De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 4 juni pagina 2

4 juni 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 4 Juni 1932 No. 2870 Van Brüning tot von Papen door Dr. M. van Blankenstein De Pruisische jonker" Nog een keer beleeft het oude Duitschland groote dagen t de Oost Pruisische jonker regeert weer. Het kan een korte vreugde zijn, een glorie rijke opleving voor het einde. Maar dan heeft het feodalisme zich toch niet zonder verzet ten onder laten brengen. Wij gunnen het deze voldoe ning. Welke onaangename en soms ergerlijke eigenschappen het ook aan den dag gelogd moge hebben, het had hoedanigheden, die bewondering konden wekken. Stijl had de Pruisische jonker. in hooge mate; elegantie moge niet het kenmerk van dien stijl zijn geweest, van waardigheid was deze verre van verstoken. Volharding, moed tot in het brutale, zelfvertrouwen, een ongeëvenaarde taaiheid en ten slotte trouw tot in den dood waren zijn kenmerken. Door sommige van deze eigenschappen stak hij zoo torenhoog boven de rest van de Duitschers uit, dat zijn positie onoverwinnelijk scheen. De revolutie en dertien jaren republiek hadden die slechts in uiterlijkheden kunnen schokken. De inflatieperiode was zij, hoe dan ook, te boven gekomen. Maar de tegenwoordige omstandigheden leken haar toch te machtig. Terwijl de nieuwe volken in oostelijk Centraal Europa zich van de ergste uitwassen van groot grondbezit hadden bevrijd sommige op haast Russisch hardhandige wijze was er in Duitsch land niets geschied in de richting van een agrarische hervorming. Toch ware deze werkelijk niet over bodig geweest. Tot den oorlog toe hadden de latifundia zich als inktvlekken op vloeipapier uitgebreid. Bauernlegen" was de technische term daarvoor. . Groote familiebezittingen, die naar Oost Pruisische begrippen goed bewerkt werden maar te veel grond in beslag namen voor andere dan productieve doeleinden, drongen door hun stadigen groei den boerenstand steeds verder terug. De opbrengst van het land leed daaronder. De productie per hectare is in Duitschland, het land der industrieele rationalisatie bij uitnemend heid, gering in vergelijking met die van ande're landbouwgebieden in West Europa. Het landgoed liet geen ruimte genoeg voor bewerking en de boer werd te achterlijk gehouden om zijn oogst naar moderne eischen te verzorgen. Men wenschte hem niet wijzer". Heeft de schoolmeester Duitsch land, volgens een bekend gezegde, groot gemaakt, het feodale Oost Elbiëwas op grootheid langs dien weg niets gesteld, en wist de dingen in eigen land daarnaar in te richten. De jonker bleef koninkje in zijn gebied en wist door alle beproe vingen heen het hoofd boven water te houden. Oud respect, dat hij nog inboezemde, beveiligde verder zijn positie. Nu liep het mis. Reeds lang waren de groote landgoederen feitelijk een te zware financieele last geworden voor hun bezitters. Verscheidene waren van hand tot hand gegaan. De hypotheken, de schuldenlast werden voortdurend zwaarder. De belastingen, die men vroeger zoo gemakkelijk van zich af had kunnen houden, begonnen een ernstigen druk uit te oefenen. Zooveel was er toch veranderd in het Bij k. Toen kwam de malaise, die nu al die lasten ondragelijk maakt. Het Oost Elbische groot grondbezit kan zich financieel niet meer hand haven. Zijn eenige redding is: dat executie voor hypotheekschuld niet mogelijk is omdat de land goederen onverkoopbaar zijn. Nu echter dreigde gevaar van het Rijk. Voor werkverschaffing, kolonisatie zoekt het landbouwgrond; en daar voor kunnen de goederen dienen. Bij wijze van socialen maatregel zouden groote sommen beschik baar worden gesteld om, tegen lagen prijs landerijen, die onder den hamer kwamen, op te koopen. De onafhankelijke boer, vervreemd van den volgzameii geest van den kleinen Oost Elbischen landbouwer, dreigde het land der jonkers binnen te stroomen en hun eigen territorium aan te tasten. Dit beteekende den ondergang van het feodalisme en moest tot lederen prijs worden verhinderd. Dit en niet sympathie voor het nationaal-socialisme was de oorzaak van den ver bitterden strijd, die -de jonkers den laatsten tijd tegen het bewind van Brüning hebben gevoerd. De aan val-Groener was middel, geen doel. Op het Hitleriaansch gevaar liet men het aankomen. Wel kunnen de nationaal-socialisten, daar zij krasse sociale hervormingen in hun schild voeren, geen vrienden zijn der latifundia. Maar zij zullen zeker niet beginnen met het landbezit aan te vallen. Voor zij daar aan toe komen kan er weer heel wat. gebeurd zijn! En in ieder geval belooft hun oeconomisch program van autarkie een politiet van agrarische bescherming, zooals de jonkers zelfs in hun stoutste periode nooit hebben durven verlangen. Onder hun bewind zouden de groote landgoederen in ieder geval weer rendabel worden. Als stoimram tegen Brüning, die parlementair telkens weer alle aanvallen te boven kwam, werd Hindenburg gebruikt. Brüning had zich, door de wijze waarop hij met de candidatuur van Hindenburg het gevaar van een presidentschap van Hitler bezworen had, van de persoon van den ouden president zeer afhankelijk gemaakt. Had hij hem zelf niet tot den sterken man verklaard, die alleen nog in staat was Duitschland te leiden? Hindenburg, die zeven jaar zeer correct had geregeerd, bleek reeds kort na zijn verkiezing ? in verkeerde handen geraakt. Anders was zijn eisch, dat Groener na de ontbinding van de legioe nen van Hitler ook den Rijksbanier te lijf zou gaan, niet te verklaren. Deze eisch was zoo onredelijk dat hij in zijn onuitvoerbaarheid voor alle betrok kenen benauwend was. Het ergste was dat Hinden burg zijn brief, waarin hij den eisch gesteld had, had laten publiceeren. Was dit nog een daad waarvoor den braven president verantwoordelijk kon worden gesteld? Na dit voornamelijk voor hem zelf pijnlijk incident is hij naar Oost Pruisen gegaan. Hij was op Brüning blijkbaar vertoornd en heeft hem niet meer willen ontvangen. Daar zat hij nu, geheel overgeleverd aan den invloed van de jonkers. Hij zag hun werkelijke nood, hij zag het gevaar waaraan de stand, waartoe hij zelf behoort, waarvan zijn soldatenoog de onmiskenbare deugden ziet, en die volgens het geloof van zijn jeugd het .fundament vormt waarop het Pruisische staats gebouw moet rusten, is blootgesteld. Intrige, hartstochtelijke overreding werkten samen met gevoelens die karakteristiek zijn voor een man van het type van Hïndenburg, en waaruit inderdaad sommige van zijn beste eigenschappen en grootste verdiensten voortspruiten. Ik wil niet zeggen hiermede de reden van den val van Brüning volledig te hebben geschetst. Maar wij gelooven niet dat eenig ander motief aan te wijzen is, dat zooveel invloed heeft gehad op het optreden van Hindenburg. Men zegt nu dat hij Brüning's aanblijven niet meer verantwoord vond nadat de volksstemming zich zoo sterk ten gunste van het nationaalsocialisme had geuit. Zou hij zoo fanatiek aan hanger van het parlementarisme zijn geworden, dat niet de meerderheid van de nog geen twee jaar oude rijksdag voor hem beslissend was, maar de stemming van den dag? En waarom heeft hij dan tot opvolger van Brüning een man aangewezen die zeker nog muider aanhang heeft dan de afgetreden rijkskanselier? Heeft hij zich zelf ook niet beschikbaar gesteld v.oor herkiezing, omdat ieder middel moest worden gebruikt om den revolutionairen Hitleriaanschen vloed te stuiten? Voor Hindenburg uit Oost Pruisen terug kwam deed hij nog een vooral in oud-Pruisische oogen onbehoorlijke daad: Hij zond Brüning een, weder om gepubliceerde, vermaning die duidelijk ten doel had Groener weg te krijgen. Toen wist men reeds dat het om Brüning zelf te doen was. Deze tactiek zou onverklaarbaar zijn als niet Hinden burg onder ruige invloeden was geraakt die hem, den 84-jarige, dien de jaren niet ongerept hebben gelaten, nu volkomen beheerschten. De terugkeer van Hindenburg te Berlijn beteeken(Je dan ook het einde van het bewind van Brüning. Eén kort en pijnlijk gesprek, onmiddellijk na de aankomst van den president, maakte' alles duidelijk. Den volgenden morgen, na een kabinets zitting, trad Brüning af. Nu is Von Papen aan de beurt, een vertegen woordiger van de conservatieve jonkergroep, hij moge dan ook formeel lid van het centrum zijn. Zijn kabinet zal een kabinet zijn van de vertegen woordigers der meest behoudende stroomingen in Duitschland. Nationaal-socialistisch is het iri geenendeele. Zijn eerste taak zal moeten zijn de nationaal-socialisten zooveel mogelijk te paaien om zoolang mogelijk te kunnen bestaan. Dit zal niet lukken omdat Hitler, die in dit kabinet slechts een sta-in-den-weg kan zien voor zijn eigen wenschen, niet voornemens zal zijn zich te laten" paaien. Dat het de bedoeling van Von Papen zou zijn den weg te banen voor een nationaalsocialistisch kabinet is een dwaze bewering. Von Papen wil dit stellig juist zoolang mogelijk tegen houden. Of hij daarin slagen zal? Zijn kansen op een parlementaire meerderheid zijn buitengewoon zwak. Grooter is de kans dat hij probeereri zal, na een parlementaire- nederlaag v toch aan het bewind te blijven. Heeft hij zelf niet den eisch uitgesproken dat Brüning zijn dictatuur van parlementaire franje zou ontdoen? Het lijkt ons twijfelachtig of hij daarin kan slagen. Wij vreezen voor de jonkers dat zij het spel, dat zij probeeren te spelen, niet zoo machtig zijn als zij gelooven. Een Rijksdagontbinding' zal Hitler aan het bewind brengen. Maar laat ons niet gaan voorspellen. Vourloopig verdient onze eerste belangstelling wat er nu uit Lausanne' wordt. Von Papen zelf heeft altijd een huwelijk uit berekening van Duitschland met Frankrijk gewenscht. De omstandigheden zijn nu echter wel heel ongunstig. Boekenveiling Het Internationaal Antiquariaat Menno Hertzberger houdt op 7 en 8 Juni een veiling van de bibliotheken van wijlen Dr. F. Leviticus, in leven leeraar in de Duitsche taal eri S. W. Coltof, in leven redacteur der Dagelijksche Beurscourant. De kijkdagen zijn Vrijdag 3 Juni van 10?5 uur, Maandag 6 Juni van 10?5 uur, en 's avonds van 7.30 tot 9 uur. Een catalogus is reeds verschenen. Tentoonstellingen Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Fotowerken aoor Erwin Blumenfeld. Tot 9 Juni. Amatiiidamsche Ateliers van Blnntnhuiskunst, Amsterdam. Foto's van Llse !? eifert. Tot 15Cuni. Kunsthandel van Meür.3, Amsterdam. Oud-russische iconen. Tot 15 Juni. De Bijenkorf, Amsterdam. Kinderfoto's Tot 15 Juni. Kunsthandel Huinck en Scherjon, Amsterdam. Schilderijen door Vincent van Gogh, J. B. Jong kind en Floris Verster. Tot 18 Juni. Knnstzaal Vecht, Amsterdam. Beeldhouwwerken van Moissi Kogan. Tot 19 Juni. Kunsthandel Vecht, Amsterdam. Schilderijen van Jack Hamel. Tot 22 Juni.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl