De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 4 juni pagina 16

4 juni 1932 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

18 De Groene Amsterdammer van 4 Juni 1932 No. 2870 r i s* ?»-? Sylphiden-dans De Russische balletten herleefd door Henrik Scholte Wij, Hollanders, die in ons onbewust handhaven n de schoone, middeleeuwsche woorden houden'' ouden van" toonden, dat wij in den grond r den leenheerlijken staat van dien der nden scheiden, hebben toch ergens nog ??'°k voor feodale verhoudingen". 1 liven. zooals Duitsch'" f jonkers houdt": natuurlijke grandeur .., hebben dus gejuicht toen _?.urfprinses van Monaco de nalatenschap jJiaghileW en Bakst aanvaardde en het RusMsch ballet, te lang een keizerlijke anachronisme in het republikeinsch-gastvrije Frankrijk, ging houden". Sylphiden en faunen, Chopin en Strauss, hebben thans weer een huis en een hooge bescherm vrouwe in Monte Carlo. En al is er dan verschil tusschen tsaren en operette-vorsten, al heeft de groot-vizier van het schiereiland in de Middellandsche zee tot eenige taak, te weten wat rekenen en reclame het rijk inbrengt, het Russisch Ballet leefde conform zijn wezen op onder het gouden devies van een gekrulde kroon, het oude ballet is weer bijelkaar geconcentreerd en staat voor nieuwe sterren en triomfen open. Men vierde de opstanding met slaande trom. Nauwelijks thuis in Monte, of men gaat al op tournee door Europa en geeft ons land, dat in het algemeen toch niet (tenzij in theorie) aan over matige ballet-bewondering heeft geleden, min of meer een primeur. De namen der sterren zijn ver anderd: Fokine en Nijinski, Nijinska en Karsavina hebben wij hier maar nauwelijks gekend. Maar ook een tweede generatie; Tréfilova, Niemtchinova en Idzikofsky, blijkt alweer plaats gemaakt te hebben voor jongeren. Woizikovsky is er nog, al danste hij dezen eersten avond maar in n ballet. De nieuwe corypheeën heeten David Lichine, Tamara Toumanova en Tatjana Riabouchinska. Heer, herinner u de namen, want zij dragen alreeds den roem in zich ! Léon Bakst, de geniale en onvermoeibare decora teur, is dood, maar zijn medewerker Alexandre Benois verzorgt weer de decors, die naar den ouden stijl door een Kavikasischen prins worden uit gevoerd. In plaats van Diaghilew of Cloustine heet de choreograaf thans Georges Balanchine of Boris Kochno. Da oude, zure en strenge Italiaan Cechetti tyranniseert thans niet meer aan de barre, ook deze taak heef t Ballettmeester Balanchine over genomen. * * * Wat dit herboren ballet presteert, technisch en artistiek, ziet men nog wel het duidelijkst in het geijkte hors d'oeuvre van eiken klassieken ballet avond, het Sylphiden-ballet, dat in dezen vorm nog op naam van Foukine staat. Het mag dan misschien niet meer zoo weergaloos geacheveerd zijn, zoo'n gave, ondoorgrondelijke, lyrische ont roering brengen als acht of negen jaar geleden met Romanow en, een jaar later, Diaghilew, er mag dan het voltooide raffinement van een prima ballerina assoluta" als Pavlova, wier entree met den wals van Chopin een huiverende ontroering van onwereldsche volmaaktheid opriep, aan ontbreken, wie zegt, aan den kant, dat niet de herinnering hier vermooid en geïdealiseerd heeft, wie kan het ijle en smettelooze, de porceleinen gratie van een ballet pur naar den maatstaf der vergelijking beoordeelen? De oude geest van het ballet in zijn strengsten en toch subtielsten vorm was er weer, toen de rei der sylphiden zich opende en daarachter groot en koninklijk van plastiek en gratie, do middengroep van Lichine en de beide solodansefssaeUL stond. Bij ""'u* terste meten van Chopin wist men, dat dit ballet in zijn geheel iets wezenYfpi anders was dan het hier te lande ten volle mee gemaakte treurspel van I'avlova's vriendelijke, maar niettemin middelmatige school. Men voelde, van hoofd- tot bijfiguren in dit zuiver