Historisch Archief 1877-1940
12
De Groene Amsterdammer van 4 Juni 1932
No. 2870
B I O S C OP Y
door L. J. Jordaan
t-'
W
s
Filmverbeelding en filmtechniek
Een boeketje theorie
In het vorig nummer van De Groene" klaagt
de heer J. Th. Hulsekamp met eenige bitterheid
over den nasleep van beschouwingen en artikelen,
welke de tentoonstelling Klank en Beeld" in de
pers met zich meebracht. Beschouwingen ge
schreven met de vooropgezette bedoeling meer
waardeeriag voor de film te wekken door de con
sumenten met de vervaardigingswijze bekend te
maken".
Een en ander -?zegt hij ontevreden nog wel
door pioniers van de film-critiek" en f
m-voorvechters".
Hoewel in het bewuste stukje geen namen wer
den genoemd van de geïncrimineerde pioniers"
en het van weinig bescheidenheid zou getuigen,
zich met die kwalificatie zoo maar door een ander
bedeeld te achten, werd de handschoen toch te
kennelijk in onze richting geworpen om haar niet
op te nemen. Temeer omdat wij inderdaad met
warme waardeering hebben gesproken over het
nut van een tentoonstelling als Klank en Beeld"
en haar zeer belangrijken invloed ten goede op
de publieke waardeering van de film.
Het woord techniek" heeft nu eenmaal voor
sommige flensibele ooren een verdachten en
onaangenamen klank, die. oogenblikkelijk doet denken
aan kapitalisme en Fordjes en algebra en vooral
in geen enkel verband mag worden gebracht met
Kunst", of wat daarnaar streeft. Deze meening
nu berust op een te populaire en te algemeen
verbreide overlevering, om niet zeer velen te
beïnvloeden. Speciaal waar het een zoo evident
geval geldt als de klankfilm.
Men houde het ons derhalve ten goede, dat wij
het bij wijze van uitzondering wagen ten aanzien
van een zoo levende en actueele stof als de klank
film, in een korte theoretische beschouwing te
vervallen.
Voorop ga de erkenning, dat wij bij de klank
film staan voor een zoo volkomen nieuw verschijn
sel, dat alle stelligheid en apodictische
kondgevingen op zijn minst genomen onlogisch en
gevaarlijk zijn. Ieder verworven inzicht kan
moeilijk andere dan zeer persoonlijke beteekenis
bezitten en men kan hoogstens aannemen, dat
een door langdurige en intense belangstelling
verkregen opinie wellicht iets meer waarde heeft
dan een toevallig, oppervlakkig oordeel. Maar
daarmee belanden wij dan ook in de kern der
quaestie, want vanzelf rijst dan de vraag: Moet
ZOMER
DEKENS
1.50x2.00
METER
O 95
OEN HAAG
AMSTERDAM
ROTTERDAM
£ ZONEN
die belangstelling voorzoover de klankfilm betreft
nu juist rechtsomkeert-halt maken bij de techniek.?
Ja zegt de heer Hulsekamp, mitsgaders de
traditioneele velen met hem".
Neen zeggen wij.
Hard moet er nog gestreden worden" redeneert
de heer H. door bewonderaars van foto en film
tegen de verwoede handwerk-adoreerende bestrij
ders van deze beide op techniek berustende
uitingen. . . . Onze film-voorvechters moeten tegen
over hen steeds weer komen aandragen met bewijs
materiaal, d.at ondanks de techniek een foto of
film intrinsieke waarde kan hebben. . . ." en
geenszins Juist om hun techniek." Wij zijn
zoo vrij te meenen, dat gezegde voorvechters hun
taak op die manier al zeer slecht zouden opvatten.
In de eerste plaa'ts omdat een strijd voor de waar
deering en erkenning van de klankfilm, die zich
richt tegen handwerk-adoreerende bestrijders"
(voorzoover wij deze eenigszins zonderlinge defi
nitie kunnen verstaan) zou uitgaan van een mis
verstand, weedens, wijl het bewust apprecieeren
en genieten van welken kunstvorm ook, onver
brekelijk verbonden is aan kennis van de
essentieele technische middelen.
Wat het eerste betreft: Wanneer de heer H.
meent, gelijk wij vermoeden, dat de emancipatie
van de klankfilm stuit op een overwegende,
béte bewondering voor technische knepen en
foefjes dan gaat hij, naar onze overtuiging,
van een valsche veronderstelling uit. Ons
hedendaagsch publiek is voor de wonderen der mecha
nica dermate blaségeworden, dat geen bioscoop
bezoeker meer een film mooi vindt omderwille
van pateerende technische effecten. Men heeft
plezier in een film openlijk of clandestien
vanwege het verhaaltje of het prachtige spel"
der personages. Dat wil zeggen terwille van fac
toren, die f in het huidig stadium onvolgroeid of
in strijd met het karakter der klankfilm zijn.
De tijd is nog niet daar, om een expressievorm,
die nog vecht om eigen bewustwording, te testen
op inhoud". Wie de klankfilm verwerpt of
ja, zeker: ook prijst! omderwille van het verhaal
of de these, welke zij naar voren tracht te brengen,
doet haar meer onrecht en stellig meer kwaad
dan de techniek-maniakken, die overigens slechts
in de verbeelding van den heer H. bestaan.
Wat naar onze meening (en hiermede komen
wij aan het tweede punt) den groei van de klank
film tot volwaardige uitdrukkingsmogelijkheid
bevordert, is: kennis van middelen en mogelijk
heden en beoordeeling van wat met deze media
is bereikt. Eerst dan, wanneer het klankfilmwerk
een gedachte of een emotie tracht uit te drukken
met de middelen, welke haar organisch eigen
zijn, d. w. z. welke uit haar technische outillage
logisch voortvloeien, eerst dan zijn wij op den
goeden weg.
En hebben wij reden ons te verheugen wanneer
zulk een poging, relatief gesproken, slaagt.
WTat heeft de zwijgende film het meest in haar
ontwikkeling tegengehouden? Niet naar veelal
werd en wordt aangenomen de vulgaire mentali
teit welke haar beheerschte, doch veeleer het
miskennen van haar natuurlijke" middelen. Van
de middelen, welke haar krachtens den aard
van het materiaal ten dienste stonden. En dit
geldt waarlijk niet voor haar alleen. De heer
Hulsekamp betrekt zelf de foto in het geding. Hij
zal dan weten, dat aanvankelijk het idee kunst
foto" werd gezocht in een soort aquarel-achtige
wanproducten stumperige mechanische imita
ties van waterverfteekeningen, of zelfs van etsen
en krijtteekeningen. De kunstfotograaf" scharrel
de net zoolang met badjes en chemicaliën tot een
,,Rembrandtiek"-effect was verkregen of een
aquarel a la Mauve. Het heeft heel wat strijd gekost
den burger duidelijk te maken, dat een foto mooi
kan zijn zonder het fotografisch materiaal op
dwaze en onlogische wijze te denatureeren. Maar
daartoe was het in de eerste plaats noodig een
klaar begrip te geven, van wat dat materiaal
en zijn eigenaardigheden wat dus de
fototechniek wél was.
Die technische Möglichkeit ist die wirksamste
Inspiration" zegt de voortreffelijke filmtheoreticus
Bela Balasz. In der Kunst sind zuerst die Mittel
da". Zoo is het en de film ondervond dit aan
den lijve, toen zij trachtte evenals de vroegere
fotografie die technische Möglichkeit" en
die Mittel" te negeeren. De stereotiepe
doodHOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
doener, waarmede oudtijds de film werd aange
vallen en die haar doode, mechanische repro
ductie" verweet, kon zich alleen handhaven zoo
lang men den aard en de mogelijkheden van de
filmtechniek niet kende. Eerst toen de film voor
vechters dier dagen, de door den heer H. zoo zeer
veroordeelde vooropgezette bedoeling" in
practijk brachten meer waardeering voor de film
te wekken door de consumenten met de
vervaardigingswijze bekend te maken" bemerkte men tot
zijn verbazing dat deze film een autonome, levende
uitdrukkingsmogelijkheid was. Montage, camera
instelling, belichtingstechniek. .. . het zijn thans
alle gemeenplaatsen geworden voor iederen leek.
En het was toch alleen krachtens de kennis dier
technische middelen, dat een algemeener en
juister waardeering der zwijgende film bij het
intellectueele publiek kon doordringen. Eilieve
meent de heer H. soms, dat die wetenschap uit
de lucht kwam vallen?
Met de klankf ilmkunst begint de geschiedenis weer
van voren af aan. Alleen zijn wij nu gewaarschuwd
door ervaring. Wij weten nu een beetje duidelijker
dan voorheen, dat men met
fotografisch-electroacoustische middelen geen tooneel- of concert-imi
tatie moet trachten te geven, zoomin als men met een
pen een wandschildering of met een kodakje een
Kembrandt moet probeeren te fokken. En wij
weten vóór alles, dat het vermijden van dergelijke
logische en aesthethische gruwelen in de eerste
plaats noodig is: kennis van het materiaal en zijn
mogelijkheden d. i. kennis der techniek. Wij
knikken waardeerend en goedkeurend, wanneer
didactische concerten worden gegeven, waarbij
timbre en mogelijkheden der verschillende orkest
instrumenten voor het publiek worden toegelicht.
Waarom in vredesnaam zou de leek dan niet mogen
weten, wat de klankfilm dankt aan het
na-synchroniseeren en de geluidsmontage? !
Het is ook een lichtelijk onjuiste interpretatie,
wanneer de heer H. meent, dat wij Klank en
Beeld" toejuichten en eo ipso, een klankfilm
aanprijzen, tndat de klankfilm-techniek het ver
mogen tot na-synchroniseeren bezit. Niet de ver
nuftige techniek zelf verheugt ons zoo bovenmate,
maar het feit dat zij nieuwe, oorspronkelijke
mogelijkheden voor de klankfilmkunst der toe
komst opent. Niet het interessante mechanische
snufje willen wij ter kennisse van het publiek
gebracht zien, maar het besef wat dit voor de
klankfilm beteekent en daarmede een basis leggen
tot oordeelen en waardeeren.
Ieder moment iedere scène in een klankfilm,
die zich op logische en gevoelige wijze van de
technische middelen bedient, beteekent een stap
voorwaarts naar de aesthetiek van de geluidsfilm
en is een reden tot verheugenis.... ook al strookt
het geheel, de zoo koortsachtig nagejaagde in
houd", niet met onze begrippen van volkomen
heid. Il n'y a d'originalitéet de véritéque dans
les détails" zegt Stendhal en het ware dwaasheid
in een uitdrukkingsvorm die nauwelijks dertig
jaar subs. drie jaar oud is, meesterwerken van
hoog geestelijk niveau te verlangen of te ver
wachten.
Klankfilm' wil zeggen: een nieuw, onbekend
instrument, dat de mensch zich heeft te
assimileeren tot het hem, evenals de zwijgende camera,
tot orgaan wordt zoo men wil: tot een verleng
stuk zijner vingertoppen. Eerste voorwaarde
daartoe is, voor den product ie ven zoowel als den
receptieven tijdgenoot, vertrouwdheid met de
technische mogelijkheden. Wie daarin een schande
ziet of iets on-artistieks", steekt als een misschien
welmeenenden doch zekerlijk onverstandige struis
vogel den kop in het aestethische zand en mis
kent het logisch verband tusschen film verbeelding
en filmtechniek.
GIDDIKGf
MTUYNENBURG MUYS
ISCHILDEBS