De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 7 mei pagina 2

7 mei 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 7 Mei 1932 No. 2866; r', f De Fransche verkiezingen La Droite 2.160.000 stemmen Centre 2.145.000 stemmen La ,Gauche 3.800.000 stemmen Communistes l .064.000 st. l) Action francaise {uiterst rechts) is in het Parlement niet vertegenwoordigd. ') Poincarésteunde op deze groep. ') Groep fan Pranklin-Bouillon. *) Conservafief-liberale denkbeelden vinden hier verdediging. ') De abbéLemire, Tardieu, Loucheur. SAMENSTELLING [VAN DE CHAMBREDESDEPUTÉ'S 1928-1932 NAAR DE STERKTE DER PARTIJEN IN HET VOORJAAR 1932 AANTAL LEDEN 611; PARTULOOS 20 c) Stemt dikwijl* zeer verdeeld . 7) Bijzonder pacifistisch gezind. Deze kamergroep is pas in 1928 qesiicht. 8) Painlei'é, onijfh. regeeringssocialisten . B) Chautcmps. Herriot. Deschamps. "") Blum. Paul-Boncour en Renaudcl. De oude Kamerbezettlng Herriot neemt de leiding. Aanzien lijke toename der radicaal socialisten. Verlies voor Tardieu's groepeering. Zal Herriot zich orienteeren op het centrum of op het kartel t De perspec tieven van beide vooruitzichten met betrekking tot de buitenlandsche politiek. Hoewel de verkiezingsuitslag in de eerste ronde een aanzienlijken groei der linkerzijde aantoont, vooral van, Herriot's radicaal-socialistische partij (een partij diémen niet voor socialistisch moet verslijten maar eerder vergelijken met de vrijzinnigdemocraten of de radicalen onder de Engelsche liberalen) is de koers der toekomstige Fransche politiek nog onbeslist. Wij drukken het staatje dat de Groene van 10 April bracht en dat de zetel-verdeeling in de oude Fransche Kamer aangaf, nogmaals af. Men moet zich nu voorstellen, dat de vouwen van dezen waaier bezig zijn zich in linksche richting te ver plaatsen. De vakken, ingenomen door de Socialistes unifié's en de Radicaux-socialistes, dus 10) en 9) hebben zich ontplooid tenkoste van de anderen. De dikkere scheidingslijn tusschen deze groepen en het midden heeft zich echter nog niet over den meridiaan verplaatst. Het is trouwens, in de Fransche politiek, vol strekt niet zoo belangrijk of dit gebeuren zal. of niet. Tot nog toe hangt alles af van den uitslag der herstemmingen. Op dit oogenblik zijn reeds gekozen (op de afbeelding staat, evenals in de Fransche kamer, rechts links) van de commu nisten en onafhankelijke socialisten 3, van de sociaaldemocraten 40, van de radicalen 63, overige linksche partijen 9. De centrumpartijen zijn in diverse kleine fracties op het oogenblik door 83 zetels, de rechtschen door slechts 46 zetels vertegenwoorigd. Maar, zooals reeds is opgemerkt, een definitieve verhouding geven de uitslagen in de eerste ronde niet. Het is niet uitgesloten, dat na de herstemmingen de linker zijde over een totale meerderheid zal blijken te beschikken. In dat geval zou dus een herrijzing van het kartel, een samenwerking tusschen radicalen en socialisten, mogelijk zijn. Maar dan nog is het de vraag of Herriot deze samenwerking zou prefeGIDDING! ITUYNENBURG MUYS! iCHILDEDSI Schema van Prof. Mr. <'. \V. <le Vries reeren boven een verbond met de centrumpartijen, die hem een stabieler meerderheid kunnen bieden en een verdeelde oppositie zouden doen ontstaan (uiterst rechts en rood-links) een situatie die óók zijn voordeelen heeft. Tenslotte is een oriëntatie naar beide kanten óók mogelijk, hoewel niet waar schijnlijk. Ons interesseert tenslotte alleen maar de invloed die de komende nieuwe orienteering der Fransche politiek zal hebben ten aanzien van de internatio nale situatie. Overal hoort men klagen dat het zoo hinderlijk is, dat de Fransche verkiezingen uit stel veroorzaken in de behandeling van verschillen de kwesties van het allereerste belang, zooals het ontwapeningsvraagstuk en de komende herstelconferentie. Men kan echter veilig aannemen, da-t de internationale politiek op een dood punt ge komen was en dat des heeren Tardieu's initiatieven van zoodanigen aard waren, dat zij de zaak geen stap vooruit gebracht hebben of zelfs maar brengen kónden. Biedt Herriot, of zijn toekomstige minister van Buitenlandsche Zaken (wellicht de ex-soeialist Paul-Boncour) mér? Dat kan men niet zeggen. Herriot, geroutineerd politicus als hij is, heeft zich niet bloot gegeven, zich aan niets gebonden en gezorgd dat zijn kiezers geen vat op hem kregen. In theorie huldigt hij dezelfde principes als de vorige Fransche regeeringen: securité, de veiligheid voor Frankrijk naast de ontwapening, de onaantastbaarheid der verdragen ook wat betreft' de herstelbetalingen. Een half jaar geleden heeft Herriot echter in een belangrijke kamerrede gezegd, dat hij wel de juridische onaantastbaarheid der gesloten verdragen vooropstelde, maar tusschen de regels door heeft hij toch duidelijk als zijn meening te kennen gegeven, dat men soms beter deed een schuldenaar vrij-uit te laten gaan, al was hij nog zoo verplicht om zijn schulden te betalen. Dat geeft te denken en dat geeft ook hoop. Ondertusschen heeft Herriot er voor gezorgd, de stokpaardjes van de centrumpartijen te ontzien, zoodat het hem steeds mogelijk zal zijn zich te bedienen van hen die zeer nauw verwai t zijn aan of deel uitmaken van de tegenwoordige regeering. Een oplossing moet en zal ook gevonden worden om de afwikkeling der internationale kwesties over 't doode punt heen te brengen. Oriënteert Herriot zich naar links, dan zal het hem niet moeilijk vallen tot overeenstemming te komen met Duitsehland. Maar ook een meer gematigde en behoudende combinatie kan de onderhandelingen met frisschen geest hervatten, wanneer zij zich niet gebonden beschouwt aan Tardieu's d warsdiijverij. Boekbespreking Schöpfung, Beitrage zu einer Weltyeschichte Religiöser Kunst. Herausgegeben von Oskar Beyer. Band 5. Religiöse Plastik unsere Xeit. Von Oskar Beyer. Laat ik beginnen niet te zeggen dat dit boek zeer goed is uitgegeven, niet zeer goede cliche's op kunstdrukpapier. Maar ik vraag mij af of het resultaat de religie in de internationale beeldhouw kunst aan te toonen, niet wat al te pover is om een en ander zoo goed te verzorgen. Alleen enkele landen als België, Duitsehland en Kusland zijn vertegenwoordigd door vijf beeldhouwers. Kr is toch in Frankrijk en zelfs in Nederland moderne religieuze plastiek te vinden. De gelukkigen die hier zijn opgenomen zijn; George Minne. Wilhelm Lehmbruck, Ernst Barlach, K. Offeimann en II. v. Rathlef-Keilmann. De eerste drie zijn van internationale vermaardheid. Wie kent niet de zachte bewegingen in de beelden van den Belg Minne. Wie kent niet de melancholische en lyrische. figuren van Lehmbruck en wie niet dien hartstochtelijken opstandigen. dien volksbeeldhouwer uit Kusland, Barlach? De twee andere beeld houwers zijn bij ons minder bekend. In het nummer van ..de Groene" van 11 Juli 1931 beschreef ik ,.Het steeneii Gebed", getiteld .,Moderne Religieuze plastiek". Ik meende dat men toen beter konjspreken van moderne Katholiekgodsdienstige beeldhouwkunst. Ken vergelijking met dit boek doet duidelijk zien dat inderdaad met recht door Oskar Beyer hier gesproken kan worden van ..Religiöze Plastik", een plastiek die niet voortkomt uit een bepaalde kerkelijke groep, maar vrij opwelt op natuurlijke wijze uit een volksziel. Het katholiek-lievelijke staat hier tegenover het vroom-dramatische. De spanningen zijn in dit laatste heviger en grootscher. De literatuur, 32 pagina's, is belangrijk genoeg om do karakterverschillen die zijn neergelegd in de hoofdstukken: Raum und Inhalt, Religiöze Geharde en Neue Ohristliche Plastik aan te toonen. Ondanks de grootheid dezer sculptuur kunnen we het eens zijn met den schrijver, waa.r hij zegt op bldz. 31 en 82: Auch hier, in diesel' starke Plastik, ist nicht bereits die neue religiöse Kunst, die kommen musz. Sic; könnte auch nicht von der Tat eines Einzelmenschen ausgehen. WTas diese Kunst bedeutsam macht, ist dies. dasz Sic ein Licht ist auf den Wege". In ieder geval een loffelijk streven aandacht te vestigen op de Religie in de beeldhouwkunst die inderdaad aanwezig is. THEO VAN E El JX. Spreekzaal Het verselie kadetje Is het u niet bekend, dat door de bestaande regeling er duizenden werkers zijn, die nooit in hun leven, dan bij vacantie, versch brood te eten krijgen ? Deze menschen gaan half O of vroeger van huis, gebruiken dus bij hun ontbijt brood van den vorigen dag. Ze komen niet thuis om ,,koffie" te drin ken, maar nemen hun twaalfuurtje mee naar kan toor of werkplaats, ook dan dus brood van den vorigen dag. 's Zaterdags komen ze half 3 of lal er thuis, gebruiken dan ook nog hun broodje op liet werk. 's Zondags zijn ze thuis, maar genieten" dan natuurlijk ook van brood van den vorigen dag. Zoo gaat het week aan week; van versch brood is dus bij hen, en hun aantal is niet gering, nooit sprake. 's Maandags krijgen ze zelfs brood mee van 2 dagen oud. Nu beweer ik nog volstrekt niet, dat men den nachtarbeid voor bakkers weer moet invoeren om deze menschen ook eens versch brood te laten eten. Maar wel meen ik, dat het gewenscht is deze materie ook eens van dit standpunt te bezien. Het gaat niet enkel om 't versche kadetje bij het ontbijt". Met alle hoogachting Uiv dw. D. J. P. PEINS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl