De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 28 mei pagina 18

28 mei 1932 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

v,-*.* ?«l De Groene Amsterdammer van 28 Mei 1932 No. 2869 Radio en Grammofoon &?' & i' | »' f n **s, n* Geleerde vijanden door Albert Heiman Het complete apparaat voor het opnemen van grammofoonplaten: microfoon, radiotoestel, grammofoon met pick-wp en snij-inrichting. Gereed voor de opname. Nieuw systeem voor het opnemen van grammofoonplaten door L. J. van Looi Een. kans voor de amatoiirtoonfilm? Er bestaan sinds langen tijd drie jaar methoden en instrumenten, waarmee de bezitter van een radio toestel in staat is om opnamen op grammofoonplaatjes te maken van zijn eigen stem, van radio-uitzendingen of zelf-gespeelde muziek. Verschil lende fabrikanten hebben daarvoor dure onderdeelen in den handel ge bracht en het is in het algemeen niet mogelijk om zulke opnamen te maken indien het versterkergedeelte van het radiotoestel niet ongewoon krachtig is en wanneer men niet over een duren microfoon beschikt. De apparatuur zelf bestaat dan uit een snij-apparaat en een aantal alluminiumplaatjes. In die alluminiumplaatjes worden de geluidsgroeven gesneden. De plaatjes moeten met een speciale naald worden ge speeld meestal is de naald van hard hout. Een gewone grammofoonnaald vernielt de plaatjes binnen enkele keeren draaien. Alluminium is name lijk een te zacht metaal, dat het de stalen naalden kan weerstaan. Het resultaat van de opnamen op alluminiumplaatjes is niet groot en tot dusverre bl-aef het gebruik beperkt tot gesproken brieven", die vooral de Hagenaars naar hun familieleden in Indiëzonden. De omroep maakt gebruik van een ander systeem, namelijk het systeem, dat de grammofoonmaatschappijen ook gebruiken. Daar wordt het voor den microfoon voortgebrachte geluid benut om een snijnaald in beweging te bren gen, die over een wasplaat heenloopt. In de weeke was snijdt de naald na tuurlijk met het grootste gemak de geluidsgroeven, die ook Teel fijner nuances opleveren dan de in alluminium gegrifte geluidskanalen. Van de wasplaat wordt een afdruk gemaakt, van den afdruk weer een vorm en daar in wordt schellak geperst en zoo ont staat de plaat, die iedereen kent. De omroep voert meestal dit uitgebreide procédéniet uit. Als men een opname slechts voor n keer noodig heeft, dan wordt zij direct van de wasplaat met een zachte naald gespeeld. Daar na is de wasplaat in de meeste geval len weg. Toen de wasplaat met de rede van rijkspresident von Hindenburg n keer was gedraaid en men haar later weer wilde doen hooren, heeft men allerlei kunstgrepen moeten toepassen om de wasplaat nog te kun nen gebruiken. Voor amateurs komen wasplaten niet in aanmerking. Die vereischen een zóó kostbare installatie, dat zelfs niet alle omroepstations er over be schikken. De alluminium-methode is te slecht en het scheen, alsof het zelfopnemen van grammofoonplaten voor de amateurs niet verder zou komen dan een stuntelig begin. Dat zou jam mer zijn geweest, want er is een soort amateurs, die er hél veel belang in stelt, namelijk de amateur-filmers. Die zouden graag een goed procéd hebben om toonfilms te kunnen ma ken. Het licht-procedévalt buiten amateurbereik het eenige blijven de grammofoonplaten. * * * In Duitschland heeft thans de firma Dralowid een nieuw systeem uitge dacht, en de apparaten daarvoor in den handel gebracht, dat uitermate goed voldoet. Het is een tusschending van het fabriekssysteem en de alluminiummethode. Men gebruikt na melijk hetzelfde plaatje voor het af draaien, waarop men het geluid heeft opgenomen, doch het opnemen ge schiedt niet op harden ondergrond Waarom onze klassieken niet populair zijn Het is niet onmogelijk dat een populariseering van Ruusbroec wordt tegengewerkt door het feit dat onze middelnederlaridsche letteren tegen woordig taboe zijn. Monopolie van de geleerden en f rikken. Wie van het publiek leest nog onze oudste literaire wTerken, wie durft ze te lezen? Bergen van geleerdheid, annotaties en com mentaren schrikken af. Niemand zal beweren dat ze voor de wetenschap overbodig zijn, maar hun kennis is evenmin onontbeerlijk om de schoon heid van een middelnederlandsch werk te kunnen beleven, als een kunst wetenschappelijke opvoeding nood zakelijk is om, van een schilderij van Brueghel of de van Eycks ruimschoots te kunnen genieten. Doch wee den leek, die het waagt enkele woorden niet, of mis te verstaan. Legers van geleerden staan klaar om hem te vertellen dat hij er heelemaal niets van begrijpt, en liever de schrijvers van zijn eigen tijd moet lezen, waar over diezelfde geleerden met zoo'n lachwekkend doorzicht schrijven en doceeren. Toen Dirk Coster het eenigen tijd geleden bestond om bij zijn Nederlandsche poëzie in honderd verzen" ook middelnederlandsche gedichten te betrekken, en daarover in zijn inleiding eenige, voor een klein ge deelte misschien minder juiste, maar niet zoo heel gewichtige opmerkingen te maken, naast zeer veel wat de volle aandacht verdiende toen is hij er door allerlei geleerde menschen om gemassacreerd en op een wijze die iedereen de lust moet benemen om zich in onze oudere literatuur te verdiepen. En toch. is niet het indirecte maar voornaamste doel van alle literatuur wetenschap dit: kunstschatten uit verre tijden en vreemde omgeving zóó te encadreeren, te restaureeren en te verklaren, dat ze weer hun volle waarde en beteekenis krijgen voor de hedendaagsche menschen? Kan men de goede traditie in onze letteren beter dienen dan door te zorgen dat de monumenten van die traditie n door het lezerspubliek n door de schrijversklasse goed worden gekend? De meeste onzer erudits schijnen . dat in hun academische geborneerd heid te vergeten, gelijk de schoolmees ters die het een ramp vinden dat een paar regels niet worden verstaan of maar half worden begrepen, en dan liever maar het heele, nuttige boek wegsluiten. Het is te hopen dat men tot betere inzichten hieromtrent komt. En het is alvast bemoedigend te zien dat de uitgevers van Jan van Ruusbroec's werken met de voorloopige editie, waarvan reeds deel I verscheen 1), de uitgesproken bedoeling hebben gehad, zijn werk zonder onnoodige ballast van geleerdheid, verstaanbaar en aantrekkelijk te maken voor den niet-vakman, die van het wonderlijke landschap van Ruusbroec's Rike der ghelieven wellicht meer zal opmerken en bewonderen, dan sommige literairwetenschappelijke topografen en geo logen, die wel de naam en de plaats van ieder ding kennen, doch al te vaak de fijne zintuigen missen, waar mede men de aanwezigheid ontdekt van het meest waardevolle: de schoon heid. ]) Uitgave het Kompas, Mechelen DeS'pieghel, Amsterdam. (alluminium) maar op wecken onder grond (fabrieksgeheim). De Dralotonplaatjes bestaan uit een dunne meta len schijf, waarop een dun laagje weeke massa is aangebracht. Met behulp van een gewonen pick-up. voorzien van een snijnaald, worden de geluids golven van den voor den radiover sterker geschakelden microfoon benut om in de weeke massa de geluidsgroe ven te snijden precies als bij elke andere methode. Het verschil komt na het opnemen. Dan worden de plaatjes naar den handelaar gebracht, die ze twee uur in een heeten oven stopt. De weeke massa wordt dan glas hard, zonder dat de groeven van vorm veranderen. De plaat ziet er dan uit als elke andere plaat uit den handel en kan met een gewone grammofoonnaald net zoolang bespeeld worden als een fabrieksplaat. Dit systeem heeft vele voordeelen. In de eerste plaats de weeke" opname. De snijnaald kan in de weeke massa veel beter bewegen dan in het allumi nium en het gevolg is een betere repro ductie. Daarbij komt, dat de plaat veel langer mee gaat -?als een alluminiumplaatje vijf keer gespeeld is, kan men er niet veel meer van ver staan. De plaatjes hebben een speelduur van ongeveer drie minuten, zijn aan beide kanten te gebruiken, hetgeen een totalen speeltijd van zes minuten per plaat oplevert. De weergave is natuurlijk minder goed dan van een in de fabriek met dure machines ge maakte plaat. Toch is de kwaliteit zoo goed, dat ik niet aarzel om de film amateurs aan te raden er kennis mee te gaan maken. De apparatuur voor het opnemen van de plaatjes kost slechts een ge deelte van den prijs van de tot dusver in den handel zijnde systemen. Wie een pick-up bezit, heeft eigenlijk niets anders te koopen dan de recorder en een microfoon. Wie de zaak eerst eens wil probeeren, en voorloopig alleen radio-uitzendingen op een grammo foonplaat vastleggen,kan met de enkele recorder en de snijnaald al volstaan. Witte Tanden: Chlorodont de heerlijk verfrisschend smakende pepermunt tandpasta Tube 35 cent en 6O cent D*. ft

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl