De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 14 mei pagina 4

14 mei 1932 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De laatste aansluiting * ' ja door Melis Stoke Teekeningen door Harmsen van Bi-ek. ^Mijnheer Wegelaar was ongehuwd en aan het einde van den middelbaren leeftijd. Hij had geen hond, geen postzeigelverzameling, geen bridgeclub en geen radio. Maar zijn passie lag op een ge'heel ander gebied, een gebied zoo groot dat het de geheele beschaafde wereld en zelfs het grootste deel van de. onbeschaafde wereld beslaat, uamelijjs het spoorweg-wezen. ?Hij was niet alleen thuis in alle spporwegboeken van de geheele we reld, maar kende den inhoud en derzelver samenhang uit zijn hoofd, zoodajt hij u evengoed zonder een oogenbl^k nadenken de laatste trein op een feestdag van Groningen naar Arnhem koh opnoemen als b.v. de geheele reis van Munchen naar Mostcou, met uren van vertrek en aankomst, tusschenstations en oponthoud compleet. ' ij wist ook het aantal wagens wa iruit de internationale treinen wor de] i samengesteld alsmede de volgorde, de plaatse n waar restauratie- en slaap wagens worden aangehaakt en afge koppeld, die waar treinen zich splitsen of .Worden samengevoegd .... kortom alles wat betrekking had op het reizen pecspoorweg in binnen- en buitenland, tot* in verre en duistere werelddeelen toej - A Wanneer, een van zijn kennissen op moest stelde hij uit het hoofd uitvoe rige route-programma's samen, rop zelfs niet vergeten was aan stations zij gedurende den nacht en lus in hun slaap zouden stilstaan, en relke bijzondere treinen hen onder weg passseren zouden. IJij was onuitstaanbaar wanneer hij iemjEind van de. trein ging halen of zelf op J-eis vertrok, want op de perrons baaixle hij, opzien door zijn hoofd schjidden qn .gebaren wanneer bleek datjde trein enige minuten vertraging hatT, of in eenigerlei opzicht niet geheel beantwoordde aan de voorspiegelingen vant het laatste officieele spoorboek. Extra-treinen waren hem een doorn in Het oog, aangezien ze het geheele noriiale verkeer in verwarring dreigenite brengen; het bericht van een t minister die met een extra-trein naar een vergadering van den Volkenbond was gereden tengevolge waarvan de andere treinen op zijlijnen moesten worden geleid had hem diep geschokt. Het was wel een tragisch toeval dat mijnheer Wegelaar door geheel on voorziene omstandigheden niet heeft kunnen ontkomen aan een definitieve omverwerping van het reisprogramma dat hij onlangs, op voorschrift van zijn medicus ontworpen had. De reis voerde naar een bekende Pransche badplaats en zou normaal verloopen zijn indien hij daar werkelijk de baat zou hebben gevonden die hij van zjjn kuur verwacht had. Het lot wilde het echter anders en mijnheer Wegelaar stierf plotseling gedurende de beha ideling. Aangezien mijnheer Wegela&f geen kinderen, broeders of zusters h$d, werd het bericht geseind naar een eenigszins verwijderden achterneef d|è, hetzij doordat hij niet de reismaiye van zijn familielid deelde, hetzij fllit onverschilligheid, alvorens persoonlijk te vertrekken den behandelenden ge neesheer opbelde. En aangezien ,er niets meer t3 behandelen viel dan $én complex van, dank zij de accuratesse van mijnheer Wegelaar, zeer overzich telijke doch niet financieel importante zaken, diende dit telefoongesprek te vens als overleg inzake de uitvoering van mijnheer Wegelaars wil om gecre meerd en in Holland bijgezet te wor den. ; De baddokter zeide bij die gelegejaheid dat het het eenvoudigste was c&n gebruik te maken van het plaatselijk Crematorium, opdat na opzending van de urn de verdere plechtigheden jln het vaderland van den overledene zouden kunnen worden uitgevoerd. En zoo geschiedde het dat na voor afgaande telegrafische aankondiging, de afzending uit de badplaats ge schiedde met een bepaalde trein, die de heer Wegelaar, indien hij nog in vloed op deze bestemming had ku lnen uitoefenen, stellig niet gekozen, zou hebben, aangezien het een boemeltrein was. Een extra-trein maakte hem razend Wat moest hij dan ook zijn aansluiting missen" \i. r,. :?'?? ? Zij die mijnheer WTegelaar en zijn eigenaardigheden op spoorweg-gebied gekend hadden, waren weemoedig ge troffen door de advertentie waarin de begrafenis werd aangekondigd met het preciese uur van aankomst van deze trein, of althans van een daarop aansluitende secondaire trein, er bij. En voor het bepaalde uur reeds wachtten eenige vrienden en de verre neven van mijnheer Wegelaar op het landelijk stationnetje. Te dieper was hun geschoktheid toen het locaaltreintje niet het droe vige transport bleek te bevatten. Men pleegde beraad en telegrafeerde naar het station waar de Fransche trein was gepasseerd, en daar beschikte men met eene accuratesse die den heer Wegelaar stellig persoonlijk genoegen zou hebben gedaan, dat de urn per eerstvolgende locaal trein zou worden doorgezonden. Het groepje kennissen en verre familie besloot dan maar vast op te wandelen naar de begraafplaats, en daar stelde men zich in afwachting op. Een achterneef consulteerde zijn horloge en zeide dat nu de volgende trein zoo ongeveer zou aankomen, waarop nien den tijd verdreef door af en aan te wandelen en nu en dar; te staren over den stoffigen rechten weg die naar het station leidde. Inderdaad werd daarop na eenigen tijd een besteller per rijwiel zichtbaar die een pakje onder den: arm droeg. De man scheen zich zeer te haasten en bleek bij nadering bezweet te zijn. Tenslotte trapte hij blazend en rood over het zandpad, en toen hij van zijn fiets stapte ontblootte ieder het hoofd, echter niet dan na een pijnlijke korte aarzeling voor dezen ongewonen gang van zaken. De ceremonie had tenslotte plaats: de formeele ceremonie voor de nage dachtenis van een eenzamen, zonder lingen man, van wiens heengaan eigen lijk niemand een diep verdriet gevoelde. Aanstonds na afloop begaf ieder zich naar het station, en wel zoo gauw als men kon, aangezien het oponthoud niet van tevoren, was berekend met betrekking tot de trein waarin men naar de stad terug moest rijden. De weg bleek langer dan men ge dacht had, zoodat, op eenige honder den meters van het station, opeens de bel hoorbaar was van den overweg. Men moest zich dus haasten en ver snelde de pas. Eenige hoeren begonnen zelfs te hollen. De trein stoomde reeds voor toen de laatsteri het station nog niet hadden bereikt. Onder hen was een nijdige gepensioneerde kapiteinkwartiermeester die, geheel buiten adem en met zwellende aderen aan de slapen, op het allerlaatste moment in een coupéniet-rooken moest worden geduwd. En die was het, die in een volkomen vergetsn van de portee van zijn woor den voor de ergernis van het lichame lijk ongemak, aanstonds zijn hooge hoed op de bank zette en, zijn natte voorhoofd afvegend, bromde: Wat moest hij dan ook zijn aan sluiting missen. . . .!" Een verwijt dat mijnheer Wegelaar, indien hij het zou hebben kunnen hooren, met diepe verontwaardiging zou hebben geëndosseerd aan den dienst der spoorwegen. ABONNEMENTSPRIJS van ,,De Groene Amsterdammer" per jaar, bij vooruitbetaling franco per post: Voor Nederland ... f 10 Ned.-Indiëp/mail . ,. 13.50 » » 11 p/zeepost 10. ab. binnen Europa ,, 11.50 uitgezonderd. ,, Engeland-Itali Zwitserland Amerika 13.50 Zuid-Afrika. . . 11.50 Postgiro No. 72880 Gemeentegiro G. 1000 13.50

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl