De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 25 juni pagina 10

25 juni 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

APANSC Nippori* - Ee\ Rembrand rtr ? Bioscopy doo. '-C. i Het is met de Japansche filmkunst" een ietwat ge wrongen en gecompliceerd geval. Wij verwachten er zoo door de jaren heen nu eenmaal iets bijzonders van wat, dat was onszelf niet heelemaal duidelijk. Een vaag idee van exotiek van chrysanten en geisha's en lakwerk en zoo maar daarbij ook een oorspronkelijke wijze van fihnhanteering.... liefst een beetje primitief. Vermoedelijk berustte dit laatste op onze eveneens zeer onbestemde notie van het oer-oude, klassieke Japansche tooneel: de Kabuki, met zijn hiërarchische wetten en gebruiken. Inmiddels werkt in Japan een Zeer actieve filmindustrie, die op volmaakt modernen grondslag is opgebouwd. Deze is samengetrokken in twee groote concerns: de Nikkatsu en de Soetsiku, die elkaar een royale concurrentie aandoen zoo iets als de Paramount en de UFA.... of meer nog als de Sovkino en de Meschrabpom. Beide zijn kolossale ondernemingen met voortreffelijk geoutilleerde studio's en een staf van duizend mede werkenden, een slordige vijftig regisseurs inbegrepen. Het laat zich begrijpen, dat een dergelijke productie, zoo kennelijk naar Russisch en Amerikaansch voorbeeld georganiseerd, zich niet den tijd verdrijft met beminnelijke primitieve" avant-garde experimenten, doch een vast zij het ook schuin oog, gevestigd houdt op het groote publiek en de kassa. En het laat zich begrijpen, dat de eerste kennismaking A, _ ?*j«?i met de Japansche film nu eenige jaren geleden op een bittere > ___ teleurstelling onzerzijds moest uitloopen. Zeker de Geisha's en de chrysanten en het lakwerk.... het was alles aanwezig, doch het herinnerde meer aan Puccini dan aan Hokusai. Met ontgoochelde blikken keken wij naar dezen opera-stijl en nog pijnlijker trof ons het geheid-westersehe tooneelgedoe. Maar wat ons curieus genoeg het meest hinderde, was de perfecte camera- en montagetechniek.... wat drommel, waar bleven de primitiviteit" en de Kabuki en de Japansche prent? ! Met dat al waren wij onbillijk en nu wij beter op de hoogte zijn met Japansche filmtoestanden oordeelen wij allicht wat milder en stellig juister. Immers, waarom zou het Land van de Rijzende Zon en den Ryzenden Invloed in alles sociaal, economisch, politiek en strategisch gesproken de westerscho cultuur aanhangen en alleen voor de film een archaisch-folkloristische uitzondering maken? Japan is modern georiënteerd en het schaamt er zich geenszins voor integendeel! Dit land, dat weliswaar den cultus van zijn Shogun en Samurai hooghoudt, doch overigens voetbalt, pantserkruisers bouwt en typistetjes fokt als de meest geavanceerde westersche staat, dacht er niet aan iets zoo modems als de film als vijftiende-eeuwsch primitief ritueel te gebruiken. Per slot van rekening volkomen terecht ! Bij de monografie van N. Kaufmann The Japanese Cinema" heeft niemand minder dan Eisenstein ons aller vergissing gestipuleerd, door in een merkwaardig naschrift er den Japanners een verwijt van te maken, dat hun filmkunst zoo weinig origineel is en met name zoo weinig geïnspireerd op het klassieknationale tooneel, de Kpjbuki. Hoe nu? riep de Japansche filmcriticus Y. Ogino uit, in het essay Filmcriticism in Japan", waarmede hij den Russischcn regisseur van repliek diende. . . . Hoe nu? Gij en nota bene juist gij, Eisenstein ! verwijt ons de film van het tooneel gescheiden te houden, terwijl gij 1 in woord en daad bij uw ei van ons verlangen, dat noodeloos met de came en Stanislawsky een stra Inderdaad het was verlangen. Japan is fih westersch model. Ook de beteekenis kan hebbe Tokio worden beh* critische periodiel Hyóron, die a! industrie ho dergelijk i Europees' zelf het i Dit alle verrijking is te deze absurd wa esperanto ' E*.>- ABfc^^B^F'l"^^^^,'~w~""" nationaal van eigc en nu Sla vil Waru dan me van Ilokusai te een voortreffelijke om het materiaal te als film. Wanneer ensccneeriiig) en d gelden, dan hangt een verrijking der Na al deze o deereri, dat zi J| ^^^^^^^^^^^^^^^^f Jnpansehe film ?|j^l^miimBHii^^^^ trilogie drie f honderd en enkele . -r ? in herkennen. Baar is in de eerste plaats een moderne technici onmiskenbaar op Amerika in zijn levendige montage moeite deze filmkarakteristiek welke ons zoo vertrouwd camera en de soms duizelingwekkende beeldwisseling de antieke shamisen of n-snarige guitaar en het J Maar eenmaal hieraan gewend, geniet de filmbelang? staal van Japansche filmkunst. J Iet beste en naar onze westersche begrippen het m de episode van het familie-zwaard uit 1500. Er zit in techniek, welke het afgezien van alle japonaiserie in voor, die in hun flitsende vaart aan Eisenstein's ,,Ti is alleen reeds daardoor voor ons genietbaarder dan monotoon uit plichtplegingen en gevechten is samenge wel een interessante documentair vormt van het mode de Amerikaanschc serie-film met den braven jongen uit Onze volle aandacht gaat in de beide eerste deelt uitbeelding der acteurs en de daarbij behoorende geluids wijze naast de leer: tientallen eeuwen Kabuki of na grafische tooneelreproductie sprake is. Wij aanschouwe.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl