De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 11 juni pagina 15

11 juni 1932 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2871 De Groene Amsterdammer van 11 Juni 1932 15 Economisch allerlei uit Duitschland door C. A. Klaasse Beleggers CR exporteurs, weest op uw hoede! Het f inancieele belang, dat ons land bij Duitsch land heeft, is op geen tientallen millioenen nauw keurig te berekenen, maar het komt er bij zulke cijfers op een paar millioen meer of minder ook niet aan; men kan, zonder al te ver van de waarheid af te zijn, het totale bedrag, dat lang- en kortloopende beleggingen (afgezien van normale handelscredieten voor warenleveranties) vertegenwoordigen, taxeeren op rond een milliard gulden. Dat beteekent dus, dat wij voor een 60 a 70 millioen jaarinkomen zijn aangewezen op den goeden gang van zaken bij onze Oosterburen; om nog maar te zwijgen van onzen export naar Duitschland, die dit heeft de sterke daling in de laatste jaren al heel duidelijk aan het licht gebracht toch ook heel gevoelig is voor fluctuaties in den welvaartstoe stand onzer klanten. Geen wonder dus, dat de ontwikkeling van de economische en f inancieele situatie in Duitschland door heel wat oogenparen ten onzent met belang stelling geobserveerd wordt. In den jongsten tijd is er voor zulk een observatie te meer reden omdat zich, geleidelijk of acuut, belangrijke wijzigingen vol trekken of althans de voedingsbodem voor mo gelijke veranderingen wordt gelegd. Zoowel de blijvende betaling van intrest op de Duitsche investeeringen, als de handhaving van den export naar Duitschland op het toch reeds sterk verlaagde niveau is voor een groot deel afhankelijk van het verloop van de samenstelling van de betalings balans van onzen debiteur en afnemer. Ongetwij feld spreekt ook de soliditeit van de debiteuren meer en meer mee; onze geldnemers zijn voor een deel gemeenten, die heel moeilijk de budgetaire eindjes aan elkaar kunnen knoopen, en Schacht heeft daarop zooeven nog met wel wat te veel nadruk gewezen ook de industrieele debiteuren zijn lang niet alle einwandfrei". Door de nog steeds voortschrijdende waardestijging van het geld is dat trouwens een euvel, dat allerminst tot Duitschland beperkt blijft, en dat, op de spits gedreven, eens tot een universeele Umschuldung" zou kunnen leiden. Typisch probleem voor den Duitschen debiteur blijft daarom het transfer vraagstuk. De Stillhalte is, openlijk althans, ook nimmer als een solvabiliteitsquestie der Duitsche banken beschouwd, maar als een deviezenvraagstuk, een probleen* dus dat de heele Duitsche Wirtschaft" aanging, niet alleen maar de banken, of zelfs in de eerste plaats de banken. Hoe staat het nu met de valutapositie, met de betalingsbalans dus? Deze heeft in de laatste jaren zeer sterke wijzigingen ondergaan. Duidelijk is daarbij gebleken hoezeer en hoe snel de handels beweging zich vermag aan te passen aan het keurs lijf waarin de overige posten" van de betalings balans haar dwingt. In 1928 nog voerde Duitsch land ruim Va milliard meer in dan uit, hetgeen, ondanks het feit dat herstellasten en dienst der particuliere" buitenlandsche leeningen eerder een exportoverschot noodig maakten, mogelijk was door de omvangrijke elders opgenomen nieuwe leeningen (kort en lang geld). In 1930 had de aanmerkelijk ingekrompen faciliteit om elders geld op te nemen de handelsbeweging al in een sluitende balans geforceerd; en in 1931, toen men practisch heelemaal geen crediet meer kon krijgen, integen deel enorme bedragen kort geld moesten worden terugbetaald, was er al een exportoverschot van ongeveer twee milliard. In rond drie jaar tijds was dus een invoeroverschot van een paar milliard verkeerd in een even groot uitvoerexcedent. En dat terwijl gedurende de helft van 1931 de herstelbetalingen waren komen te vervallen ! Nu is daarin, zooals ik zeide, een zekere automaHotel DUIN EN DAAL" - Bloemendaal Rustige ligging modern comfort. Speciale arrangementen voor langer verblijf tiek waar te nemen; de omvangrijke leeningen die Duitschland voor eenige jaren kon opnemen moesten wel leiden tot meer import dan export en op het oogenblik moet de export wel worden opge voerd en de import ingekrompen, wil het land aan zijn verplichtingen kunnen voldoen. Doch er zijn grenzen; wanneer het buitenland zich niet ver weerde tegen den Duitschen invoer, dan zou alles wel losloopen. Maar overal worden steeds hooger dammen opgeworpen, zoodat de bovenomschreven automatiek groote kans loopt in het gedrang te komen. In de tweede helft van het vorige jaar was het uitvoeroverschot per maand rond 200 millioen, per jaar neerkomend op 2,4 milliard dus. Daar er geen oorlogslasten te betalen waren en de dienst der particuliere lange leeningen ongeveer 900 millioen a l milliard vereischt, was er dus een flinke speelruimte, waaruit dan ook zijn betaald: de nostro-saldi vallend onder de Stillhalte-regeling, een deel der andere Stillhalte-credieten (vooral pondenvoorschotten), terwijl buiten de openlijke controle vallen de bedragen die zijn besteed om in het buitenland laag-noteerende Duitsche obli gaties in te koopen, hetzij door beleggers, hetzij door de debiteuren zelve. Men mag aannemen, dat zeer omvangrijke bedragen dien weg hebben gevonden,anders zou,gegeven de cijfers van de handels balans, de deviezenvoorraad van de Beichsbank sedert medio 1931 sterk moeten zijn aangevallen. Vooral sedert het begin van dit jaar echter is het uitvoeroverschot onder den druk der overal op komende protectie sterk ingekrompen, in April bedroeg het zelfs niet meer dan 57 millioen. Op basis van dat cijfer komt men tot een jaarlijksch overschot op de handelsbalans ad 085 millioen, dus nog eenige honderden millioenen beneden de som die noodig is om den dienst der buitenlandsche leeningen te bestrijden. Nu moet men hierbij niet vergeten, dat Duitschland maar een deel van zijn import de facto betaalt; immers de Devizenbewirtschaftungsstelle geeft maar voor rond 50 % van den import van het vorige jaar (basis-maand: October) deviezen of vrije" marken, alles wat meer ingevoerd wordt, betaalt men in Sperrmarken, zoodat dat niet op de betalingsbalans drukt. Anderzijds geven echter ook Duitsche exporteurs, voor zoover zij zich dat kunnen permitteeren en min of meer in strijd met de noodverordeningen vaak extra lange credieten. Met dat al moet dus de dienst der buitenlandsche leeningen, wanneer de handelsbalans er niet beter gaat uitzien, straks vastloopen, en vooral de regelmatige aflossing zal in den knel komen. Deze aanmerkelijke verslechtering van de han delsbeweging is n van de punten die, naar uit deze cijfers blijkt, terecht de belangstelling tot zich getrokken heeft. Dan is daar nog een tw,eede factor: de wijziging in de politieke constellatie tot nu toe culmineerend in de regeeringswisseling en a.s. Rijksdagverkiezingen. Hoezeer men in Duitsch land zelve deze gebeurtenissen van beteekenis acht, blijkt wel uit de meerdere dagen aanhoudende vrij sterke hausse op de aandeelenbeurs, gepaard gaande met groote belangstejling ook voor andere Sachwerte" huizen, grond enz. en een uitge sproken flauwe stemming op de obligatiemarkt. Een typische inflatie-mentaliteit dus. Inderdaad werd hier en daar gesproken over een beetje in flatie", het bezoek van Mc. Kenna aan Berlijn werkte daartoe mee, eveneens het gerucht dat Luther als Reichsbank-president zou worden vervangen door een wat meer inflatie-gezind functionaris. Typisch voor de beursstemming was het b.v., dat toen het aftreden van Luther werd ontkend onmiddellijk de koersen sterk inzakten. Dat de nieuwe regeering inderdaad aspiraties in deze richting zou koesteren lijkt allerminst waarschijnlijk. Het ligt veel meer in de nationale concentratie"-lijn om Duitschland door nog rigou reuzer economische afsluiting meer en meer autarchisch te maken, dan door valuta-experimenten te trachten den uitvoer op te schroeven, een uitvoer die toch door Frankrijk maar zou worden aange wend als argument voor de herstelbetalingen. En bovendien is iedereen in Duitschland er zich ten volle van bewust, dat, waar men ook het beetje" inflatie zou kunnen toepassen, dit ausgerechnet hier niet mogelijk zou zijn. De geschiedenis kent haar voorbeelden, en de man op de straat vergeet die niet snel. Als vandaag de markenkoers wordt losgelaten dan is binnen enkele weken de valuta geruïneerd, omdat iedereen zijn spaargeld on middellijk gaat uitgeven en de prijzen bij sprongen omhoog gaan. Natuurlijk moet men ook rekening houden met een niet-gewilde inflatie door niet-sluitende begroo ting enz., maar de nieuwe regeering schijnt in dat opzicht juist veel drastischer te willen optreden dan Brüning. Wat intusschen niet wegneemt fdat de flauwe stemming voor obligaties ook wel eens een anderen, meergemotiveerden, grond kan hebben. Reeds heeft Brüning bij noodverordening de rentevoet omlaaggeschroefd. Dat spelletje zou men wel eens kunnen herhalen of nu op de buitenlandsche leeningen toepassen. Hoe meer invloed, direct of indirect, Hitler krijgt, hoe grooter daarop dekanswordt. Ik citeer uit het bekende boek van Knickerbocker: Deutschland so oder so" uit een der weinige interviews die Hitler heeft toegestaan: Heute ist es für jeden klar, dass dieser Zinsfuss wirtschaftlich nicht mehr tragbar ist.... Ich bin berzeugt dass die internationalen Bankiers einsshen werden dass Deutschland unter einer nationalsozialistischen Regierung ein sicherer Anlageort ist, so sicher, dass ein Zinsfuss von rund 3% für Kredite bereitwilligst zugestanden werden wird." Niet dat wij ooit zoo maar bij decreet de rente voor buiten landsche leeningen ruwweg verminderen zouden, aldus gaat hij voort, o neen, het zou in vrijwillige overeenstemming met de crediteuren, en mede in hun belang, moeten geschieden! Waarschijnlijk net zulk een volkomen vrijwillige handeling als de Stillhalteovereenkomst! Trouwens, kan in gemoede een belegger van een obligatie die 30% staat blijvend een rente van 7% verwachten? Er is dus inderdaad in de jongste gebeurtenissen n op economisch n op politiek terrein aanleiding om met meer dan gewone belangstelling den gang van zaken bij onze Oosterburen te volgen. Er zijn vermoedens en verwachtingen gerezen die onge motiveerd zijn, maar het valt niet te ontkennen, dat er wel degelijk wijzigingen van beteekenis zijn ingetreden, die ook op onze beleggers en op onzen export kunnen terugwerken. Wiesbaden, 8 Juni. Spreekzaal Nogmaals: Filmtechniek Voorop ga, dat ik terdege onderscheid maak tusschen waardeering voor de klankfilm (en haar ma kers) en waardeering van de klankfilm, zooals zij in haar uiteindelijken vorm op het witte doek komt. En in de tweede plaats, dat ik de waarde van de kennis van de technische middelen en haar moge lijkheden voor de menschen-in-de-studio natuur lijk grif erken, omdat die menschen immers daarin hun werk-basis moeten vinden maar dat ik aan die waarde voor den receptieven tijdgenoot" slechts een, wat ik zou kunnen noemen, negatief belang toeken. Veronderstel, dat de productieve tijdgenoot" van den aanvang af volledig de technische klank film-middelen had gekend en de mogelijkheden ervan ten volle had_ doorgrond, en dat hij boven dien bij zijn productieven arbeid slechts hiernaar had gehandeld zonder eenig spoor van imitatie van een reeds bestaanden kunstvorm dan zou de kennis van die techniek voor den beschouwer mijns inziens overbodig zijn. Nu die ideaal-toestand na tuurlijkerwijze niet aanwezig was, heeft de be schouwer slechts in zooverre belang bij die tech niek-kennis, dat hij in staat gesteld wordt te onder scheiden waar de fouten in de conceptie-liggen en in hoeverre het werk stumperige, mechanische imi tatie" is, dus ,,in strijd met het karakter der klank film" (welke imitaties niemand sterker zal veroordeelen dan ik). Zoodat ik geloof, dat mijn meening en de reden slechts afwijkt van die van den heer Jordaan wat betreft de graad en de noodzakelijkheid van ken nis der technische middelen bij "onzen receptieven tijdgenoot." JOH. T. HULSEKAMP Bij Examens , blijft men kalm en helder, indien men vooraf Mjjnhardt's Zenuwtabletten gebruikt. _^ Koker 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl