De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 18 juni pagina 11

18 juni 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

m Kr V KENAARS itderkunst - Odillon Redon lack Hamel bij Vecht Officier, détail uit *m Breda" ifeeft gezien die kunst voor onze oogen e doen leven. Die kunst waarin ook fe drie-eenheid Greco-Velasquez-Goya «B plaats heeft. Wie deze drie-eenheid toot schouwt hél de schilderkunst, asséet a venir", roept prof. Luns othousiast uit. Hen te leeren kennen i hun eigen land, het moet wel voor a tinten, door 's schrijvers vurig (ttfchousiasme geïnspireerd zijn een bartewensch worden. Spanje moet voor i«B wel hét gedroomde land van het omstzinnig toerisme par excellence Voeden, zooals Italiëdat reeds eeuwen a. Bat zal het tóch, ook voor anderen, ^oov den Hollander in het algemeen, «oeten worden . .. Het kan geen wintig jaar meer duren . ..", meent jeae kunstkenner.. . . ook voor hen Jle meenen al de tonen van violen en uarpen, fluiten en bazuinen te kennen, ^eeffc het Spaansche orgel nog registers \et dreunende accoorden die geen oor *eft gehoord." Litho's van Odtlon Redon bij Santec Landweer, Amsterdam lij Santee Landweer valt op het ^enblik een fraaie collectie litho's ?>.n dien wonderlijken en fijnzinnigen droomsr Odilou Redon te zien. Naast de meer bekende, zooals de Moerasbloem, die vreemde, eenzame, spook achtige belichte plant, waarvan uit de neerhangende bloemkelk de vor men van een vrouwengelaat opdoe men, en het Meisjeskopje met de achter het haar wegschemerende bloe men (men vindt er hier ook een zeld zame en prachtig-tonige afdruk in een gedekt steenrood van), kan men hier minder bekende bladen bewon deren, zooals o.a. een,- zijn boog spannende Centaur op een rots, een Parsifal en een Brünhilde-kop (uit den tijd dat Redon door Wagi ner's kunst geïnspireerd werd). Enkele van de schoonste litho's behooren tot het album dat de artist eertijds onder den titel Hommage a Goya" liet verschijnen. Ik noem van hen: la Déesse de l'intelligible au profile se v ere et dur", een vrouwen profiel dat herinneringen oproept aan Oauguin's nobele, strenge en toch oneindig lieflijke Tahitiaansche schoon heden. Jack Hamel bij Vecht. Amsterdam Dat Jack Hamel niet bang is voor sterke kleur, men wist het reeds uit de wijze waarop hij, manne lijk en cordaat, in zijn doeken met de bergstadjes, havens, enz. aan de Middellandsche zeekust (werk dat men reeds op vorige tentoonstellin gen zag) op die kleur afging. Deze durf, den Hollandschen schilder over het algemeen niet eigen, heeft onge twijfeld een goede zijde, een zijde die bij het werken in streken waar b.v. het blauw van lucht en water in derdaad onmiskenbaar blauw is, op den voorgrond treden kan. Al zal ook daar de slechte zijde van dien durf, een j zijde die aan harde nuchter heid, aan onge voelige cru-heid grenst, soms een gevaar beteekenen en het werk schaden. Aan dat gevaar is Hamel in dat oudere werk m.i. niet altijd ontkomen. De schilder werkt de laatste jaren wederom in ons land. Hij , schilderde er o.a. Amsterdamsche stadsgezichten en havengezichten. Hij vindt hierin, naar het mij voor komt, niet altijd voldoende moge lijkheden om van genoemden durf te getuigen. Van daar dat hij dit getuigen dan wel eens forceert en b.v. een doek als het IJ een blauw hardhandig op dringt met een blauw is blauw, vooruit er mee ! Velasquez, Zelfportret, détail uit De Hofdames''' De inslag van het stille beschouwen en van den droom ontbreekt in Hamel's schildertalent te zeer dan dat hij atmosferische stemmingen in zijn werken, zonder direct ook een tegen wicht te bieden, zou kunnen vervol gen en weergeven. Onder de nieuwste werken treft men enkele groenten-stillevens aan en een paar groote naakten, waarvan ik dat van een negerin vooraan noem, mede omdat die durf in de kleur, die ik niet altijd be wonderen kan. hier minder gelegenheid krijgt zich te openbaren. Een van de beste stukken schijnt mij het portret van het Indisch jongetje in een hobbelstoeltje. Hier vormen de ferme, frissche, eenvoudige kleur-noten van de kleertjes en de entourage een aardig en harmonisch contrast met het mat-bruine teint en de donkere oogen van het stevige ventje. » A. E. VAN DEN TOL Goya y Lucientes, 5 Mei 1808

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl