De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 4 juni pagina 17

4 juni 1932 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

MODERNE FOTOGRAFIE De kunsthandel en de foto door A. E. v. d. Tol Er zijn op het oogenblik in twee van onze Amsterdamsche, serieuse kunsthandels tentoonstellingen van modern fotografisch werk open. Hiermede, met dit feit, kreeg, zou men kunnen zeggen, de moderne fotografie nog weer eens een min of meer officieel stempel met het merkteeken Kunst", naast de vele andere, soortgelijke stempels die zij in de laatste jaren (van omstreeks 1923), in het buitenland overigens in grooter hoeveelheid dan ten onzent, reeds mocht veroveren. Ik wijs op de vele dure, fraai-verzorgde kunst-uitgaven aan haar gewijd en dikwijls voorzien van een diepzinnigtheoretiseerenden, inleidenden tekst, waarvan de speciale Studio-uitgave,,Art in Photography" (reeds in 1905 verschenen) als voorlooper kan gelden en op de artistieke reputatie die beoefenaars en propa gandisten van de moderne kunst-fotografie als Moholy Nagy in Duitschland en Man Bay in Frank rijk, zich in steeds grooter wordende kringen wisten te verwerven. Uit diverse photo-chemische experi menten, die reeds van het begin der 18e eeuw aan den gang waren, werd omstreeks 1850 de photografie geboren, groeide sindsdien voorspoedig op, maakte snelle veroveringen op diverse ter reinen van het practische en wetenschappelijke leven en kreeg ten laatste, naar het voorbeeld van zoo vele andere nouveau riches, de eerzucht zich ook op het terrein der kunst als iemand die meetelt te laten erkennen. Waar autoriteiten als de redactie van The Studio heden ten dage (zie haar Inleiding van het speciale Herfstnummer Modern Photogra phy", 1931) kortweg kwamen decreteeren: ,.It (photography) has become, unquestionably, an art" en verder feiten als nu weer deze twee Amsterdamsche exposities, dergelijke decreten sche nen te sanctioneerèn, daar geraakten zij, die meenen, dat de totagrafie met kunst niets gemeen heett, al meer en meer in de ver denking van te zijn: achterlijke theoretici, of zelfs lieden die de kunst een soort esoteriek toedich ten teneinde de eigen... uitver kiezing te handhaven... Werden ook, en dit was erger ! , vele, ,,artistiekwerkende" fotografen in hun waan versterkt, dat zij in hun beroep van fotograaf een roe ping als kunstenaar zouden kun nen uitleven; of wel echte, maar zwakke, kunstenaarsnaturen ?verleidt de camera ter hand te nemen als zij hun levensgevoel wilden uitbeelden, iets dat aan alle kunstscheppen ten grondslag ligt. Daarin schuilt een groot gevaar, in de eerste plaats wel voor een. .. gezonde ontwikkeling van de fotografie zélve ! Want wie met den, vóór alles in hem sprekenden, drangtot-zélf-expressie, den kunste naar eigen, aan het fotografeeren slaat, dreigt te vergeten, dat een foto in wezen een docu ment is en moet zijn en men haar als zoodanig te allen tijdeheeft te eerbiedigen; dat zij, al kan zij een motief zijn ten dienste van de schilder kunst of zelfs de litteratuur, nooit kan en mag losgemaakt worden van haar ondenverp, noch van haar nut. Gelukkig begint dit inzicht den allerlaatsten tijd onder de. ... aller modernste fotografen en hun theoretici weer baan te breken. De fotografie kan T schoonheid brengen, maar dat kan zij alleen op de wijze der yebruikskunst, wat de wijze is van een trouw hartig dienen der gebruikseischen, van het nut en een zoo volmaakt mogelijk beoefe- ^^ nen vari het me- ^^Hi ,,\l»üf ! tier. Van de beide, thans in voren genoemde kunst handels exposeerende fotografen heeft ongetwijfeld Else Seifert zich het verst ver wijderd van ar tistieke preten ties en hetdichtst bij het zuivere métier gehouden. Zij hield /.ich het dichtst bij het , r' zuivere docu menteeren en in f veel van haar werk valt dan ook van die fotografi sche" f schoon heid te genie ten. De angst voor onzui' ver-worden" hield haar mis schien nog wat al te schroom vallig af van een wat mér uitbuiten der vele technische middelen die den fotograaf heden ten dage ten dienste staan. Niet altijd immers behoeft zulk buiten de ?* fotografische waarheid en schoonheid te schaden ! Blumenfeld, die veel mér met de moderne middelen drauf los geht", die gaarne met, soms meer dan levensgroote vergrootingen werkt, met close ups" en zoo meer, gaat daarentegen soms wél over den streef van zulk esn uitbuiten", waar dan de schade begint. En zeker ontkwam hij niet aan de artistieke verleiding'. Het meerendeel van zijn werk is zelfs kennelijk een po ging eigen künstlerische" gevoelens op den toeschouwer over te brengen. Zoo valt tenslotte, met het oog op de toekomst, de ene. Else Keifert, een wat minder groote schroomvalligheid in het hanteeren der technische middelen, en den ander, Blumenfeld. veel mér van die schroomvalligheid toe te wenschen ! En de laatste dan *"'..* ?'-m bovendien nog een volkomen resignatie ten aanzien van het feit. dat fotografie geen kunst is in den zin van geobjectiveerde ontroering (Berlage) of persoon lijke belijdenis, maar. om het kort en met dat leelijkecn mis leidende woord nog' ns te zeg gen: gebruikskunst. * * * De fotografen," zegt l:h. Kourault in l hoto 1931, ..hehooren voortaan de kunst te vwgeten teneinde zich te bewe gen in een richting die oneindig veel vruchtbaarder zal blijken te zijn. Indien zij den ingeslagen weg door het artistieke domein blijven !bewandelen zullen zij de kans loopen hun pogingen op jammerlijke wijze te zien schipbreuk lijden." De foto's hier gereproduceerd zijn van Blumen feld (rechts onder en de derde en vierde van bovenaf) en Else Seifert (een, twee en vijf van het clichéin het middengedeelte.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl