Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 28 Mei 1932
N o. 2869
IL*
B
Duitsche boeken
Alfred Döblin's
Giganten
Boekbespreking door Nico Rost
Alfred Döblin
Toen Döblin twee jaren geleden
vijftig jaar werd hadden zijn vijf groote
epische werken met elkaar dezelfde
oplagen als Alexanderplatz" reeds
een^paar weken na verschijnen had.
De'auteur, die het epos van
Wallenstein en koning Ferdinand schreef, was
bekend doch werd- weinig gelezen.
Hoewel China reeds jarenlang in brand
staat bleef ook het interesse van Die
drei Sprünge.des Wang-lun" tot op
heden, gering. Ook zijn utopische ro
man Berge, Meere und Giganten"
misschien wel zijn belangrijkste werk
werd weinig gelezen. Na zijn succes
met Alexanderplatz" vraagt hij hier
voor opnieuw onze aandacht. Berge,
Meere und Giganten" is in 1921?23
geschreven en in 1924 gepubliceerd.
Acht jaar later laat Döblin thans een
volkomen veranderde uitgave ver
schijnen. Hij heeft zijn boek heelemaal
omgewerkt en ook den titel tot Gigan
ten" bekort. (Uitgave van S. Fischer
Verlag 1932).
P: Een populair literator, populair zoo
als b.v. Wassermann, Stephan Zweig,
Schnitzler of Thomas Mann populair
zijn, is Döblin nimmer geweest. Hij
ia vrij laat begonnen mst publiceeren.
Vijf en dertig was hij toen zijn
chineesche roman verscheen, een fantasti
sche schildering van chineesche
menschen, steden, landschappen en
chirieesch denken en handelen. Kort na
den. oorlog verscheen toen
Wallenslein", dat in vele opzichten aan het
v^rerk van Grimmelshausen denken
deed, een boek, waarin de wreede tijd
?\?an den dertig-jarigen oorlog weer
nieuw leven kreeg Zelfs de verschrik
kingen van den laatsten wereldoorlog
Verbleekten bij de schilderingen van
deze wreedheden, rooftochten, diplo
maten, veldheeren en bandieten. Dit
boek, dat tenminste nog historische
fundamenten had, werd gevolgd en
overtroffen door een ander epos dat
eins beangstigde door zijn omvang,
een fantasie, een utopisch boek Berge
Meere und Giganten" een werk
dat in het midden der volgende dui
zend jaren speelt, oorlogen tusschen
de verschillende continenten schildert,
vertelt van pogingen Groenland van
zijn eeuwigen ijstoestand te bevrijden,
steden ontwerpend, die onze stoutste
fantasieën overtreffen: Berlin is bij
Döblin een stad wier straten in
Hannover uitkomen. De menschen in deze
Wereld waren geweld-naturen, ver
eerd van vele hartstochten en wreedt
in hun begeerte naar macht. Onder den
invloed der revolutiedagen van 1917
en 1918 beschreef hij in dit werk alle
wreedheden van een burgeroorlog.
Wie las tot welke wreedheden de ter
reur van deze menschen in staat was,
zal dit werk nimmer vergeten. Berge,
Meere und Giganten" is Döblin's
meest gecompliceerde werk. Het be
schrijft de overheersching der tech
niek, de menschen worden traag en
wreed en beginnen den Uralischen
oorlog, den wreedsten oorlog, die ooit
op aarde woedde, de groote instor
ting die technisch volgt, den inval der
voorwereldlijke dieren uit Groenland,
de schepping der Menschengiganten".
Met Giganten" heeft het, hoewel
hier veel, heel veel overgenomen is,
eigenlijk alleen nog het laatste woord
van den titel gemeenzaam. Deze
Döblin is een geheel andere geworden.
Zelden was een auteur erbarmingloozer
tegenover zijn werk. Wie de eerste
uitgave kent, voelt een eerbiedige ont
roering, wanneer hij deze tweede uit
gave leest.
Giganten" is als het ware een nuch
ter commentaar op een manuscript,
dat verloren raakte. Wie dit manus
cript vroeger niet las, zal zeker ter
stond onder den indruk komen van de
nuchtere fantasie van Giganten".
In het eerste boek was deze fantasie
misschien dichterlij ker, fascineerender,
tropischer. Daar streden al deze figu
ren om ideeën. In Giganten" nemen
ze deel aan diepzinnige
contradictatorische discussies. In de eerste uitgave
treffen de psychologische details, die
de legende waarschijnlijk maakten;
in Giganten" werkt de zakelijkheid,
die de auteur thans bezielt, fantastisch
Döblin kan den afkeer van de wes
telijke cultuur van Berge, Meere und
Giganten" niet meer aanvaarden en
evenmin den terugkeer in een soort
berkolische religie. Hij denkt nu an
ders. Jetzt bin ich also nicht mehr
geneigt, Beifall zu klatschen, wenn
Berge" und Meere" ihren Men
schen, auch wenn sie Giganten" sind,
fallen. Ich musz mich auf seiten der
Giganten" stellen. Ich kann aber
Unterschiede im menschlichen
Handeln sehen. Es gibt Fehler,
Verstösze, Entartungen. Hier ist von der
gigantischen Entartung der Menschen
die Bede. Und wenn Technik und
Masshine in der menschlichen
Gesellschaft nicht ausgewogen werden,wenn
sie sich autonom machen, so musz
ich sprechen: vom Sinn und Unsinn
der Maschine in der menschlichen
Gesellschaft".
De Döblin van 1932 kan de heer
schappij der techniek niet meer ont
kennen. De machine wordt nu echter
door ,,das Gesetz" in bedwang gehou
den.
Hoewel men eerst in een uitvoerig
artikel zoowel de enorme waarde van
deze beide werken zou kunnen
aantoonen. als het verschil tusschen beide
uitgaven, blijkt toch reeds uit de aan
gehaalde slotzinnen dat de auteur ook
ditmaal niet tot een bevredigende op
lossing komt van de vele problemen,
die hij zich stelde. Döblin reageert
steeds op de vele verschijnselen en
problemen van onze dagen. Meer dan
iemand anders heeft hij de behoefte
zijn eigen Ik hieraan te meten, vragen
DE WETENSCHAP VAN
HET LEVEN
door
H. G. WELLS
Prof. HUXLEY
G. P. WELLS
Drie deelen
cpt f 19.50
IMt bock opent een nieuwe wereld;
als 'n kleurig kleed spreiden de 3
bekende schrijvers het ganschele.
ven in al zijn uitingen voor U uit.
1600 pag. ? 3 deelen ? 350 Ml.
Vraagt ons uitvoerig prospectus
Verkrijgbaar in den boekhandel
IM.V.SERVIRE0DEN HAAG
Spoor's
Mosterd
W. A. Speer jt., Culemborg'.
Onze voorjaarsuitgaven zijn zoo
even verschenen. Een roman van
C. F. Ramuz, MENSCHENLIEFDE
(Ing. f 2.25 geb. f 2.90) - de schrijver
dankt er 'n prijs van 50.000 Zw. fr.
aan spelend in een Zwitsersch berg
dorp, waar de bioscoop zijn intrede
doet. Buitengewoon levend en
diepin dringend.Voortr.vert. v. MarieW. Vos.
9 Ir- D- J- Kruyfboseh bewerkte
Dostojewski'sCHRISTUS
ENDEGROOTINQUISITEUR (in luxe bandje f 1.50)
die prachtige legende uit Gebroeders
Karamasow,waarin de strijd culmineert
tusschen de kille rede en de harts
tochtelijke ziel. Wellicht
hetverhevenste en diepste, wat ooit in de wereld
overGod en onsterfelijkheid
eerdergevoeld dan gedacht is. 'n Fijn geschenk.
@ HANDBOEK DER POËTIEK (lng.2.90,
geb. 3.90) door P. N. Dezaire is het
eerste handboek in de Ned. taal, dat
uitvoerig en grondig oorsprong, wezen,
beteekenis en techniek van alle uitin
gen van kunst onderzoekt. Onmisbaar
voor ieder wien de Ned. letteren en
kunst ter harte gaan.
Vraagt Uw DE|S) HAAQ Boekhandel
OOSTERBEEK
Levert uimuihend aan
particulieren
DOOF?
Hiervoor bestaat een
prima hulpmiddel,
DE ACOUSTICON
Vraagt ons gratis boekje
Goed nieuws voor hen die doof zijn."
ACOUSTICON MIJ. NIEUWE PLEIN 34
ARNHEM.
zijn voor Hollandsche toe
risten het Engelsche
merengebied, de Yorkshire
kustplaatsen, dalen en heide.
Ben zeereis van Rotterdam
naar Huil en dan een
spoorreisje van enkele uren brengt
(I naar deze verrukkelijke
vacantie-oorden.
Goedkoope biljetten, welke
een geldigheidsduur hebben
van 21 dagen, worden naar
de voornaamste Engelsche
toeristenplaatsen uitgege
ven. De retourprijs van een
biljet Ie klasse
Rotterdams d
Huil bedraagt slechts 55/-.
Tevens zijn voor spe
ciale vacantietoeren, biljet
ten verkrijgbaar met een
geldigheidsduur van drie
maanden.
Reist via
Rotterdam - Huil
De goedkoopste route.
Geïllustreerde brochures, hotellijsten en
alle verdere inlichtingen worden verstrekt
door de voornaamste
Passage- en
Reisbureaux.
te stellen en het is zeker niet zijn ge
ringste verdienste, dat hij steeds op
nieuw vragen stelt. Deze in werkelijk
heid bescheiden, twijfelende dichter
wantrouwt den tijd, waarin hij leeft en
kan dezen tijd niet in zijn werk be
dwingen hoewel hij meer en intenser
dan eenig ander dichter in
Duitschland zich met hem bezig houdt.
Deze geestelijke intensiteit geeft het
werk van Alfred Döblin zijn intense
waarde. Hij is zenuwarts in het Oosten
van Berlijn, in een arbeidersbuurt,
honderden arme levens en tragedies
kruisen zijn weg. Midden in het leven
st*at deze man, steeds komt hij onder
den indruk van hetgeen rond hem ge
beurt en steeds voelt hij de drang
hierop te reageeren. Döblin is als het
ware een Michael Kehlhaas, die steeds
naar gerechtigheid zocht, zich zelve
steeds rekenschap moet geven, zich
afvraagt hoe dit of dat mogelijk is,
hoe hij dit of dat kan verantwoorden,
waar hier een uitweg of een oplossing
is. Maar Döblin vond tot heden geen
uitweg en geen oplossing, hij verwierp
alle conclusies, de onrust van dezen tijd
was sterker dan hij, sterker dan de
wil een oplossin te vinden. Döblin
zegt steeds, hetgeen bleek uit zijn
Wissen und Veranderen" (een ver
zameling open brieven aan jonge
menschen), liever neen dan ja, het
buitennissige is hem liever dan het gewone
en soms denkt men onwillekeurig,
dat hij er de voorkeur aan geeft steeds
in deze chaos te toeven en liever een
samenleving met vele tegenstrijdig
heden ziet als een maatschappij, die
naar sociale grondslagen is ingericht.
Misschien is Döblin diep-in niet
alleen een sceptisch maar ook een
ongeloovig mensch. Misschien ont
staan juist daardoor al deze fantasti
sche schilderingen als ook nu weer in
Giganten", deze pogingen psycholo
gisch gebeuren te ontleden, steeds
weer nieuwe vragen te stellen en pro
blemen te berde te brengen en door
al deze labyrinten te dwalen, zonder
het doel te bereiken. Diep-in moot deze
man dood-eenzaam en ongelukkig
zijn. Hij is geen romanticus en kan
zich zelf dus niet bedriegen. Hij is een
realist, die onze realiteit wil vergeeste
lijken maar het met zich zelf niet eens
wordt, omdat hij geen oplossing vindt.
Maar met (üganten" schreef hij
desondanks een boek dat blijft.
?f