De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 21 mei pagina 15

21 mei 1932 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

N o. 2868 De Groene Amsterdammer van 21 Mei 1932 15 b* SiOnze hypotheekbanken door C. A. Klaasse Weinig animo voor Iteleggingswaarden Reeds sedert geruimsn tijd is op onze inheemsche emissiemarkt weer een soort beleggers-Stillhalteperiode ingetreden, ongeveer op dezelfde wijze als wij die verleden jaar hebben kunnen waarnemen in het tijdvak April?Juni en September?Decem ber. Weliswaar is er een belangrijk verschil in het karakter van de rust van nu en van de vorenge noemde tijdvakken; immsrs terwijl toen de koer sen vrij sterk daalden is nu de stemming op de inheemsche obligatiemarkt eerder vast. De huidige situatie vertoont nog het mïeste gelijkenis vci'it die in April?Juni van het vorige jaar, toen in tegen stelling tot de ontwikkeling in het najaar noemenswaarde koersdaling nog niet voorkwam, maar de afzet stagneerde. Miar hoe dit ook zij, het aantal en de omvang der obligatie-emissies is na een krachtige wederopleving in December van het vorige jaar en de eerste maanden van dit jaar, toen heel wat achterstand werd ingehaald, tot een minimum gereduceerd, en de vrij vaste stemming" werpt voor aspirant-geldnemers al heel weinig nut af nu de meeste emittenten weinig happig" blijven op nieuwe leeningen. Het is moeilijk te voorzien waar toe deze toestand tenslotte zal leiden; verleden najaar werd de vacuum-periode gevolgd door een hooger renteniveau. Op het oogenblik zist het er niet naar uit dat men opnieuw zulk een sprong zou moeten verwachten; integendeel is, zooals ik zeide, de stemming vrij vast natuurlijk gegeven het practisch ontbreken van aanbod van eenige beteekenis en msn heeft zelfs een oogenblik gedacht aan de mogelijkheid dat de tweede tranche van de staatsleening 1932 met een 4| %-type z°u uit komen. Intusschen zal juist die emissie wellicht eenige teekening in de markt kunnen brengen om dat pas dan weer kapitaalvraag van eenigen om vang zich manifesteert. Uiterst geringe animo voor beleggingswaarden treft natuurlijk ook in hooge mate onze hypotheek banken. Zoo juist verscheen in de vierde aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek een aantal cijfers betreffende het verloop van de pandbrievencirculatie in 1931. Daaruit blijkt, dat wat betreft de vooruitgang van den totalen pandbriefomloop het afgeloopen jaar zeer ongunstig afsteekt bij zijn voorgangers, on danks het feit dat in de eerste helft, ja men kan zelfs zeggen in de eerste driekwart van het jaar de plaatsing bijzonder vlot ging bij dalende rentevoet. Een zeer groot bedrag aan 4% pandbrieveii kon worden uitgegeven, en dientengevolge werden zeer veel hooger-rentende schuldbrieven extra-uitge loot. Het nominale bedrag der door ruim 50 in Nederland werkende hypotheekbanken, welker cijfers in de statistiek verwerkt zijn, uitgelote pandbrieven was in het afgeloopen jaar niet min der dan 35 millioen hooger dan in het voorafgaande jaar. Reeds in het derde kwartaal begon de afzet te hokken. Een belangrijke factor in deze was ook het feit dat de Rijksfondsen, voorheen een belangrijk afzetgebied voor pandbrieven, al de beschikbare middelen reserveerden voor overheidsleeningen. De financieele positie van de hypotheekbanken werd intusschen niet alleen beïnvloed door het stagneeren van dtn afzet bij particulieren en bij de genoemde Rijksfondsen, ook de reeds in omloop zijnde pandbrieven begonnen moeilijkheden op te leveren. De houders, angstig geworden door de algemeene crisisstemming, wierpen een deel van hun bezit op de markt evenals dat geschiedde niet staats- en gemeentepapieren. Nu was het steeds gewoonte van de hypotheekbanken om aanbod van vroeger geplaatste pandbrieven, indien eenigsNV ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR DIRECTIE M?S.J.vANZusT-M?J.F.VERSTEEVEN zins mogelijk, op te nemen. In normale tijden was dat heel begrijpelijk en zelfs in hooge mate wenschelijk om den houders een courante markt te verzekeren. Immers, door het bijzondere systeem van plaatsing der pandbrieven geheel afwijkend van dat der andere obligatie-uitgiften vond een normale handel van houder tot houder practisch niet plaats, zoodat de hypotheekbank, wil zij den eenmaal geplaatsten pandbrief niet tot een incou rant bezit maken, zichzelf wel moet inschakelen bij de normale bezitsmutatie. Het verkrijgen van de noteering in de Prijscourant maakt dat trouwens voor de banken ook noodzakelijk. Het spreekt echter wel van zelf, dat het omvang rijke aanbod dat door de abnormale crisisomstan digheden werd uitgelokt niet zoo maar onder dezelfde voorwaarden kon worden opgenomen. Eenerzijds immers was daar het vraagstuk van den koers, en anderzijds de moeilijkheid van de kasmiddelen. Onder normale omstandigheden kan m3n uit den koers van afgifte die valt te bedingen afleiden, welke waarde aarj de pandbrieven met zekeren rentevoet kan worden toegekend. Door dien koers, waartegen men plaatsen kan, kan men dan ook terugnemen; de bank boekt dan alleen de gebruikelijke uitkeering" bij de herplaatsing in. Miar toen verleden najaar de groote stroom pand brieven naar de beurs kwam, stond de afzet stop. een basis voor den koers van terugname had men eigenlijk alleen in het koersverloop van staats- en gemsentepapieren. M lar ook die vergelijking was niet gemakkelijk, omdat dat verloop alles behalve homogeen verliep; in de eerste weken, ja maanden, waren de markttechnische invloeden van dien aard, dat er zeer omvangrijke, door de intrinsieke waarde der fondsen niet gemotiveerde koersver schillen ontstonden. De hypotheekbanken waren aanvankelijk geneigd om de daling der gemeenteobligatiën vooral te beschouwen als een b'.ijk van wantrouwen tegen het financieele beleid van de overheid, als een gevolg dus van een factor die hen niet aanging. Miar al spoedig brak het inzicht door, dat het ging om een algemeene stijging van de kapitaalrente, om een daling van het koerspeil van alle vastrentende waarden dus. Maar nog slechts heel geleidelijk pasten de pandbriefhouders zich aan bij die der soortgelijke waarden. Het koersprobleem was inmiddels niet het eenige waar voor de pandbrieven zich gesteld zagen; voorheen vonden terugnam.3 n plaatsing tegelijkertijd plaats, terwijl de afgifte de terugname met millioenen overtrof. Nu echter kwam er aanbod zonder dat nieuwe schuldbrieven onder te brengen waren. Volgens bovenvermslde statistiek werd 15 millioen meer teruggekocht dan in het vorige jaar, en dat binnen een tijdsbestek van enkele maanden. Geen wonder dat verschillende banken den inkoop sterk moesten inkrimpen en de markt min of meer aan zichzelf overlaten. De pandbriefhouders kunnen haar daarvan overigens alleiminst een verwijt maken, want tegen dergelijke abnormale omstanddigheden is niets opgewasschen. Bovendien was de opzet van den inkoop nimmer om te allen tijde alle pandbriefhouders van hun stukken af te helpen, doch veeleer een bemiddeling bij de normale bezitwisseling tusschen houders die om een of andere reden hun kapitaal willen realiseeren en anderen die belegging zoeken. Nu kregen de banken echter een heel andere functie te vervullen, waarvoor zij vanzelfsprekend niet berekend waren. Als men dat bedenkt dan is een extra-terugkoop van 15 millioen nog zeer omvangrijk. Opvallend is het, dat de hypotheekbanken nage noeg niet geprofiteerd hebben van de opleving der emissiemarkt in December van het vorige jaar, on de eerste drie maanden van dit jaar. Gemeenteleeningen zijn er eenige tientallen millioenen ge sloten, de Staat plaatste een leening die behalve de uitki L M T H E A T E R Dagelijks2.30,7.30,9 30 FILM EN MODERNE MUZIEK prinsengracht bij de leidschestraati telefoon 3746O k 250 millioen voor conversie, 100 millioen nieuw geld" opbracht. De voornaamste oorzaak van het feit, dat de plaatsing van pandbrieven in dien tijd ver ten achter bleef, is wellicht de omstandigheid, dat de hypotheekbanken niet in staat waren de voetsporen van de gemeenten m.3t betrekking tot den looptijd der schuldbrieven te volgen; immers practisch alle nieuwe gemeenteleeningen hadden een zeer korten looptijd, 5, (i of 10 jaren. De hypo theekbanken konden dat niet doen; juister is het misschien te zeggen, dat zij een beter begrip hadden van de consequenties die zij daarmee op zich zouden laden. Immers, ook de gemeenten kunnen de korte leeningen niet uit haar gewone middelen opbrengen, zij kunen alleen aan haar verplichtingen voldoen wanneer te zijner tijd de beleggers haar daarvoor de middelen gelieven te verschaffen. De hypotheek banken willen die verantwoordelijkheid vanzelf sprekend niet op zich laden, hoewel zij door den aard van de bestemming hunner middelen daartoe veeleer dan de gemeenten in de gelegenheid waren; imm3rs de hypotheken worden nuest voor vijf of tien jaren verleend, zoodat overeenkomstig de juridische structuur een kortloopen.de pand brief eerst recht zin zou hebben. M lar de banken realiseeren zich volkc m ;n, dat de economische structuur van mser belang is dan de juridische M ;t een hypotheek wordt een huis en/of grond ge financierd; uit de exploitatie van een huis komt het daarin geïnteresteerde kapitaal op zijn best in 50 jaar vrij, dikwijls in 100 jaar nog niet; uit grond komt naar den aard in het geheel geen kapi taal (afschrijving) vrij. Zoodat, naar de economische functie, een hypotheek een zeer langen looptijd zou moeten hebben; de rechtvaardiging van den des ondanks korten duur vindt men slechts in de specu latie op een vlotte hypotheekmarkt (?oversluiten"), en een courante onroerende goederenmarkt. M lar de hypotheekbank moet daarop haar finan ciering liefst niet baseeren; reeds nu merkt men dat de periodieke aflossingen (meestal 2 pCt. 'sjaars) bij vele debiteuren moeilijk gaan. En wanneer de pandbriefafzet blijft stagneeren, is het de vraag of niet verschillende hypotheekbanken met hun verplichte uitloting in 25 jaar al moeilijk heden krijgen. Dat is een nieuw probleem, waar voor straks wellicht die banken, welke niet een direct verband hebben gelegd tusschen binnen komende hypotheekaflossing en pandbriefuitloting. zich misschien gesteld zullen zien. Misschien kan straks de opheffing van de beleggingsblokkade" van de Kijksfondsen na de nieuwe staatsleening wat verruiming brengen, maar heeltmaal op rolletjes zal alles toch misschien niet gaan. Vier tot zeven procent (al naar het systeem van 25-jarige loting) aflossen en zelfs maar 2 p('t. binnen krijgen. kan op den duur moeilijk stand houden. ZANDVOORT: HOTEL D'ORANGE en HOTEL DRIEHUIZEN" WIJK AAN ZEE: BADHOTEL en ZEE-DEPENDANCE. Tot 15 Juli zeer verminderd tarief

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl