Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 25 Juni 1932
15
Suikerzoete suikeroppositie
IBr
fr"
door C. A. Klaasse
«,M4
5'
Ki*, v
11Samenwerking op nationaal terrein
Men. kan over de theoretische waarde van het
Chadbeurne-plan van opinie verschillen, dat het de
Suikerindustrie uit het moeras heeft getrokken zou
niemand durven volhouden. Wat natuurlijk ook
^eet niet wil zeggen, dat zonder dit plan de situatie
niet nog beroerder zou zijn; sedert de aanneming
van het plan toch is de suikerprijs met rond 40
pCt. opgeloopen om pas daarna weer met 50 pOt.
?te dalen. Misschien zou dus de suikerprijs op het
oogenblik nog lager zijn wanneer geenerlei restrictie
zou hebben plaatsgevonden. In dit verband moet
men zich intusschen wel realiseeren dat, waar
blijkbaar de nu geldende prijs een zeer belangrijke
natuurlijke" beperking van de aanplant tenge
volge zal hebben, waarschijnlijk dat effect anders
Verleden jaar al zou zijn bereikt. Zoodat de objec
tieve beoordeelaar inderdaad aan genoemd
Chadbourne-plan niet te veel waarde kan toekennen.
"Wat intusschen niet wegneemt dat dit weinig
gunstige resultaat niet of maar tot een zeer gering
deel is toe te. schrijven aan de zwakke stee welke
Ae critici van het plan daarin destijds meenden te
moeten aantocnen. De productie der outsiders"
is weliswaar wat toegenomen, maar toch niet in die
mate dat daaraan de mislukking van den opzet van
liet plan geweten kan worden. Hoofdzaak is: de
verdere teruggang van de consumptie, die sneller
voortschreed dan men destijds had verwacht. Het
.plan hoeft dus niet principieel fout te zijn, reeds
«en gradueele misrekening kon den huldigen toe
stand in het leven roepen.
Ook in ons land is het internationale
suikerbeperkingsplan onderwerp van zeer heftige
gedachtenwisseling geweest en de Indische regeering
heeft heel wat critiek ontmoet op haar gestie van
ingrijpen in het vrije bedrijfsleven. Ik rakel deze
geschiedenis van het Chadbourneplan nog even
op omdat juist dezer dagen het scherm is opgegaan
voor de epiloog, of misschien eerder de entreacte
in dit spel. De heftigste tegenstandster van de
toetreding van Java tot het plan der
Amerikaansche verraders van de gemeene zaak, en van de
actie van de Indische regeering in het bijzonder,
was destijds de Nederlandsche Indische Handels
bank en de met haar gelieerde Nederlandsch
Indische Landbouw Mij. In de pers en in eenige
pamfletten heeft de N.I.H.B. zich teweer gesteld
en de argumenten opgesomd welke h.i. pleitten
tegen de toetreding van de Java-suikerindustrie.
Die argumenten waren vele, maar de roode draad,
welke door het geheele betoog liep, was toch wel
deze: laat men het vrije spel van economische
krachten rustig zijn gang gaan, de Java-industrie
behoort tot de goedkoopst werkende en dus econo
misch krachtigste producenten ter wereld, zoodat
zij voorbestemd is om uit de struggle for the
survival of the fittest als overwinnaar te voor
schijn te komen. Internationale beperkingsafspra
ken beteekenen in het leven houden ook van de
zwakkere d.w.z. minder economisch werkende
bedrijven, hetgeen maatschappelijk niet te ver
dedigen is. En tenslotte: om deze redenen dient de
overheid zich van dwingend ingrijpen te onthouden.
* *
*
Nu zou men verwachten dat, waar de toestand in
de suikernijverheid onder de vigeur van het
Chadbourne-plan op zijn mooist gezegd niet beantwoordt
aan de gestelde verwachtingen, de destijds reeds
geponeerde stellingen, die de toets van de practijk
blijkens die uitkomsten zouden hebben weerstaan,
met verdubbelde energie wederom worden ver
kondigd. En ik heb dan ook na kennisname van het
persuittreksél van de nieuwe publicatie van de
N.I.H.B. de oogen uitgewreven alvorens ik
gelooven kon dat dit er inderdaad stond: Ligt het
niet op den weg van de Nederlandsch Indische
regèering of Van den Minister van Koloniën om
thans zelf de leiding te nemen....", en Onder de
nijpende omstandigheden is het noodzakelijk
tijdelijk van deze vrijheid (de vrijheid van handelen
van eiken producent) afstand te doen", en Innige
samenwerking met de regeering ligt thans in de
rede". Voorts wordt er o.m. nog gesproken van
uitschakelen van bedrijven buiten de wil van den
eigenaar om". De stelling dat aan dit alles nimmer
het karakter gegeven moge worden van
regeeringsinmenging" doch wel van regeeringszorg"
schijnt wel een heel poovere concessie aan de
overtuigingen van weleer. Wat is er overgebleven
van de vrijheidszin van voorheen, wat van de
critiek op het ingrijpen van de overheid in particu
liere aangelegenheden? Dezelfde voorstanders van
het recht van den sterkste van destijds willen nu de
zwakken steunen; zij die destijds het natuurlijk
herstel van het evenwicht" propageerden, spreken
nu de vrees uit dat verschillende ondernemers hun
bedrijf wel eens zouden kunnen sluiten: Men
schatte de kans dat velen op Java de voorkeur
zullen geven aan sluiten boven produceeren niet
gering." Het kan verkeeren.. ..
Dit alles pleit wel voor de kracht der argumenten
die destijds voor het Chadbourneplan werden aan
gevoerd ; het moge al waar zijn dat Java door zijn
laagsten kostprijs een bevoorrecht producent is,
maar dat neemt niet'weg dat die sterkste bij een be
paalde strategische positie in den strijd de zwakste
kan zijn: wanneer alle minder gunstig gesitueerde
producenten een beschutte markt" hebben, in den
strijd dus gesteund worden door den knuppel van
den grooten broer,,Staat", terwijl wij vrijwel geheel
op een vrije markt zijn aangewezen, waar de
anderen naar hartelust kunnen dumpen. Een
natuurlijk afzetgebied" helpt onder die om
standigheden niet zoo heel veel.
* *
*
Het is wel heel opvallend dat het principe van de
samenwerking dat destijds door deze critici op
internationaal gebied zoozeer werd gelaakt, nu
door hen op nationaal terrein wordt voorgestaan.
Maar stappen wij nu eens af van het verschil in
standpunt tusschen voorheen en thans" ik
stond daarbij zoolang stil omdat de bekeering van
een tegenstander dikwijls meer bewijst dan vele
argumenten-pro dan moeten wij constateeren,
dat dit nieuwe geschrift inderdaad constructieve
denkbeelden bevat. Een van de krachtigste argu
menten voor een nauwere consolidatie in de
suikerindustrie op Java is wel dit: wanneer men de
productie moet beperken dan geschiede dat door
stillegging van de minst economisch werkende
bedrijven. Een van de grootste maatschappelijke
bezwaren tegen een productiebepcrkingsregeling
zonder meer is inderdaad, dat de procentueele
vermindering over alle ondernemingen die de eenig
mogelijke methode is zoolang er niet een nauwer
verband: winstpooling enz. ontstaat, de duur
werkende bedrijven laat doorproduceeren, en de
goedkoop werkende ook op gedeeltelijke capaciteit
laat doorwerken. Alleen binnen het kader van elke
aparte economische eenheid (vennootschap, firma)
kan een selectie naar rendabiliteit plaats vinden.
Legt men daarentegen een nauwer trustverband
aan, met winstverdeeling, niet naar effectieve
productie, maar naar potentieele, dan kan men
veel meer economisch te werk gaan. Dan is er
bovendien nog de oude grief van de N.I.L.M.: de
organisatie van de V.J.P. Inderdaad heeft dit
passieve lichaam, waar men met de armen over
elkaar placht te zitten totdat de koopers zich
kwamen aandienen, om ook dan nog in een dalende
markt maanden lang biedingen te weigeren zichzelf
overleefd; dit heeft het bestuur trouwens gevoeld
toen een reorganisatie-commissie werd ingesteld.
Zoo is er inderdaad in deze nieuwe publicatie heel
wat opbouwende stof te vinden. Of de vorm van
een coöperatie de beste zou zijn om het boven
omschreven doel te verwezenlijken? Bij een be
perking der productie de duurste ondernemingen
buiten bedrijf te stellen zou natuurlijk een onder
werp van nader onderzoek moeten uitmaken. Maar
het principe zelf verdient de volle aandacht. De
regeering die met haar medewerking aan het
Chadbourneplan zich in deze kwestie gemengd
heeft, zal goed doen aan dit punt volle aandacht te
besteden. Al wil het ons voorkomen dat de voor
stellers van de nieuwe plannen in hun ijver om de
eens gemaakte fout, dat zij de inmenging der
regeering categorisch hebben afgewezen, goed te
maken, wel wat ver gaan door haar tevens maar te
met de LEICA II
fabr. B. LEITZ?WETZLAR.
De meest volmaakte camera.
Bij eiken goeden foto-handel verkrijgbaar.
Vraagt prospectus bij den Hoofdvertegenw.
N.V. CAPI ? Nijmegen.
willen laten opkomen voor het deficit van de nieuwe
coöperatie, wanneer dat boven een zeker maximum
zou stijgen. Plus royaliste ....
De Java-suikerindustrie en de regeering mogen
dit initiatief aangrijpen en de voorstellen grondig
onder oogen zien; de toestand van deze tak van nij
verheid is er niet naar om de toekomst lijdelijk af te
wachten, en de suikernijverheid is voor ons Indi
toch nog altijd van de grootste beteekenis ! Het is
alleen maar de waag of niet op het oogenblik het
verval al zoover is gekomen, dat de natuurlijke
selectie" de saneering kan brengen.
Boekbespreking
Emma de bruid. Een psychologische roman
door Jeanne Reyneke van Stuwe. L. J.
Veen's Uitgevers Mij. Amsterdam.
In de koele, groene schemering van een serre,
waarheen hij haar, na een dans, had gevoerd,
zaten Jaques en Emma zwijgend bij elkander.
Opeens greep Jacques Emma's hand en: Wil
je mijn vrouw worden, Emma? vroeg hij. Zij keek
hem aan, zonder dadelijk te antwoorden, maar
trok ook haar hand niet terug. Wil je Emma?
Kom je? Ik weet 't nog niet Jacques....
Ik wil je graag bedenktijd geven. Tot hoe lang?
Tot morgen. Goed. Mag ik dan morgen
komen? Om hoe laat? Om vier uur."
Dit is het begin van den psychologischen roman.
Een halve bladzijde van tweehonderd bladzijden.
Eén vier-honderdste dosis aangenaam-smakende
en welriekende psychologie. Het gaat allemaal
over Jaques en over Emma, over den luchthartigen
Alfred, tante Maria, Folly en Ips en zoolang de
Frankenslag en het Paviljoen van Wied nog over
eind staan, zullen de caramels van Sprecherende
psychologie van Jeanne prettige afwisselingen
zijn tusschen bridge-drives en weldadigheid. Rose
front !
E. ELIAS
Moeders
nemen voor de roode,
gesmette of ontstoken huid
van de kleine, uitsluitend
het beste middel en dat is
PUROL
Doos 30 en 60. tube 80 et.
i. en Drogisten