Historisch Archief 1877-1940
APANSC
Nippori* - Ee\
Rembrand
rtr
?
Bioscopy doo.
'-C.
i
Het is met de Japansche filmkunst" een ietwat ge wrongen en gecompliceerd geval.
Wij verwachten er zoo door de jaren heen nu eenmaal iets bijzonders van wat, dat
was onszelf niet heelemaal duidelijk. Een vaag idee van exotiek van chrysanten en
geisha's en lakwerk en zoo maar daarbij ook een oorspronkelijke wijze van
fihnhanteering.... liefst een beetje primitief. Vermoedelijk berustte dit laatste op
onze eveneens zeer onbestemde notie van het oer-oude, klassieke Japansche
tooneel: de Kabuki, met zijn hiërarchische wetten en gebruiken.
Inmiddels werkt in Japan een Zeer actieve filmindustrie, die op volmaakt
modernen grondslag is opgebouwd. Deze is samengetrokken in twee groote
concerns: de Nikkatsu en de Soetsiku, die elkaar een royale concurrentie
aandoen zoo iets als de Paramount en de UFA.... of meer nog als
de Sovkino en de Meschrabpom. Beide zijn kolossale ondernemingen
met voortreffelijk geoutilleerde studio's en een staf van duizend mede
werkenden, een slordige vijftig regisseurs inbegrepen. Het laat zich
begrijpen, dat een dergelijke productie, zoo kennelijk naar Russisch
en Amerikaansch voorbeeld georganiseerd, zich niet den tijd verdrijft
met beminnelijke primitieve" avant-garde experimenten, doch een
vast zij het ook schuin oog, gevestigd houdt op het groote publiek
en de kassa. En het laat zich begrijpen, dat de eerste kennismaking
A, _ ?*j«?i
met de Japansche film nu eenige jaren geleden op een bittere > ___
teleurstelling onzerzijds moest uitloopen. Zeker de Geisha's en de chrysanten
en het lakwerk.... het was alles aanwezig, doch het herinnerde meer aan Puccini dan aan Hokusai.
Met ontgoochelde blikken keken wij naar dezen opera-stijl en nog pijnlijker trof ons het
geheid-westersehe tooneelgedoe. Maar wat ons curieus genoeg het meest hinderde, was de perfecte camera- en
montagetechniek.... wat drommel, waar bleven de primitiviteit" en de Kabuki en de Japansche prent? !
Met dat al waren wij onbillijk en nu wij beter op de hoogte zijn met Japansche filmtoestanden
oordeelen wij allicht wat milder en stellig juister. Immers, waarom zou het Land van de Rijzende Zon en den
Ryzenden Invloed in alles sociaal, economisch, politiek en strategisch gesproken de westerscho
cultuur aanhangen en alleen voor de film een archaisch-folkloristische uitzondering maken? Japan is
modern georiënteerd en het schaamt er zich geenszins voor integendeel! Dit land, dat weliswaar
den cultus van zijn Shogun en Samurai hooghoudt, doch overigens voetbalt, pantserkruisers bouwt en
typistetjes fokt als de meest geavanceerde westersche staat, dacht er niet aan iets zoo modems als de
film als vijftiende-eeuwsch primitief ritueel te gebruiken. Per slot van rekening volkomen terecht !
Bij de monografie van N. Kaufmann The Japanese Cinema" heeft niemand minder dan Eisenstein
ons aller vergissing gestipuleerd, door in een merkwaardig naschrift er den Japanners een verwijt van te
maken, dat hun filmkunst zoo weinig origineel is en met name zoo weinig geïnspireerd op het
klassieknationale tooneel, de Kpjbuki. Hoe nu? riep de Japansche filmcriticus Y. Ogino uit, in het essay
Filmcriticism in Japan", waarmede hij den Russischcn regisseur van repliek diende. . . . Hoe nu? Gij en
nota bene juist gij, Eisenstein ! verwijt ons de film van het tooneel gescheiden te houden, terwijl gij
1
in woord en daad bij uw ei
van ons verlangen, dat
noodeloos met de came
en Stanislawsky een stra
Inderdaad het was
verlangen. Japan is fih
westersch model. Ook de
beteekenis kan hebbe
Tokio worden beh*
critische periodiel
Hyóron, die a!
industrie ho
dergelijk i
Europees'
zelf het i
Dit alle
verrijking
is te deze
absurd wa
esperanto '
E*.>- ABfc^^B^F'l"^^^^,'~w~""" nationaal
van eigc
en nu
Sla vil
Waru
dan me
van Ilokusai te
een voortreffelijke
om het materiaal te
als film. Wanneer
ensccneeriiig) en d
gelden, dan hangt
een verrijking der
Na al deze o
deereri, dat zi
J| ^^^^^^^^^^^^^^^^f Jnpansehe film
?|j^l^miimBHii^^^^ trilogie drie
f honderd en enkele
. -r ? in herkennen.
Baar is in de eerste plaats een moderne technici
onmiskenbaar op Amerika in zijn levendige montage
moeite deze filmkarakteristiek welke ons zoo vertrouwd
camera en de soms duizelingwekkende beeldwisseling
de antieke shamisen of n-snarige guitaar en het J
Maar eenmaal hieraan gewend, geniet de filmbelang?
staal van Japansche filmkunst.
J Iet beste en naar onze westersche begrippen het m
de episode van het familie-zwaard uit 1500. Er zit in
techniek, welke het afgezien van alle japonaiserie
in voor, die in hun flitsende vaart aan Eisenstein's ,,Ti
is alleen reeds daardoor voor ons genietbaarder dan
monotoon uit plichtplegingen en gevechten is samenge
wel een interessante documentair vormt van het mode
de Amerikaanschc serie-film met den braven jongen uit
Onze volle aandacht gaat in de beide eerste deelt
uitbeelding der acteurs en de daarbij behoorende geluids
wijze naast de leer: tientallen eeuwen Kabuki of na
grafische tooneelreproductie sprake is. Wij aanschouwe.