getraind corps-de-ballet, het oude ambacht en de loutere overgave, men voelde hoe juist het totale elimineeren van de persoonlijkheid, het vervolmaken van den zuiveren dans, gebaseerd was op een climax van persoonlijkheid, in staat om dien eenen noodigen geest van ensemble en dienstbaarheid aan het geheel te créeeren. Men doorleefde weer, in een ontroering die zich niet aan een voorstelling" of gelijkenis hoeft te associeeren. de muziek van zingende lichamen", de meesterlijke structuur van dit prototype aller balletten, waar kaleidoscopisch de hoogtepunten en sol i uit naar voren schuiven: de mazurka van Toumanova, de prélude van lliabouchinska. de wals van l,ichine en Toumanova samen. Het ballet heeft technisch vele, aesthetisch weinige facetten. Uit zelfbehoud. wil het niet verwateren of zich lieeren met kunsten, die op andere wijze beter en daardoor natuuilijker voor gesteld kunnen worden, zoekt het uitersttn. Conform de traditie van Foukine stonden ook dezen avond tegenover het ballet pur, waarvan men nooit genoeg krijgt en dat men telkens weer op zijn eigen, individueele wijze kan doorleven als een wiskunstige vorm, waarin elke inhoud mo gelijk is, de parodieën en grotesken, bonte poppen spelen en hectische droomen. La Concurrence", een ballet van Derain op geestige muziek van Georges Auric. was een dwaze persiflage van de mode: twee concurreerende winkeliers, brave burgerfamilies van 1905, die ten aanschouwe van de buren de winkeltjes binnen gingen en er opgedirkt met vrouw en kroost weer uitkwamen (het kroost" werd voorgesteld door een komende ster van 1940 o onsterfelijk ballet ! namelijk door de jongejufvrouw Irene Savitska). Tenslotte vond er onder leiding van den loqueteur" Woizikovsky, wiens geladen solo een geniale combinatie was van oud ballet en modern excentric een groote uitdrijving van de modepoppen plaats, waarbij Balanchine een amusant en geraffi neerd soort massa-regie" in toepassing bracht. * * * Was dit ballet modern en nieuw en derhalve iii hoofdzaak berustend op een reeks pointes in costuum en acrobatiek, het derde ballet, de Bourgeois-Gentilhomme", was nog geheel in Diaghilew's geest. Richard Strauss componeerde indertijd v ooihem de Josefslegende en dit ssevcntiend'eeuwsch ballet, waarin Benois vooral gelegenheid vond om in costumeering en decor (een diep, koninklijk blauw als boventoon) de balletten van den zonne koning in optima foima te imiteeren. In de aankleeding en in de muziek zoekt dit ballet het dan ook meer dan in. den geest en in den dans zelf. Xa, ee~ inzet, als h'J.lt in veimomming van den jongen Turk en den braven Monsieur Jourdain tot kuitenflikkers van ver rukking drijft, raakt de lijn er uit en verwatert dit ballet. Licliirie. met zijn driftig lichaam en jeugdigen oveimoed, had men. gaarne vrijer en natuurlijker zien dansen dan in de ietwat leege paljasserij. die er voor hem in dit ballet weggelegd was. Ook Toumanova, met haar heerlijk, bijna. Indisch profiel en haar groote mimische gaven. was hier helaas gedwongen, meer actrice dan bal lerina te zijn. nadat haar solo in ..La Concurrence" juist als ballet verrukt had. Daartegenover hadden thans de mindere goden een kans in de diveitissementen: het corps de ballet onder aanvoering van Irene Baronova in de festiviteit, die de burgeredelman zijn vermeenden hoogen gast aanbood. Strakhova en Borovsky in een Turkschen dans en Jasinsky met drie meisjes in een acrobatenvariatie. Maar na het eigenlijke hoogtepunt, de Turksche ceremonie om den burger-edelman te ridderen, volgde terecht nauwelijks applaus. Kr is nu eenmaal tusschen de parodie van het ballet en de slechts den deelnemers amuseerende geneug ten van de kinderspeelkamer een grenslijn, die men niet ongestraft overschrijdt. . . . Uit: La Concurrence". Ballet van AndréDerain

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl