Historisch Archief 1877-1940
No. 2869
De Groene Amsterdammer van 28 Mei 1932
Israëls wezen en willen
door Prof. Dr. D. Cohen
h
^"*
Der Jude wird verbrennt
De uitslag van de verkiezingen voor den
Pruisischen Landdag, heeft ook in Joodsche kringen, in
Duitschland en daarbuiten, groote ontsteltenis
gewekt. Een der leuzen van het Duitsche Nationa
lisme is het antisemiet isme. Ook al behoeft men
niet aan te nemen, dat allen, die voor den
nationaalsoeialistischen candidaat hebben gestemd, antise
mieten zijn-, het valt toch niet te ontkennen, dat de
Joden, vooral in de kleine steden den haat hunner
omgeving voelen als een druk, die hun geheele leven
in materiaal en geestelijk opzicht begint te
bebeerschen. Het spreekt vanzelf, dat bij de stemming,
die thans in Duitschland heerscht, ook de goed
gezinden het niet licht wagen, hun inkoopen bij
Joden te doen. Tot vrije meeningsuiting komen de
Joden in de meeste gevallen zelf niet meer. Zij
achten het het beste, zooveel mogelijk in de scha
duw te blijven: een woord of daad, naar de ver
keerde zijde uitgelegd, kan zoowel hunzelf als hun
volksgenooten groote schade berokkenen. Dat
hiermede Duitschland zelf een groot stuk volks
kracht ontnomen wordt, heb ik vroeger reeds uit
eengezet. Doch ook van Joodsch standpunt gezien
leidt deze toestand tot overwegingen, die geenszins
geruststellend kunnen worden genoemd.
Een eenvoudig rekensommetje leert, dat 42 pCt.
der kiezers in Pruisen gestemd hebben voor partijen
die het aatisemietisme als beginsel in hun pro
gramma hebben opgenomen. Men kan zonder
overdrijving dus zeggen, dat zeker een derde van
het Pruisische volk de Joden als vijanden be
schouwt en men is het er vrijwel over eens, dat
deze beweging haar hoogtepunt niet heeft bereikt,
maar dat, met name het nationaal-socialisme, het
instinct, dat tot dit antisemietisme leidt, als een
machtigen factor voor zijn propaganda gebruikt.
Het doet er daarbij niet eens toe, of het, als bet
aan de regeering komt, zijn programma tegen de
Joden in zijn geheel zal uitvoeren. Het gevolg zal
zonder twijfel zijn, zelfs tegen den wil der leiders,
dat de Joden geweerd worden uit alle openbare
ambten, wellicht ook uit de Universiteiten en alle
lichamen van eenig gezag of belang. Dit gebeurt
voor een deel reeds thans. In den nieuwen Landdag
zijn slechts enkele Joden gekozen. Het is verklaar
baar, dat men hen niet bij voorkeur candidaat
heeft gesteld, maar het teekent tegelijk den toe
stand.
Natuurlijk kan niemand zeggen, waartoe dit
alles zal leiden. De toestand der Joden houdt nauw
verband met de geheele politieke situatie. Zoolang
daarin geen klaarheid gekomen is, kan geen mensch
eenige voorspelling wagen. De Duitsche Joden zelf
kunnen weinig doen en van eenige voorbereiding,
om den nood der tijden onder de oogen te zien, kan
nauwelijks sprake zijn. De Zionistische beweging,
wier woordvoerders, zonder geloofd te worden,
steeds, op dergelijke mogelijkheden hebben gewe
zen, vermag op het oogenblik weinig. Al is de toe
stand in Palestina, in verhouding tot dien in andere
landen, niet slecht, voor Duitsche Joden bestaat,
zelfs indien zij het zouden wenschen, thans toch
geen mogelijkheid er een bestaan te vinden, zeker
niet, indien zij er in eenigszins belangrijk aantal
heen zouden willen gaan. Men mag terecht klagen,
dat deze mogelijkheid er misschien zou zijn ge
weest, indien het Joodsche volk de waarheid der
Zionistische argumenten vroeger beter had begre
pen. Deze klacht baat niet, en men ziet deze
waarheid niet eens in, nu de feiten haar hebben gestaafd.
Nog altijd wil men niet erkennen, dat het anti
semietisme met schoone woorden niet uit den weg
geruimd kan worden, omdat het berust op
rassenantagonisme, dat nu hier, dan daar het hoofd op
steekt, wanneer de omstandigheden het begunsti
gen, en waarvoor als eenige oplossing de vestiging
eener Joodsche gemeenschap in Palestina moet wor
den beschouwd.
Integendeel, men stelt zich in Duitschland min
der dan ooit op de basis dezer Zionistische gedachte.
Ook dit is volkomen begrijpelijk. Het Zionisme kan
door de Duitsche antisemieten gemakkelijk worden
uitgelegd als vervreemding van de liefde voor
Duitschland en de vreesachtigen zullen dus, zij het
ten onrechte, gelooven, dat het den Jodenhaat
verscherpt. Het is te begrijpen, dat een groot deel
der Duitsche Joden zijn heil veeleer zoekt in het
betuigen van sterke aanhankelijkheid aan
Duitschen geest en Duitsche cultuur. Hierin ligt trou
wens, gelijk terecht is opgemerkt, hun tragedie.
Immers als dragers eener oude beschaving hebben
zij de lief de Voor de Duitsche cultuur steeds in zich
gedragen en deze sterk bevorderd. Het dweepen
met Duitsche literatuur, Duitsche kunst, Duitsche
wetenschap is een der typische kenmerken van het
Duitsche Jodendom in de 10e en 20e eeuw geweest.
In hun salons en in hun vereenigingen hebben zij
altijd de voornaamste dragers dezer cultuur weten
bijeen te brengen; vele van de allerbesten onder de
letterkundigen, de musici, de mannen der weten
schap van den jongsten tijd komen uit deze kringen
voort. In volle oprechtheid klampen zij zich dus
juist in deze dagen vast aan hun liefde voor den
Duitschen geest. Ik herinner mij wel, hoe reeds in
vroeger tijden, als ik met Duitsche Joden over het
Zionisme sprak, zij mij wezen op den grond, waar
over wij te zamen gingen. Waarom Palestina"
zeiden zij, dit is mijn land". Zij gelooven dit nog
altijd volkomen oprecht en zij staan dan ook met
verbijstering tegenover de waarheid, die de ver
kiezingen hun voor oogen hebben gebracht.
* *
*
Hoe reageeren zij er op ? De Berlijnsche Joodsche
Gemeente heeft eenige weken geleden een oproep
verspreid, die zich toespitst in het woord van
Jerernia: bevordert het geluk van de stad, waarin
ik TT in ballingschap heb gezonden; bidt voor haai',
want haar welzijn is ook Uw welzijn" en wekt op
deze wijze op, trouw te blijven aan het land, dat
hen haat. De Joden achten zich even goede
Duitschers als de rasechte Germanen". Uit deze op
vatting is ook hun houding bij de stembus te ver
klaren. Zij hebben geen eigen candidaten gesteld,
maar zich aangesloten bij verschillende partijen.
Zonder twijfel heeft een deel, zij het dan ook klein,
zelfs nationaal-socialistisch gestemd. De overwe
gingen van deze groep berusten wellicht op eenige
hoop om invloed te krijgen, maar voor het grootste
gedeelte zeker ook op instemming met de begin
selen dezer partij, voor zoover ze niet het anti
semietisme betreffen. Zoo sterk nationaal Duitsch
voelen deze Joden zich.
Verreweg het grootste gedeelte echter heeft,
zonder twijfel, zijn stem uitgebracht op de sociaal
democraten en de candidaten van het centrum.
Het eerste is duidelijk: de sociaal-democratie is in
Duitschland meer en meer de tegenstelling tot het
nationaal-socialisme geworden; vele Joden hebben
zich bij haar aangesloten, die dit in andere landen
niet zouden hebben gedaan. De aanhankelijkheid
aan het centrum echter, hoezeer begrijpelijk, omdat
men in zijn politiek een bolwerk ziet voor den vrede
naar binnen en naar buiten, is, beschouwd in het
licht der geschiedenis van het Joodsche volk, op
merkelijk.
Om twee redenen. De vrees voor de Katholieke
kerk was steeds het kan geen verwondering
wekken bij de Joden een erfenis der Middel
eeuwen. De vervolgingen uit dien tijd konden
moeilijk worden vergeten. De bescherming, die de
Hotel DUIN EN DAAL" - Bloemendaal
Rustige ligging modern comfort.
Speciale arrangementen voor langer verblijf
hervorming in vele landen hun bracht en de geloofs
vrijheid, die er het gevolg van was, veroorzaakte
daartegenover een zekere aanhankelijkheid aan de
hervormde richting. Een verandering viel reeds in
dit opzicht waar te nemen, dat de Katholieke kerk
voor een deel haar vijandschap tegen de Joden
heeft laten varen. Zoo kon men van een vrees,
speciaal voor de Katholieke kerk, niet meer spre
ken. Toch zou het lang duren, voor Joden zich bij
haar als politieke partij zouden aansluiten. Het
lijdt geen twijfel, of vele Joden in Duitschland
hebben thans bescherming juist bij haar gezocht.
Daartegenover staat, dat bet nationaal-socialisme,
gelijk men weet, in bijzondere mate bij de Evan
gelische kerk zich aansluit en een sterken steun
zoekt in de Christelijke gevoelens harer aanhan
gers. Zoo ziet men het gebeuren, dat de Jood, die
vroeger hulp zocht tegen Katholieke aanvallen
bij de Protestanten, thans de omgekeerde richting
gaat. Ik spreek er niet over, hoe verbijsterend voor
hem de overweging moet zijn, dat Christenen van
welke richting dan ook, in den loop der tijden hun
kracht juist in haat hebben gezocht. De Jood is
aan dit verschijnsel gewend geraakt en weet, dat
het antisemietisme uit andere oorzaken voorkomt
dan geloofsovertuiging, ook al kan hij deze zijde
van het Christendom nimmer begrijpen. Maar in
historischen zin is deze overweging zeker de moeite
waard. Wij staan hier op een keerpunt, dat in de
geschiedenis van de Joodsche gemeenschap in
Duitschland wel even mag worden "belicht. Voor
den Jood zelf heeft het trouwens helaas een andere
dan historische beteekenis. De tijden mogen ver
anderd zijn, verlicht zijn ze niet noch hebben zij
verlichting gebracht: wat ook geschiede, der Jude
wird verbrennt.
Tentoonstellingen
Amsterdamsche Ateliers voor Binnenhuiskunst,
Amsterdam. Fotografische werken door Else
Seifert, Tot 30 Mei.
Kunstzaal Reeker, Haarlem. Schilderijen door
Louis Hartz en A. L. Koster. Tot 31 Mei a.s.
Stedelijk Museum, Amsterdam. Voorjaarsten
toonstelling St. Lucas. Tot l Juni.
Kunstzaal Vecht, Amsterdam. Schilderijen van
Sari Góth. Tot 3 Juni. Beeldhouwwerken van
Moissi Kogan. Tot 19 Juni.
Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Fotowerken
aoor Erwin Blumenfeld. Tot 9 Juni.
Kunsthandel Huinck en Scherjon, Amsterdam.
Schilderijen door Vincent van Gogh, J. B. Jong
kind en Floris Verster. Tot 18 Juni.
AAN
INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun
bijdragen een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.