Historisch Archief 1877-1940
Zomervacantie aan
de Rivier a
door Anna Benavente
?
Toen het eerste menschenpaar
uit het Paradijs verdreven werd,
zegt de legende, zag Eva nog net
de kans schoon voor haar vertrek
een citroen van den boom te plukken.
Zij legde bij haarzelf de gelofte
af deze vrucht uit te planten op
de plek, die haar het meest aan den
Hof Eden herinnerde. En waar deed
zjj dat ? Natuurlijk aan de Oóte d'Azur!
Daarvandaan zijn onze citroenen
mooier en sappiger dan waar ook..., !"
Ik kan natuurlijk niet bewijzen,
dat de bewoners van de Blauwe Kust
ongelijk hebben met dit te beweren,
maar zeker weet ik, dat hun citroenen
met reden befaamd zijn, de prachtige
gele kegels, zwaar van het sap en
bij het doorbreken, wie snijdt er
in een citroen? alle geuren van het
land loslaten: het kruidige van de
poivron, het zoete van de heliotrope
en het frissche der bloemen op een
bergweide. En daarbij zonder preten
tie: vier maal per jaar een oogst.
Doorloopend bloesem, jonge en rijpe
vrucht tusschen de spitse groene
blaadjes.
Bijna zeker is het, dat Eva indertijd
hier 's zomers aangekomen moet zijn.
Nooit is het land mooier, 's Winters
dankt de Blauwe Kust haar vermaard
heid eigenlijk aan het feit, dat het
dan overal anders zoo miserabel is,
maar 's zomers: dan komt zij zelf
toch ook immers pas tot volle ont
plooiing. Lange jaren heeft men
daar niets van willen weten. Het was
chiquer om hier alleen in den kouden
tijd te verblijven, en het stond beter
om zich later weer ergens anders te
laten zien. Bovendien waren er nog
andere bad- en kustplaatsen, die ook
eens een beurt moesten hebben!
Het zijn de kunstenaars geweest,
die met een grandioze minachting
voor de geldende opvatting de Cöte
d'Azur als zomerverblijf ontdekt heb
ben en trouw gebleven zijn. En na
hen kwam de groote trek.
Wie weten wilde wat zonneschijn
l'ian zijn ging 's zomers naar het
Zuiden; haalde alle schade in van
wat hij daaraan in zijn eigen vader
and tekort gekomen was, en kwam
het volgende jaar weer terug....!
Waar men het ook probeert ten
Noorden van Marseille, altijd spoelen
de stortbuien de menschen weer uit
hun drijfnatte villégiatures naar de
Grande Blue.. .." waar zij met
een grandiozen zonneschijn worden
ontvangen. Ah ! de weelde van
con? stant mooi weer, Phoebus, die niet
?
om een haverklap boudeert, een
be
tooverend mooi landschap, heerlijke
wijnen en bovendien een vriendelijke
goedlachsche bevolking, die bereid
is alles van den goeden kant op te
nemen.. ..!
Met een verbluffende snelheid ver
anderen de zomergasten hier van door
weekt, kleumend menschenkind in
half-god. Om kleeren bekommert men
zich niet; badpakken, een paar shirts
en flannellen onnoembaren", en
meneer is uitgerust. De dames kunnen
met nog minder toe. Wat zij voor bad
pak laten doorgaan mag eigenlijk
dien naam al niet meer hebben,
maar een kniesoor die daar op let!
Een strand-pyjama en voila, klaar
is Cornelia. Kousen Tstroopen wij
hier in het voorjaar af, en zeggen
er een hartelijk au revoir tot in het
najaar" tegen.
's Morgens als men de zonneblinden
opengooit komt de zon nét boven
een der Kapen uit Italiëoprijzen. Geen
angstig de lucht afzoeken of er zooveel
blauw te zien is om er een zeker
kleedingstuk van te maken; het is
mooi weer. Altijd. Dat is de heerlijke
ontspanning voor onze altijd in drei
ging gehouden Noordelijke geesten.
Hier is het: geniet ! geniet ! eiken dag
weer opnieuw. Het kan niet op en
men krijgt er nooit genoeg van.
Waarvandaan anders zouden de lich
tjes in de oogen der bewoners van
het land zoo warm zijn? Zij zijn
doorgloeid en verzadigd van de milde
zonnewarmte, rijp en gul open voor
alle genietingen van het leven. Freud
en zijn theorie hebben hier niet veel
"e maken. Alles is open, gaaf en
harmonieus.
Een beeldengroep uit de oudheid vor
men de bruine lijven der Zuiderlingen
op het strand. Een aangeboren gratie
doet lederen stand een lust voor het
oog zijn. Zelf hebben zij er absoluut
geen erg in. Is dat iets bijzonders ?
Zij hebben immers nooit anders voor
zich gezien.
Volmaakt zonder effect maar niet
een een tuchtige" ijver zijn heele
kolonies Duitschers doorloopend aan
het oefenen om iets van de schoone
lichaams-harmonie te bemachtigen,
welke den anderen zoo maar meege
geven is. Wanneer men de beide
rassen zoo dicht bij elkaar vergelijkt,
begrijpt men volkomen hoe die uit
het Noorden in de oudheid aan hun
naam kwamen: barbaren...."
Alvorens ik U nog van de genie
tingen in het Zuiden ga verhalen,
zou ik n kleinen raad willen geven.
Komt U hierheen, wordt U n van
de kolonie der gezalfden" welke
zich lederen ochtend op het strand
de huid met olijf-olie inwrijven
om verbranden te voorkomen doch
het bruin worden te bevorderen;
zwemt U uren in het klare door
schijnende blauwe water met een
gemak waar U zelf verbaasd van
staat; gaat U de bergen in en pluk er
de bloemen bij armenvol, waar U
thuis handenvol geld voor betalen
moet, prachtig, maar sta niet op voet
van oorlog met de keuken des lands.
Zeg niet, dat de courge maar een
gestoofd augurkje is, want zij is
heusch van betere koni-af; en kerf
de artisjok niet met Uw mes, neem
de moeite blaadje voor blaadje af te
pellen en in een sausje te doopcn.
U zult heusch niet dood gaan als U
een keer Tripes a Ni9oise" eet of
escargots, zoolang het nog niet heel
warm is. Een goed toebereide bouilla
baisse is een godenmaal en waard om
eens de traditioneele boerenkool met
worst af te wisselen. Werkelijk, men
heeft maar het halve genot in een
land, als men zich tegen zijn cuisine"
verzet. En heusch, de Franschen
zijn smulpapen, al zoeken zij het niet
in overmatig groote porties.
Over het karakter der verschillende
plaatsen aan de Blauwe Kust en wat
zij den bezoeker te bieden hebben
hoop ik een volgenden keer te kunnen
vertellen.
?"