De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 25 juni pagina 11

25 juni 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

i: HE FILM ) Filmtrilogie theater .J. Jordacm i collega's dit principe hartstochtelijk aanbeveelt ? Gij zoudt ij een zoo in zich zelf volmaakte kunst als onze Kabuki gingen parafraseeren, terwijl gij voor uw eigen Meyerhold 'e omloopt ja zelf s uw eigen prominente acteurs mijdt ? ! ia. Eisenstein en van ons allen een onredelijk en onlogisch gaan maken zooals het kanonnen maakt naar zuiver 'ee, dat deze nieuwe uitdrukkingsvorm een eigen artistieke loopt volkomen met de westersche opvattingen parallel. In re de tallooze movie-magazines, niet minder dan drie film?. uitgegeven: de Kinema-Jumpo, de Eiga-Orai en de Eigaliet principe eener oorspronkelijke filmkunst tegenover de louden. Het ware wel zeer naief te verwachten, dat uit een ieu producten zouden voortkomen, die misschien voor onze -? oogen belangwekkende curiosa zouden zijn, doch op zich xcipe der moderne film totaal zouden miskennen. ?leemt niet weg, dat de Japansche film een aanzienlijke orde filmkunst in het algemeen kan beteekeneu. Meermalen >laatse beweerd, dat een internationale" filmkunst een lenkbeeld is en slechts een stumperig soort cinegraphisch voorschijn zou kunnen roepen. De waarlijk sterke film is ontleent haar kracht aan de atmosfeer en de karakteristiek jodem. De Russen hebben bewezen de modernste cameratgetechniek te kunnen voeren en nochtans in hart en nieren en zelfs Sovjet-Russisch te zijn. r wij dus met belangstelling de Japansche film naderen, en wij afstand doen van het idee een fotografische houtsnede len bewonderen. Wij moeten ons vóór alles prepareeren op ?.hniek van voortreffelijke vaklieden en daarbij een poging, nteeren in overeenstemming met zijn karakter.. .. d.w.z. oh dan het nationale milieu (mits niet in Butterfly"nationale traditie (mits niet als foto van de Kabuki) doen et slechts van de kunstzinnige intuïtie af of het product 'tonkunst beteekent ja, dan neen. ?wegingen valt het van de Nederlandsche TJFA te waarns in de gelegenheid stelt met specimina der moderne anis te maken. Het geschiedde ditmaal in den vorm eener soden uit Japan's historie, respectievelijk duizend, vijf3n geleden. Men zal er veel van het hierboven geschrevene .e in zijn klare, koele belichting en groote beweeglijkheid > Rusland geïnspireerd is. Men heeft aanvankelijk eenige het ge-Fairbanks van den hoofdspeler, de schuivende ?3 associeeren met de eerbiedwaardige legende der Samurai .nsche abakadabra, dat het klankapparaat voortbrengt, ende volop van een interessant en dikwijls zeer geslaagd b te waardeeren, lijkt mij zonder twijfel het tweede deel, . fragment een levendigheid van bouw en een variatie van i een zeer goed stuk film maken. Er komen gevechtsscènes Dagen" en Pudowkin's Petersburg" doen denken. Het eerste episode van vóór het jaar 1000, die wat al te ld. Ook overtreft het de laatste film Wereldstad", die Japan, doch overigens een vrij platte navolging is van ier, het zoete meiske en de Lew-Cody marqué. niettemin naar het zuiver Japansche element, zijnde de atage. Hier toch handhaaft zich de natuur op interessante aaal theater doen zich gelden, zonder dat van een foto ier een merkwaardige reactie op gevoelens en impulser. die zich uit in plotselinge, rukkende bewegingen en schifÖerachtige standen. Het is een wonderlijk conglomeraat van pantomime en ritueelen dans stijlvol, zeer bewogen en oorspronkelijk. De jonge held, die het familie-zwaard voor den vader zijner geliefde veroverde, doch door dezen bedrogen werd, keert terug om zich te wreken. Deze entree is buitengewoon curieus: De held verschijnt in de deurope ning voor de verschrikte familie en blijft een oogenblik onbewegelijk staan. Dan een.... twee.... drie snelle, schrijdende passen. Opnieuw blijft hij staan.... wijdbeens.... hoofd gebogen... hand aan het lange zwaard. Opnieuw twee zig-zag passen.. .. andermaal stilstaan. Ku is het heele boven lichaam gebogen en het hoofd keert zich met gestyleerde, wajangachtige rukken naar de verschillende personages. Dit is een wonderlijke confrontatie, die met niets te vergelijken is vreemd en ongewoon als de figuur uit oen exotischen dans, doch even boeiend en overtuigend. Opmerkelijk is bij dit alles de vocale illustratie, die soms den indruk maakt van radde, snelle spreektaal andermaal den leek doet vermoeden hier te doen te hebben met de diepe, gestyleerde keelklanken van de Kabuki. Aldus zien wij in deze belangwekkende proeven van Japansche filmkunst de combinatie van een sterk. nationaal atavisme en een geperfectioneerde moderne techniek de zuivere en logische weerspiegeling van het filmleven in het jonge Japan. Geen idyllische verbeelding van een prentjes-Nippon, doch de cinegraphische manifestatie van het Land van de Rijzende Zon, van den Rijzende Invloed en den Rij zenden.... Schijnwerper! llnckhcxiirrkins; Klaar achter?" door J. B. Ur/es (Nono). Andrics Blitz, Amsterdam. In ons land, dat het land van Justus van Maurik, Rido en Kees Pruis is, was Nono een der slechtste nog in leven zijnde grapjassen. Dat de heer J. B. Uges intusschen als zakelijk waarnemer en. wat men dan toch noemt, smakelijk verteller een aardig boek over spoorwegen en treinen heeft geschreven is een des te prettiger verrassing. Het dikke boek, dat ons wegwijs maakt in het geweldig organisme dat het spoor" heet, is een genoegelijk en leerzaam document, zér volledig, zér zakelijk, zér ter zakekundig en niettemin zér leesbaar. Het is reportage van de goede soort. De couleur personelle van Nono's blijkbaar onverwoestbare gijn nemen wij op den koop toe. Het voorwoord. geschreven door de directie der Nederlandsche Spoorwegen" (welke plaatskaarten-heros verschuilt zich achter deze ontzagwekkende titulatuur?) is een meesterstukje op het gebied der gemeen plaatsencompositie. Maar de schrijver behoeft daar niet al te droevig om te zijn. Hij kan' beter ??^. K. KLJAS schrijven dan de directie."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl