Historisch Archief 1877-1940
N o. 2870
De Groene Amsterdammer van 4 Juni 1932
Probate prominenten
door Albert Heiman
V
Jo van Ammers--Kiïller: I>e appel
en F.va. J. M. Meulenhoff, uitgever
De geschiedenis van de appel en Eva heeft een
vóór-geschiedenis: of de slang gesproken heeft!
Daar weten we in Holland mér van, en het is niet
te verwonderen dat men, telkens wanneer het over
de appel of over Eva gaat, het eerste denkt aan die
slang, en of die wel gesproken heeft, en wat die wel
gezegd kan hebben, en dat van twee dominé's of
theologen, die precies het tegengestelde van elkaar
beweren, minstens een van beiden ongelijk moet
hebben.
De moraal van De appel en Eva" is dan ook de
moraal van de slang. Er is een kronkel in, een
spiraal om de boom die de kennis van goed en
kwaad moet verbeelden, terwijl die boom zelf
totaal buiten beschouwing blijft. Een paar duizend
jaren botanie heeft de kwestie onaangeroerd ge
laten of de appel niet mogelijk een peer is geweest.
Wij houden van bijzaken, verwaarloozen het
essentiëele verschil tusschen appels, peren en bananen
(waarvan ik mij, met een hommage a Freud, uit de
plantkunde van mijn jeugd herinner dat ze ,,Musa
paradisiaca genoemd wordt!), en werpen ons met
de volle borst op het probleem van de slang !
Dit kiezen van zijpaden is het probate middel
om prominent" te worden. Maar zonder spot: de
literaire kookkunst die zich aan beproefde recepten
houdt, wint het natuurlijk altijd van het ge
xperimenteer. Er zijn maar weinig menschen die zich
wagen aan het onbekende, en tot die weinigen
behoort de voorzichtige Hollander geenszins.
Mevrouw van Ammers-Küller heeft met een reeks
van boeken bewezen dat zij de recepten kent, ze
zelfs met een toetje weet te varieeren, en zij heeft
dan ook niet te klagen over gebrek aan gasten bij
haar literaire disch. Integendeel, om bij de
Bijbelsche beelden te blijven, zij doet haar keuze bij
voorkeur onder de voorbijgangers zonder bruilofts
kleed. Daarmede is de zaal het gauwst gevuld.
Men ziet overigens wat de fatale gevolgen van
een bijbelsche titel zijn. Die brengt ons op dwaal
sporen. Want de geschiedenis gaat eigenlijk over
Puck, en deze zich noemende en schrijvende
Elisabeth Ooornvelt, geboren 1900, gehuwd in 1925
met Henri van Doeveren (Han) geboren 1898,
(gelijk ons de staat van den Burgerlijken Stand op
pag. l van het boek mededeelt), deze in het verdere
verloop dan toch meestal Puck geheete dame, is
eigenlijk niet bepaald een Eva. Immers zij is
driehonderd bladzijden lang in het onzekere of de
slang wel gesproken heeft of niet.
Aangenomen dat de slang gesproken heeft, dan
heeft hij zich in klare bewoordingen kenbaar
gemaakt aan de schrijfster van de Minnebrieven
van een Portugeesche Non", of aan Lady
Chatterley. Dat is positief, en men kan het hieraan weten,
dat deze vrouwen zich niet hebben bekommerd om
wat ze moesten doen, een appel eten of een peer,
een groot stuk of een klein stuk, maar dat ze....
nu ja, dat ze Eva waren. En maakten zich
schorten".
Tegen de titel teeken ik dus protest aan.
Want weliswaar maakte ook Puck zich een
schort, maar buiten de slangen-kwestie om. Als
een zuivere modezaak. In haar kwaliteit van
secretaresse eerst, en later als directrice en
medevennoote in een Maison de Haute Couture, bij een
soort van Paul Poiret-in-het-rnooie-en-verleidelijke.
O, de titel brengt ons op een dwaalspoor, en de
beeldspraak van het recept was veel mooier.
Geflirt aan boord van een passagiersschip uit
Indië; bezoek aan Holland bij een beschimmelde
schoonfamilie; vrij en conventieloos leven in
Parijs; de glinsterende binnen- en buitenkant van
een Maison de Haute Conture; costumes en
verleid^lijke mannequins; het gerucht van liaisons,
maar we blijven in het fatsoenlijke; de driehoeks
verhouding met een catastrofaal aspect; het
literaire meetkunde-sommetje: verander een
gelijkbeenige driehoek in een gelijkwillige tweehoek,
zonder dat een van de opstaande zijden onsym
pathiek schijnt; en tot slot de apotheose: plotse
linge offervaardigheid bij de grootste egoïste, onder
het motto Dus toch Eva !" Het is gevarieerd, het
heeft een eigen bijniaak, maar het is volgens
beproefd recept. Wiskan eraan weerstaan?
Dan geeft het niets dat de eerste helft van het
Ketterjacht in de S. D. A. P.
Tcekening rtoor B. van Vlijmen
Naar den brandstapel verwezen !
boek een aangekleede redeneering, en de tweede
helft een beredeneerde aankleedpartij is. Geen
kritiek mag liet daarbij wagen aan uitkleeden te
denken, en ten einde aan alle rechtvaardigheid te
voldoen, Justitia is immers óók een soort van
Eva kan over dit derde deel van De
Opstandigen" het beste verder mijn tante Janna aan het
woord gelaten worden, die ook van de beide vorige
deelen met zooveel overgave en toewijding genoten
heeft.
,,De appel en Eva", aldus tante Janna, ,,laat nu
eens goed zien dat een vrouw kan doen wat ze wil,
maar ze behoort zich te offeren voor haar man en
moeder te zijn. Daarom begrijp ik niet goed waarom
die Elly met 'r twee kinderen niet zoo aardig wordt
voorgesteld en die Lily met nog twee kinderen
gewoonweg een serpent van een mensch is. Om
zooinaar die lieve Han van Puck af te troggelen.
Mannen zijn soms net niet wijs. Maar Jo van
Ammers heeft ze in de gaten, geloof dat maar. Die
Han is met al z'n lievigheid zoo'n verschrikkelijke
egoïst. En Puck, al is ze op de verkeerde weg, een
schat van een vrouwtje. Het kon ook niet anders,
of het moest wel weer met haar in orde komen. Ze
verdiende het, omdat ze zoo standvastig was tegen
die Panatelli. Heelemaal niets voor haar, die
omgeving.
Nare man is dat, die Panatelli. Maar een kunste
naar. Ik heb altijd wel geweten dat er in de mode
iets van kunst zit. Maar nu is het me heelemaal
duidelijk geworden. Wat een costumes. Daar moet
je toch vrouw voor zijn om het zóó heerlijk en tot
in de finesses te kunnen begrijpen. Mannen kijken
meteen naar een snoezig figuurtje of zoo, maar ze
zijn niet edel genoeg om een costuum te zien als
iets levends, een vlinder of een kunstwerk of poëzie.
Dat zie je alleen als vrouw.
Het heeft natuurlijk zijn tegen, zoo'n modehuis,
en de oude mevrouw Coornvelt heeft niet heelemaal
ongelijk als ze het daar geen passende omgeving
voor haar dochters vindt en zich een beetje ergert
over allerlei. Maar zoo ver als die hark van 'n zuster
van Han behoef je niet te gaan. Een vrouw moe}
zich in deze tijd weten te kleeden, en een klein
protest tegen de Hollandsche hufterigheid is niet
overbodig.
Jammer dat ik nu niet weet of Puck kinderen
krijgt of niet. Wat een dotjes zouden dat zijn. Of
zou het wér mis gaan? Ik heb zoo'n angstig voor
gevoel, want ze heeft een moeilijk leven en een
ingewikkeld karakter, die Puck. Is dat niet als je
maan in Ariës staat, Berry? Maar dat zullen we
Hotel DUIN EN DAAL" - Bloemendaal
Rustige ligging modern comfort.
Speciale arrangementen voor langer verblijf
stellig te lezen krijgen in het vierde deel van De
Opstandigen. Bij elkaar is het al net zoo groot en
breed-gezien. of hoe jullie dat noemen, als De klop
op de deur. Ik begrijp niet wat je altijd aan die
flodders van Wallace vindt en altijd weer Fannie
Hurst verdedigt en over zulke rare boeken enthou
siast bent. Dit is toch het chte leven van de
menschen? Wat wil je nog meer. Litérature, c'est
la vie, heeft madame de Sévignégezegd. Maai?
daar lachen jullie om. ..."
Tot zoover ta,nte Janna. Zij is een lezer, en u is
er een en ik. Wij hebben zoo ieder onze eigen
meeningen en houden voet bij stuk. Maar als het
om evenredige vertegenwoordiging gaat, dan
zitten er honderd Tante Janna's in het literaire'.
parlement. En ik zou het niet eens tot een partij'
brengen. ;
Zwijgen wij dan, om aldus op het grootèzwijgen;
der vergetelheid te preludeeren. '
AAN
INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun
bijdragen een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.