De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 18 juni pagina 2

18 juni 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 18 Juni 1932 No. 2872 Mr. D. A. Delprat over Indië's nood De directeur van de St.-Mij Nederland** bespreekt de verbinding over water en door de lucht tusschen Nederland en Indi Onder de groote bedrijven, die hoofdzakelijk afhankelijk zijn van de welvaart der NederlandBche gebieden over zee, neemt de scheepvaart een bijzondere plaats in. Het feit, dat men, voorloopig nog, Indiëpractisch gesproken alleen kan bereiken door een zeereis van enkele weken, maakt, dat ieder Indischman levendig belang stelt in het wel en wee, vooral van de twee voornaamste maat schappijen, die in geregelden vracht- en passagiersdienst op Indiëvaren, de Stoom vaart Maatschappij Nederland" en de Botterdamsche Lloyd". De namen der schepen zijn gemeengoed; het Indisch publiek verheugt zich over iedere nieuwe aanwinst der vloot; met kapiteins, officieren en het admini stratief personeel wordt op den duur vaak vrij hechte vriendschap gesloten en zoo leeft het scheep vaartbedrijf meer dan welk ander ook, in het hart van de duizenden, die zich banden smeedden met Insulinde. Zooals welhaast overal elders, dreigt ook bij de Indische reederijen het wee" het wel" te zullen gaan overstemmen en de heer Delprat vertelde, dat er vooreerst niet veel uitzicht, was op een gunstige keer. Dat. kan ook moeilijk anders. Zoowel de cijfers der uit- als der thuisvrachten zijn enorm achteruitgeloopen. De cultures en de andere bedrijven in Indiëstaan er stuk voor stuk allen even slecht voor en de terugslag hiervan op het scheepsvervoer kon niet uitblijven en is thans zeer gevoelig merkbaar. Hoe naar de rubbercultuur er aan toe is behoef ik ,u niet te vertellen: de Europeesche onder nemingen, die nog in tap zijn, worden steeds kleiner in aantal en de inlandsche rubbercultuur ondervindt evenzeer den invloed der lage prijzen; in de suikerindustrie zal eerlang ongeveer de helft der ondernemingen gesloten zijn; bestellingen van machinerieën komen thans slechts sporadisch voor; het vervoer van katoentjes is door de felle en succesvolle concurrentie van Japan sterk teruggeloopen en zoo zouden er nog meer crisis factoren zijn aan te wijzen, die allen even afbrokke lend werkten op het scheepsvervoer. Ook de groote zuinigheid, die het Indische GouTsernement en de locale ressorten thans moeten betrachten bij het doen van bestellingen van materieel uit Europa b.v., doen de uitvrachten dalen. Deze laatste vooral zijn dan ook buitenge woon teruggeloopen, nog meer dan de thuis vrachten, waarbij men tenminste niet verder dan -ongeveer tot het peil van 1913 is afgezakt. fiét passagiersvervoer geeft evenmin een op wekkend beeld te zien. Het aantal passagiers van Europa naar Indiëis het sterkst geslonken en hoewel we thans berichten krijgen, dat de toeloop voor 2e en speciaal ook 3e klasse passage van Indiënaar Europa vrij groot is, stemt ook dit laatste verschijnsel eerder eenigszins somber. Deze passagiers voor Europa zijn immers bijna geen van allen verlofgangers, die we dus na korten tijd weer naar Indiëterug mogen vervoeren, maar voor goed repatrieerenden, ontslagenen, werkloozen, voor wie de kans verkeken is binnen afzienbaren tijd weer een positie in Indiëte be machtigen. Om onder deze omstandigheden het bedrijf zoo goed mogelijk gaande te houden, zijn bijzondere maatregelen noottig geweest en nog steeds noodig en wordt een bekwaam zeemanschap" van de reederij-directies verlangd. Zoo hebben de'?Neder land" en de ,,Lloyd" het aantal mailschepen verminderd en zijn zij ertoe overgegaan gezamen lijk elke drie weken sïechts twee passagiersschepen te laten vertrekken, in plaats van drie. * * v * Het streven is er verder op gericht den inkomsten kant zoo goed mogelijk te verzorgen. Dit geschiedt thans niet zoozeer door b.v. nieuwe lijnen te openen de tijden zijn er .niet naar zich in nieuwe ge bieden te gaan invechten maar door op de vanouds bevaren lijben het rendement zoo hoog mogelijk op te voeren en tevens verscheper en passagier een uitstekende service" te geven. Aan beide laatstgenoemde criteria, hoog rende ment, goede service, kan alleen voldaan worden omdat men zeer modern geoutilleerd is. Het is geloof ik niet te boud gesproken, aldus de heer Delprat, wanneer ik zeg, dat het wellicht onmogelijk zou zijn de toekomst nog met zooveel vertrouwen tegemoet te zien, wanneer de reederijen op Indi niet beschikten over de in de allerlaatste jaren gebouwde vloot van snelle, moderne motorschepen. Ook de geheele organisatie der kantoren voldoet aan hooge eischen, terwijl de staf en het overig personeel niet slechts over groote ervaring beschikt, maar ook op toegewijde wijze het werk verricht. Niet alleen aan de inkomsten wordt voort durend aandacht besteed: hetzelfde geldt voor de uitgaven, die steeds nauwlettend gadegeslagen worden. De Hollandsche scheepvaartmaatschap pijen zijn er in geslaagd, op die uitgaven zeer belangrijk te besnoeien. Kosten van reparatie en onderhoud, van het laden en lossen der schepen, advertenties en reclame e. d. zijn alle tot het uiterste gedrukt. Het loonpeil voor Nederland, na Amerika het hoogste in de wereld, baart uit den aard der zaak groote zorgen. Geleidelijke aanpassing zal onvermijdelijk zijn. Een drukkende post op het uitga venbudget vormen ook de haven en loodsgelden, die in den regel aan den Staat en andere openbare lichamen betaald moeten worden, en die slechts bij uitzondering eenige vermindering hebben ondergaan. De ongunstige financieele omstandigheden van Indiëzijn er de oorzaak van, dat deze kosten in dat land nog nergens verlaagd zijn. Herziening van deze uit gaven zal niet achterwege kunnen blijven. Het is van algemeene bekendheid, dat in het buitenland verschillende reederijen zwaar door subsidies van den Staat gesteund worden. Dat dit de concurrentie van de Nederlandsche scheep vaart niet gemakkelijker maakt, behoeft wel nauwelijks gezegd te worden. Natuurlijk is ook door de reederijen op Indi personeel ontslagen moeten worden, ofschoon niet in die mate als bij vele andere scheepvaartconcerns. Wie in onze havens het angstwekkend aantal opgelegde schepen ziet, zal niet aan den indruk kunnen ontkomen, dat de toestand in de scheepvaart inderdaad slecht is en geheel hiermede in overeenstemming is, dat de werkloosheids cijfers voor de zeelieden in verhouding het ongun stigst zijn. Een groot aantal jonge officieren, machinisten en ook veel lager personeel loopt zonder werk rond, zonder dat er eigenlijk uitzicht bestaat, dat deze menschen spoedig weer aan den slag kunnen komen in het bedrijf, waar ze voorheen hun levensonderhoud verdienden. Want dat in de naaste, en zelfs in een iets meer verwijderde toekomst een opleving in de scheepvaart te ver wachten is, zal wel niemand durvea voorspellen, zoomin als het eigenlijk in het algemeen mogelijk is voorzeggingen te doen omtrent een eventueel herstel of het verdere crisïsverloot>. In deze serie interviews, over Indië's Nood, van onzen medewerker voor Indische zaken K. W. Ij. Bezemer, ver schenen bijdragen van Dr. M. Colijn, Minister van Staat, Raden Mas Noto Soeroto en Ond-Gouvcrneur van der Jas;t. Deze week is Mr. D. A. Delprat, Directeur van de St.-Mij Slederland" aan het woord. In de volgende nummers zullen Mr. A. M. Joekes, lid van de Tweede Kamer, Vrof. Mr. A. S. Oppenheim, CJ. J. W. Putman Cramer en J. E. Stokvis, oud-lid van den Volksraad, hun meeningen geven. De toestand in de scheepvaart op Indiëhangt geheel af van dien der groote cultures en bedrijven ginds en men kan slechts verzekeren^ dat de voor naamste reederijen op hun hoede blijven, gereed om van het kleinste gunstige briesje te profiteeren., In dit verband moge tenslotte nog opgemerkt worden, dat de beteekenis van liet verkeer door de lucht met Indiëook door de scheepvaart maatschappijen wordt ingezien. Ruim een jaar geleden verscheen dienaangaande een communiqué, dat ook door de dagbladen verspreid werd en waarin werd uiteengezet, dat de waarde vooral van het luchtschip voor een sneller vervoer van passagiers naar en van Indiëniet ontkend kon worden en dat het vraagstuk in zijn geheel in ernstige studie was genomen. De aandacht voor dit onderwerp is intusschen niet verslapt, al blijven daden voorloopig wellicht nog achterwege, ook al omdat met den bouw van groote, veilige luchtschepen zeer belangrijke sommen geld s zijn gemoeid. De hoofdzaak is, dat de Indische scheepvaart maatschappijen willen voorkomen, dat zij op luchtvaartgebied voor onaangename verrassingen zouden komen te staan. De spoorwegen, die in zoovele landen ernstig bedreigd werden en worden door het met sprongen toenemend autoverkeer, leveren in dit opzicht een leerzaam voorbeeld van de nadeelige gevolgen, die in dergelijke gevallen uit. een afwachtende houding voor verkeersondernemingen kunnen voortvloeien. Op het terrein van de luchtverbinding met Indië, vooral door middel van luchtschepen (de vliegmachine beschouwt de heer Delprat vooral van belang voor het postvervoer) dragen de groote Indische reederijen van den beginne af zorg, dat zij wat de Engelschman zoo kernachtig noemt: have a finger in the pie". iRLANGT BIJ UWEN WIJNHANt EN IN UW RESTAURANT: CHAMPAGNE KRUG&CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITs! Tentoonstellingen Kunsthandel van Meurs, Amsterdam. Oud-russische iconen. Tot 18 Juni. Kunsthandel Huinck en Scherjon, Amsterdam. Schilderijen door Vincent van Gogh, J. B. Jong kind en Floris Verster. Tot 18 Juni. Kunstzaal Vecht, Amsterdam. Beeldhouwwerken van Moissi Kogan. Tot 19 Juni. Kunsthandel Vecht, Amsterdam. Schilderijen van Jack Hamel. Tot 22 Juni. GIDDING ITUYNENBURG MUYS| ISCHILDEDSI

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl