Historisch Archief 1877-1940
No. 2867
De Groene Amsterdammer van 14 Mei 1932
17
Autoverkeer .... over spoorwegen
De Micheltne, een. nieuwe pluis i'
In bet vervoerv raagstuk !
Felle concurrenten zijn het op het
eerste gezicht, de auto en de trein;
autoverkeer over spoorwegen zou dan
ook een nieuwe bevestiging inhouden
van Mercier's gevleugeld woord: Les
extrêmes se touchent". Wanneer men
wat dieper nadenkt over deze con
troverse, dan verliest de tegenstelling
weliswaar aan scherpte, maar tal
van nevenomstandigheden verwarren
het beeld. Op vervoergebied heeft er
overigens in de laatste honderd jaren
wel een ware omwenteling plaats
gehad ! Terwijl de verkeersmiddelen
van de Romeinen principieel
niet verschilden van die uit
den tijd van Napoleon (dier
lijke, oudtijds zelfs
menschelijke trekkracht), zijn in het
eerste kwart van de negen
tiende eeuw de stoommachine
op rails en te water: de loco
motief en de stoomboot ge
komen. Eenige decennia later
is men overal druk bezig met
den aanleg van een spoorweg
net, en daardoor verliest de
gewone weg vrijwel alle be
teekenis. De stoomtram, een
goedkoope editie
door H. J. Peppink
stichter van het enorme fabrieks
complex te Clermont-Ferrand. Vanaf
1900 wordt voor automobielen vrij
wel uitsluitend de luchtband gebruikt,
en uit dien tijd dateert dan ook de
eigenlijke ontwikkeling van het nieuwe
vervoermiddel. Nu waren de schokken
en stooten, die het mechanisme ruïneer
den onschadelijk gemaakt. De lucht
band diende pour boire l'obstacle".
De groote angst van de
spoorweg:? maatschappijen voor de
'- nieuwe concurrentie dateert
evenwel pas van na den
oorlog. Sedert dien zijn de
autobus en de vrachtauto
een allengs grooter wordend
deel van het vervoer gaan
opeischen, en het publiek
koos natuurlijk dat verkeers
middel, dat aan de hoogste
eischen voldeed, niet alleen
ten aanzien van comfort,
maar vooral ook in verband
met de verkeersfrequentie
en de snelheid. Allereerst
het
van den F<e- 2- Doorsnede van moest de stoomtram
.... .de Michelineband in , ,
spoortrein, die weer eenigen leeggeloopen toestand, ontgelden, de ondernemers
tijd later verschijnt, kan daar- L. Binnenband. F. sta- antwoordden met
modernihet leven stond. En daar komt zoo
waar ineens diezelfde luchtband zich
opwerpen als redder in den nood !
Dezelfde fabriek, die voor de hier
boven ruw geschetste ontwikkeling
verantwoordelijk is, schijnt er kans
toe te zien, om zoowel de ,,kool als
de geit" te sparen ! Hoe dat mogelijk
is? Zooals hierboven uiteengezet
werd< vormt het zware gewicht van
den spoorwagen een sta-in-den-weg"
naar een rendabel bedrijf. Dat gewicht
is niettemin noodzakelijk, omdat de
spoorwielen op de ijzeren rails slechts
een geringe adhaesie hebben. Daaren
tegen is de adhaesie van rubber op
ijzer ruim driemaal zoo groot en kan
dus het gewicht tot op een derde
vermindfrd worden, om dezelfde accele
ratie- en itemeigenschappen te be
houden. Verder kon een gewichts
besparing verkregen worden, door
gebruik te maken van de resultaten,
in den vliegtuigbouw verzameld. De
Micheline, die hierbij afgebeeld wordt
(fig. 1), weegt slechts 4370 Kg. Het
doode gewicht per passagier is bij
volle bezetting 175 Kg. (er zijn 24
plaatsen). Is de autobus-op-rails''
aan weinig veranderen. Toch rjng L .Luchtkamer. ??. satie, electrificatie, enz. In voor een derde leeg, dan stijgt dit
ring.
heeft ook het spoorwegverkeer Buitenband. V. Velg
groote beteekenis voor het
latere automobilisme gehad, want een
sluimerende reislust werd ten zeerste
bevorderd door de zooveel gemak
kelijker vervoergelegenheid. Op deze
interessante wisselwerking kan in dit
bestek niet uitvoerig worden inge
gaan. In de tweede helft van de
negentiende eeuw slaagde men erin
den verbrandingsmotor te vervol
maken. Toch zou het automobi
lisme waarschijnlijk nimmer de hui
dige beteekenis verkregen hebben,
wanneer de luchCband niet uitgevon
den was. Reeds in 1845 werd aan
Robert William Thompson in Enge
land een patent verleend, dat de
fabricage van buiten- en
binnenbanden dekt.
De Engelsche autoindustrie kreeg
echter kort daarna een ware genade
slag, toen de beruchte Red Flag
Act afgekondigd werd, waarbij men
voorschreef, dat vóór elk motor
rijtuig een man met een roode vlag
moest loopen! Aan dit starre conser
vatisme, ten deele van paarden
fokkers en graanhandelaren, voor de
rest onder invloed van de opkomende
spoorwegmaatschappijen, dankten de
Fransche en later de Duitsche
autoindustrie haar opkomst.
Voor elke uitvinding is behalve een
uitvinder ook een man-van-de-practijk
noodig, iemand, die het nieuwe product
op rendabele wijze kan produceeren.
Die man was AndréMichelin, de
het algemeen echter mag
wel geconstateerd worden,
dat de tramwegen hun bloeitijd lang
achter den rug hebben, dat het steeds
sneller bergafwaarts dreigt te gaan.
En later zien wij het locale spoorweg
verkeer in de verdrukking komen.
Vóór locaal] verkeer is een trein eigen
lijk absoluut ongeschikt; wanneer de
auto er eerder was geweest, zou men
er nimmer aan gedacht hebben om dit
verkeer in het leven te roepen. De
rentabiliteit kwam in het gedrang,
het vervoer nam af, en daardoor
stegen de kosten relatief enorm.
Het komt voor, dat men in een
halfbezetten locaaltrein 1500 K.G.
dood gewicht per passagier moet
meesleepen! En somtijds zijn de
treinen nog veel slechter van
reizigers en goederen voorzien. De
spoorwegmaatschappijen moesten dus
trachten de bezetting te verbeteren:
het aantal treinen werd verminderd.
Maar dat was eerst recht een stimu
lans voor autobus en vrachtauto. Die
bezuiniging was dus irrationeel, men
moest naar andere middelen omzien:
de spoorwegen moesten zélf hun deel
hebben in het autoverkeer. In ver
schillende landen, zoo ook ten. onzent
is die Umsiedlung niet bepaald ge
slaagd, men heeft trouwens ook de
beste kansen laten voorbijgaan.
getal nog slechts tot 275. Terwijl
een locaaltrein ruim 1500 nieter
noodig heeft om een snelheid van 80
K.M. /uur te bereiken, accelereert de
Michejine 2J maal zoo snel. De
remweg van dien trein bedraagt
* *
*
Zoo was het dus in laatste instantie
de l uchtband, die de spoorwegen naar
Fig. 3. A. Ijzeren spoorwiet . B.
Michelinewiel. C. Een toekomstig wiel
1000 meter, die van de Micheline juist
het tiende gedeelte daarvan. Het
nieuwe verkeersmiddel is dus in
dit'opzicht zeer veilig, misschien zou men het
signaalsysteem wel kunnen missen !
De Micheline rijdt geruischloos, de
schokken van de rails worden immers
geabsorbeerd; spoorwegen, waarop de
trein sterk moet inhouden, kunnen
door de Micheline met volle snelheid
bereden worden, de conditie van den
weg is nu van veel minder groot
belang.
Een van de moeilijkste problemen
bij de constructie vormde de vraag,
hoe een smalle gummiband op een
rail in het spoof kan blijven.
Daartoe heeft men een stalen
wielflens aangebracht, analoog aan die
van het normale treinwiel. (F in
fig. 2 en 3). Verder moest door het
leegloopen geen gevaar kunnen ont
staan. Daartoe heeft men in de velg
een concentrische houten ring gecon
strueerd. Als de band lekt wordt
(wat overigens maar zelden gebeurt,
omdat er op de rails gee'n spijkers
plegen te liggen, en bovendien door
een fluit verklikt wordt) zakt het
wiel maar l centimeter, en rolt de
wagen zonder bezwaar op den leegen
band voort, gesteund door dien
ring(zie fig. 2, waarin de band in leeg
geloopen toestand is geschetst). En
nu maakt men nog gebruik van nor
male rails (fig. 3, A en B). Wanneer
later eventueel eens breede
loopvlakken kunnen worden aangebracht
(fig. 3, C, naar Saunier) zullen alle
voordeelen vermenigvuldigd worden. Op
natte rails remmen de rubberbanden
bijna even goed als op droge, want het
voorste stel wielen veegt de nattigheid
weg. De slijtage is, naar men zegt, ge
ring: l mM. per 10.000 Km. Prijzen en
constructiedétails heeft Michelin ons
tot op heden, oudergewoonte, ont
houden. Bij geruchte verneem ik,
dat de buitenband ? £0.?kost).
Niettemin mogen wij m.i. groote
verwachtingen koesteren; alles ver
keert nog wel in een beginstadium,
maar in Frankrijk heeft men al heel
wat geëxperimenteerd, en in den regel
met groot succes. De sensatie van
het geruischlooze en zonder schokken
rijden over spoorrails is ons overigens
dezer dagen geopenbaard geworden.
De Micheline kan het locale
treinverkeer vervangen, in plaats
van heel weinig vervoergelegenheden
met zware treinen krijgen we dan
misschien vél Michelines met elk
voor zich een beperkt aantal plaatsen.
Voor het internationale verkeer zal
dit nieuwe vervoermiddel natuurlijk
van minder groot belang zijn, maar
dat is ook niet noodig, want in normale
tijden wordt er op die lijnen ook geen
verlies geleden.
* *
*
Inmiddels moet er reeds in dit
stadium een concurrente genoemd
worden: de Pauline, genoemd naar
den Directeur van de Fransche Com
pagnie des Chemins de Fer du Midi.
Hier maakt men geen gebruik van
luchtbanden, maar desondanks is
het gelukt, om het doode gewicht
nog geringer te maken: 108 KG. per
passagier. Men zegt, dat de veiligheid
niet in het minst daaronder geleden
heeft. De Pauline maakt gebruik
van een 75 PK. Semi-Dieselmotor.
Zoowel dit vervoermiddel als de
Micheline zullen door proeven op
groote schaal haar practische bruik
baarheid nog moeten bewijzen, terwijl
er natuurlijk nog tal van andere bij
komstige, doch niettemin belangrijke
vraagstukken moeten worden opgelost,
maar in elk geval staan wij op vervoer
gebied aan het begin van een interes
sante periode. Mogelijk komen er mor
gen" Michelines, die zoowel over den
autoweg als op rails kunnen rijden!