De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 28 mei pagina 4

28 mei 1932 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 28 Mei 1932 N o. 286» De sprekende film : door Melis Stoke Teekeningen door Harmsen van Beek Poëzie voor den komkommertijd DéTimes-correspondent in Turkije is een man die gevoel heeft voor poëzie. Onlangs berichtte hij aan zijn courant het merkwaardig geval van een Ooievaar die, na de ontdekking dat zij een vreemd diertje had uitge broed, door haren echtgenoot en diens vrienden, na vporafgaanden krijgsraad was gedood. Achteraf bleek dat de journalist dit schokkend feit van gewroken ontrouw had bewerkt naar een gedicht van Carmen Sylva, getiteld: Een Execu tie." Bekrompen geesten hebben hem dit kwalijk genomen. Zij beweren dat een journalist geen gepubliceerde verzen mag bewerken tot actueel proza voor zijn courant. Dit is een misverstand. Sterker: het is te betreuren dat journalisten zich, zonder eenige fantasie, houden aan brandjes en omgevallen slagersfietsen, zonder ooit hun bij dragen af te wisselen door gewetensgetrouwe parafraseering van de juweelen onzer letterkunde. Want zegt u nu eens zelf: zoudt u niet liever in de gemengde berichten van uw blad aardige en actueele bewerkingen lezen van Kloos en Boutens dan die eeuwige juffrouwen wier haar na een benzinewassching in brand is gevlogen, of van die helaas al te lang bekende onbekenden die zich toegang hebben verschaft tot juweliers winkels middels inklimming etc.? Het wachten is thans op den Nederlander die, naar het voorbeeld van zijn Turkschen collega van de Times, zijn nieuws zal gaan putten uit verzenbundels. fcsr Teneinde de schroomvalligen een beetje op 'streek te helpen, laten wij hieronder de eerste proeve volgen van een dergelijk bericht: Hedenmiddag is onze stadgenoot de heer G. van Aemstel het slachtoffer geworden van een reeks hoogst onaangename gebeurtenissen. De heer van A. die met zijne echtgenoote en twee kinderen een ruime woning in de binnenstad bewoont, werd door het personeel gewaarschuwd dat een troep ongunstige lieden zich in dreigende houding ophield in de omgeving van het perceel. Nog voor de heer van A. eenigerlei maatregel had kunnen treffen hadden de reltêtjesmakers l reeds de brutaliteit een hunner, een zekeren v. V. nog wel in gezelschap van een persoon die luid ruchtig op een trompet blies, af te vaardigen teneinde hoe ongeloofelijk het klinkt, de feiten staan ;vast den heer V. A. te sommeeren het door hem bewoonde perceel te ontruimen. Dit werd begrijpelijkerwijze door den bewoner gewei gerd, waarop de indringers allerlei bedreigingen uitten: aan het adres van den geachten ingezetene en diens familie. Nadat dus de zoogenaamde afgevaardigde onverrichtei} zake vertrokken was speelde zich in het gezin V. A. een droevige scène af. Mevrouw v. A. bezwoer haren echtgenoot om zich niet bloot te stellen' aan gevaar, en deze bepaalde er zich aan vankelijk toe om zijn personeel de grootst mogelijke waakzaamheid op te dragen. Een voorbijganger, zekere; V. de S., die het een en ander van het op stootje had gezien, haastte zich naar den heer V. A. om dezen van zijne bevindingen op de hoogte te stellen. Inderdaad had de bende zich schuldig gemaakt aan een reeks schandelijke baldadigheden in de naaste omgeving van de woning, welke niets goeds lieten voorspellen van hunne bedoelingen. In een niet ver verwijderd pand, bewoond door zekeren grijsaard genaamd G. en een ongehuwde dame C. alsmede een aantal eveneens ongehuwde jonge vrouwen, bleek de bende een ware ver woesting te hebben aangericht, waarbij zij zich zelfs niet hadden ontzien de bewoners de ongehoordste persoonlijke beleedigingen aan te doen en het huisraad te vernielen. Mevr. Badeloch v. A. die zoo vriendelijk was ons hedenavond nog, ondanks de doorgestane emoties, te woord te staan, vertelde o.a. TJ zult wel be grijpen dat ik alles deed om mijn man te bewegen het huis te verlaten. De verhalen die men ons deed van de manier waarop die langs de Haarlemmerdijk tierende bende optrad, waren op het schuwe at, en ik bedankte er hartelijk voor met de kinderen in huis te blijven. Mijn man liet zich eenige wapens brengen en gaf te kennen dat hij een einde aan het relletje zou maken. U moet vooral in de krant zetten dat er in geen velden of wegen politie te zien was. Ze lieten hem de boel in zijn eentje opknappen. Den heelen dag hebben we gepraat en geruzie'd wat we zouden doen, maar tenslotte kwam er een soort geest ik heb hem met mijn eigen oogen gezien die ons de raad gaf om met de heele familie de trein naar Duitschland te pakken om van de boel af te zijn. TJ weet hoe mannen zijn: nadat Gijs den heelen dag geweigerd had, vond bij opeens alles goed toen een ander dan ik met dat plan kwam, en zoo vertrekken we dan vanavond naar Duitschland . . .. " Het spreekt vanzelf dat dit verhaal gepubliceerd moet worden onder sprekende titels, zooals: Een welgesteld gezin op straat gezet". Belletjes tegen de familie v. A.".'?Met pak en zak vertrokken". Geestverschijning bevordert emigratie eener be kende familie" en Ergerlijke baldadigheden van, Haarlemsche bende". Het courantenpubliek is tegenwoordig zoo ge wend aan gruwelen en geweld dat men misschien niet eens zal merken dat de journalist plagiaat pleegde bij Joost van den Vondel.... Spreekzaal Techniek mag geen waardeeringsfactor zijn ! Nu de tentoonstelling Klank en beeld" werd gehouden om de fijnproevers en schrokkers van. resp. de caviaar- en zuurkoolmenu's onzer bios copen een kijkje te laten nemen in de keuken, met de vooropgezette bedoeling meer waardeering voor de film téwekken door de consumenten met de vervaardigingswijze bekend te maken ver schenen ook allerwegen in dagbladen en tijdschrif ten artikelen met dezelfde strekking, en geschreven door zelfs pioniers van de film-critiek. Mijns inziens volkomen onjuist. Hard moet er nog gestreden worden door be wonderaars van foto en film tegen de verwoede handwerk-adoreerende bestrijders van deze beide op techniek berustende uitingen, juist omdat die bestrijders steeds weer hameren op het handwerkaambeeld, dat zij verkiezen boven de moderne stoomhamers. Onze film-voorvechters moeten te genover hen steeds weer met bewijsmateriaal ko men aandragen, dat ondanks de techniek een foto of film intrinsieke waarde kan hebben. Edoch nu zien we het wonderlijke verschijn sel, dat diezelfde voorvechters pleidooien houden voor film-waardeering -juist om hun techniek! Het kan zijn, dat hun enthousiasme voor de ten toonstelling hun in onbewaakte oogenblikken die artikelen deed schrijven, maar de handwerk-vereerders-door-dik-en-dun leggen zij daarmee nieuw strijdmateriaal in de hand. J. Th. HULSEKAMP Op deze quae;tie komen wij nader en uit voerig t3rug. L. 3. J. HERTEN Zie. herten, herten. . . . woorden licht en blij. . . . en op den bosch^ron'l klonk het hoefgeklop der ranke stoeten waar de dennetop wuifde in den wind. zij daalden vrij, vrij, vrij. Zij kwamen aan op eenmaal in galop tusschen de bergen in het morgentij, blonde verschijning in de bloemenwei, de koppen achterover, snuiten r*p. Vat was de langverbeide schoone jacht. In mijn erinnering bleef dat gezicht nalichten in geluk van beeldenpracht. Zij «wenkten plotseling, zochten de beek aan zoom van 't woud waar donker is en licht. Zij waren heen, slechts ruischen en geleek. JOHAN REDDINGIÜS IN DE VACANTIE KUNT U MEUBELEN EN MATRASSEN MISSEN VRAAGT RAAD EN PRIJSOPGAVE VOOR OPMAKEN, OVERTREKKEN ENZ. ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl