De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 28 mei pagina 17

28 mei 1932 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Zomervacantie aan de Rivier a door Anna Benavente ? Toen het eerste menschenpaar uit het Paradijs verdreven werd, zegt de legende, zag Eva nog net de kans schoon voor haar vertrek een citroen van den boom te plukken. Zij legde bij haarzelf de gelofte af deze vrucht uit te planten op de plek, die haar het meest aan den Hof Eden herinnerde. En waar deed zjj dat ? Natuurlijk aan de Oóte d'Azur! Daarvandaan zijn onze citroenen mooier en sappiger dan waar ook..., !" Ik kan natuurlijk niet bewijzen, dat de bewoners van de Blauwe Kust ongelijk hebben met dit te beweren, maar zeker weet ik, dat hun citroenen met reden befaamd zijn, de prachtige gele kegels, zwaar van het sap en bij het doorbreken, wie snijdt er in een citroen? alle geuren van het land loslaten: het kruidige van de poivron, het zoete van de heliotrope en het frissche der bloemen op een bergweide. En daarbij zonder preten tie: vier maal per jaar een oogst. Doorloopend bloesem, jonge en rijpe vrucht tusschen de spitse groene blaadjes. Bijna zeker is het, dat Eva indertijd hier 's zomers aangekomen moet zijn. Nooit is het land mooier, 's Winters dankt de Blauwe Kust haar vermaard heid eigenlijk aan het feit, dat het dan overal anders zoo miserabel is, maar 's zomers: dan komt zij zelf toch ook immers pas tot volle ont plooiing. Lange jaren heeft men daar niets van willen weten. Het was chiquer om hier alleen in den kouden tijd te verblijven, en het stond beter om zich later weer ergens anders te laten zien. Bovendien waren er nog andere bad- en kustplaatsen, die ook eens een beurt moesten hebben! Het zijn de kunstenaars geweest, die met een grandioze minachting voor de geldende opvatting de Cöte d'Azur als zomerverblijf ontdekt heb ben en trouw gebleven zijn. En na hen kwam de groote trek. Wie weten wilde wat zonneschijn l'ian zijn ging 's zomers naar het Zuiden; haalde alle schade in van wat hij daaraan in zijn eigen vader and tekort gekomen was, en kwam het volgende jaar weer terug....! Waar men het ook probeert ten Noorden van Marseille, altijd spoelen de stortbuien de menschen weer uit hun drijfnatte villégiatures naar de Grande Blue.. .." waar zij met een grandiozen zonneschijn worden ontvangen. Ah ! de weelde van con? stant mooi weer, Phoebus, die niet ? om een haverklap boudeert, een be tooverend mooi landschap, heerlijke wijnen en bovendien een vriendelijke goedlachsche bevolking, die bereid is alles van den goeden kant op te nemen.. ..! Met een verbluffende snelheid ver anderen de zomergasten hier van door weekt, kleumend menschenkind in half-god. Om kleeren bekommert men zich niet; badpakken, een paar shirts en flannellen onnoembaren", en meneer is uitgerust. De dames kunnen met nog minder toe. Wat zij voor bad pak laten doorgaan mag eigenlijk dien naam al niet meer hebben, maar een kniesoor die daar op let! Een strand-pyjama en voila, klaar is Cornelia. Kousen Tstroopen wij hier in het voorjaar af, en zeggen er een hartelijk au revoir tot in het najaar" tegen. 's Morgens als men de zonneblinden opengooit komt de zon nét boven een der Kapen uit Italiëoprijzen. Geen angstig de lucht afzoeken of er zooveel blauw te zien is om er een zeker kleedingstuk van te maken; het is mooi weer. Altijd. Dat is de heerlijke ontspanning voor onze altijd in drei ging gehouden Noordelijke geesten. Hier is het: geniet ! geniet ! eiken dag weer opnieuw. Het kan niet op en men krijgt er nooit genoeg van. Waarvandaan anders zouden de lich tjes in de oogen der bewoners van het land zoo warm zijn? Zij zijn doorgloeid en verzadigd van de milde zonnewarmte, rijp en gul open voor alle genietingen van het leven. Freud en zijn theorie hebben hier niet veel "e maken. Alles is open, gaaf en harmonieus. Een beeldengroep uit de oudheid vor men de bruine lijven der Zuiderlingen op het strand. Een aangeboren gratie doet lederen stand een lust voor het oog zijn. Zelf hebben zij er absoluut geen erg in. Is dat iets bijzonders ? Zij hebben immers nooit anders voor zich gezien. Volmaakt zonder effect maar niet een een tuchtige" ijver zijn heele kolonies Duitschers doorloopend aan het oefenen om iets van de schoone lichaams-harmonie te bemachtigen, welke den anderen zoo maar meege geven is. Wanneer men de beide rassen zoo dicht bij elkaar vergelijkt, begrijpt men volkomen hoe die uit het Noorden in de oudheid aan hun naam kwamen: barbaren...." Alvorens ik U nog van de genie tingen in het Zuiden ga verhalen, zou ik n kleinen raad willen geven. Komt U hierheen, wordt U n van de kolonie der gezalfden" welke zich lederen ochtend op het strand de huid met olijf-olie inwrijven om verbranden te voorkomen doch het bruin worden te bevorderen; zwemt U uren in het klare door schijnende blauwe water met een gemak waar U zelf verbaasd van staat; gaat U de bergen in en pluk er de bloemen bij armenvol, waar U thuis handenvol geld voor betalen moet, prachtig, maar sta niet op voet van oorlog met de keuken des lands. Zeg niet, dat de courge maar een gestoofd augurkje is, want zij is heusch van betere koni-af; en kerf de artisjok niet met Uw mes, neem de moeite blaadje voor blaadje af te pellen en in een sausje te doopcn. U zult heusch niet dood gaan als U een keer Tripes a Ni9oise" eet of escargots, zoolang het nog niet heel warm is. Een goed toebereide bouilla baisse is een godenmaal en waard om eens de traditioneele boerenkool met worst af te wisselen. Werkelijk, men heeft maar het halve genot in een land, als men zich tegen zijn cuisine" verzet. En heusch, de Franschen zijn smulpapen, al zoeken zij het niet in overmatig groote porties. Over het karakter der verschillende plaatsen aan de Blauwe Kust en wat zij den bezoeker te bieden hebben hoop ik een volgenden keer te kunnen vertellen. ?"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl