgenoot, wiens
obsedeerende invloed over haar nog slechts door een
ziekelijke haat en machtswellust gedreven wordt...
en Ethel's gevaarlijke droom begint. Een liefde tot
een zee-officier wordt in haar gedachten boven de n
echtbreuk uit opgezweept. Wat het armelijke en
steeds teleurstellende leven niet geeft, zal zij in
hartstochtelijke brieven aan hem uitleven. Briever-,
die gemotiveerd zijn (en dit is nog een verdienste
lijke vondst van Vosper's opbouw van deze trage
die) juist door de keuze van den zee-officier als
minnaar. Zijn reizen op zichzelf romantiseeren deze
overspelige liefde reeds, brieven zijn vurige
droomvogels, die hem achterna gezonden worden en
binnen de vier muren van het flat-je het bruikbare
surrogaat van het leven" schenken, zijn afwezig
heid behoedt daarbij den ideaal-toestand.
Deze brieven worden door den helder, klaar en
simpel denkenden zeeman misverstaan, zij worden
als realiteit aanvaard en oefenen hun vernielende
suggestie op hem uit. Hier zet de pathologische
situatie in: een dubbele hypnose, door Vosper tot
schade van de menschelijke waarde van zijn drama,
die hij in den titel poogde te leggen, ad extremum
gevoerd. De echtgenoot wordt een bezeten sadist,
geen mensch zooals wij", maar een caricatuur en
een ziektegeval. Ethel drijft haar droomleven
zoover, dat zij bevrediging vindt in de veronder
stelling, dat de zeeman haar echtgenoot zal ver
moorden, een veronderstelling, die zij door haar
brieven en bijgevoegde colportage-litteratuur poogt
te verstevigen. En de zeeman wordt in de handen
van deze beide pathologisch-verworven tegen
standers een willooze marionet: in een scO:ne, waar
het bloed van afdruipt, steekt hij den echtgenoot
overhoop. Alle melodramatische effecten, die men
een dag later in Flora Tosca" nog eens in den
vollen bloei der opera-tragedie historisch
bijeengefantaseerd zag, schijnen hier werkelijkheid. De
zeeman is naar melodramatische gewoonte; door
een raam naar binnen geklommen en houdt zich
achter een gordijn verborgen. Na de moord, bui
tenskamers, hoort men nog de schuifelende voet
stappen en wordt de dreigende schaduw van den
doorstoken man op de verlichte muur zichtbaar.
Midden in de kamer valt hij dan met een smak neer
en het laat geen twijfel, dat zijn laatste gedachten
de eeuwige vervloeking van het volksdrama in
hielden. Ethel wordt mede aangeklaagd en veroor
deeld. Haar ontkennen van de realiteit ten behoeve
van haar eigenlijken levensinhoud: haar droom
leven, houdt het zelfs in de gevangenis vol, tot een
afgewezen verzoek om gratie de bittere conse
quenties onontkoombaar voor oogen stelt en
(?Faust" overtroefd !) eindelijk het doek zakt over
een waanzinssc ne in den kerkei', waarbij de onge
lukkige haar eigen daad en haar motieven mysti
ficeert.
Dit heet nu Menschen zooals wij" en dit wordt
verduidelijkt met de gebruikelijke passage, waarin
de auteur bij monde van een toevalligen opmerker
tot het publiek spreekt: kijk al die menschen eens
aan, die naast u in de tram zitten, kijk eens onder
die dophoedjes en achter die ochtendbladen. Zoo
zijn wij....
Menschen zooals Striridberg, maar dan minder
boeiend in hun gechargeerde aandrift. Een hieraan
verwant schrijver als Elmer Kice wist in
8treetscene" beter en natuurlijker de tumulten achter de
grauwe muren der volksstraten te suggereeren. Ik
stel mij dan ook voor, dat dit stuk van Vosper veel
minder een algemeen menschelijken en artistiek
verantwoorden achtergrond heeft, rneer echter een
toevallige aanleiding, een argument in een
moordzaak, b.v. voor het gerecht eens inderdaad
door een vrouwelijke medeplichtige gebruikt:
Maar toen ik dat zei, dat m'n man er beter
tusschen uit kon, bedoelde ik dat toch niet zoo".
In dat geval heeft Vosper meer achteraf een ver
klaring van een ziekteproces dan een algemeen
geldend betoog voor de duistere motieven der
burgerromantiek gegeven. Hij heeft daarmee in
elk geval een zware, maar uitermate boeiende opzet,
die in almenschelijke gedachtenzonden zijn oor
sprong vond, bij uitwerking tot de charge van het
geval" vergrofd. Hij had voor de aannemelijkheid
van deze constellatie een hysterische en daarbij
domme vrouw noodig. een zwaar-pathologischen
man (om nl. aan een passieven tegenspeler
inhoud te geven en te motiveeren waarom Ethel bij
hem bleef) en een bloed tooneel van jewelste. Als
hij zijn schaakstukken dichter en zorgvuldiger
bijeen had gehouden, minder uiterste en
exceptioneele gevolgtrekkingen had gemaakt, donkerder
de dubbelzinnigheid had gehekeld van wat wij zijn
en ons zouden willen voorstellen, in onze eigen
oogen te kunnen en te moeien wezen, dan zou
hier vermoedelijk een tragedie van almenschelij kei
en dwingender waarachtigheid geschreven zijn.
Pirandello schiep menschen, spiegel des levens, en
motiveerde in de omstandigheden het
vertheatraliseeren van dat leven. Hier echter ligt de moti
veering in de van den aanvang af pathologische
karakters, waarop de omstandigheden weinig
beslissenden invloed hebben, daar een uitzonder
lijke mentaliteit der karakters hier de omstandig
heden forceert. Pirandello motiveerde, Vosper
zoekt het dadelijk in het rariteitencabinet.
De vertooning, bij den aanvang van het
zomerseizoen reeds een tactische fout, spaarde ons
weinig wat de gebreken van het stuk aangaat. Een
eerste bedrijf, onder Verkade's zorgvuldige regie
en zuiver spel van allen, deed nog alles verwachten.
Daarna werd echter de vertooning het slachtoffer
van het stuk, dat sorns een heel bedrijf aan n
enkel, tot in het oneindige herhaald en niet vol
doende genuanceerd gesprek opoffert en dan nog
eens de daad" als een klap op de vuurpijl geeft.
De regie volgde hier slaafs en hanteerde het
snoeimes vrij wat minder behendig dan de personen in
het stuk. Ook de rol van Ank van der Moer, be
wonderenswaardig van bouw en een dankbaar
studie-object voor een zich verrassend snel ont
wikkelend talent, bleef onder het stuk staan. Alleen
een uiterst ervaren actrice had deze zware en
tenslotte bijna onmogelijk wordende rol kunnen
dragen. Ank van der Moer schonk accenten van
zeldzame zuiverheid en natuurlijkheid in het
eerste bedrijf, later werd haar spel eentoniger en
machteloozer, vermoeiend en zelf-vermoeid. Ik
kan mij voorstellen, dat men deze rol heeft uitge
kozen om haar nu eens haar groote kans te geven.
Men had haar even goed Tosca kunnen opdragen,
die door Magda Janssens den dag daarop met een
volledige beheersching van het kunstenaarsschap
en alle theatrale effecten gespeeld werd. Dat Ank
van der Moer deze figuur van Ethel tenslotte niet
ten voeten uitteekende, maar hoe langer hoe meev
onder den last der monologen gebukt ging, zal
niemand verwonderd hebben. De relatieve appre
ciatie van wat zij, met de weinige ervaring en haar
jeugd, daar thans reeds van maakte, wordt er niet
minder om. Als zij eens werkelijk zulke rollen aan
kan, zal deze loodzware tragedie van Frank Vosper
toch wel vergeten zijn.
Voortreffelijk, naast haar, waren de twee groots!
maiinenrollen: de verbeten-driftige,
beklemmendgespeelde echtgenoot van Paul Iluf (met een groote
sterfscène, die hem een dag later door zijn collega.
Jules Verstraete in Tosca" met eere werd
nagedaan en tot verrassende vergelijkingen en overeen
stemmingen met het tooneel van honderd jaar
geleden en nu kon leiden), en een teer. smartelijk en
aan het slot met nobele ontroering vertolkte oude
vader van Oor Heririus.
Nieuwe Uitgaven
Rotterdam. Statistiek van Handel, nijrcrhc'ut en
verkeer van Rotterdam. 10151. I IV. Uitgave
Kamer van Koophandel en fabrieken.
De Huidige crixis. Rede naar aanleiding van de
aanvaarding van het ambt van buitengewoon
hoogleeraar in het Staats-administratief- en
Handelsrecht aan de Technische hoogeschool te
Bandoeng, door Dr. Mr. M. A. G. llarthoorn. Uitgave
van Kolf f en Co., Batavia.