Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 25 Juni 1932
No. 287
De derde kruiser
door Melis Stoke
Tcekenlngen door Harmscn van Beek
De heeren van de Tweede Kamer hebben zich
weer warm gemaakt over den Derden kruiser,
?gelijk hun collegas van de Eerste Kamer het
destijds ook deden over den Tweeden kruiser.
Alles heeft zijn tijd en alles herhaalt zich. In
vele geesten kon het denkbeeld van een fraai
oorlogsschip zelfs niet gehuwd worden aan een
gelegenheid tot werkverruiming. En dat nog wel
ondanks het feit dat een kruiser die inderdaad
heelemaal aan zijn bedoeling voldoet, in staat is
de arbeidsmarkt te bevrijden van een aardig
deel van het surplus dat er zich op samendringt.
Hierover wilden we het echter niet hebben,
want terecht hebben we liever honger en gebrek
dan dat we een medemensen geweld aan doen om
zijn boterham te veroveren. Neen, blijdere ge
dachten zijn in ons gemoed. We zien in dien derden
kruiser iets vroolijks, iets feestelijks, een schip
waarop, nu ja zoo hier en daar, een kanon staat,
omdat de Volkenbond ons nu eenmaal die ver
plichting oplegt, maar dat overigens naast een
gelegenheid tot werkverschaffing er ook een biedt
tot ontspanning en vermaak.
Wat we ons voorstellen is: een rendabele derde
kruiser. Een kruiser die, zonder geheel ongevaarlijk
te zijn, toch ook weer niet louter dreiging en ge
weld vertegenwoordigt. Een vriendelijk, machtig
schip waaraan ook de kleine man zijn genoegen
heeft.
ook voor den kleinen man
Want we zouden nog verder willen gaan:
Wanneer de kruiser gebouwd en geëxploiteerd
wordt naar onze denkbeelden, die zich zeer goed
vereenigen laten meten de eischen van de nautische
en gevechte-deskundigen, dan zal ze bepaald kunnen
VACANTIE TIJD
LAAT UW
PERZEN
REPAREEREN
VAKKUNDIG
B l L L IJ K
XNDER
£ ZONEN
voldoen aan lang gevoelde behoeften in de lagen
der met weinig goederen en geld gezegenden in
onze samenleving.
Voor die menschen wil men een heele berg van
gewapend beton bouwen bij Amsterdam, een
berg die dertig meter hoog zal zijn en dus nog
niet eens zuivere hooge berglucht kan leveren.
Welnu, onze kruiser kan honderd procent zuivere
zeelucht geven aan honderden en duizenden
bleekneusjes. Kinderen die niet naar het strand
kunnen zullen aan boord van onze kruiser volop
kunnen genieten... .
Maar hier laat ik mij door mijn enthousiasme
vooruit voeren op den weg van het zakelijk betoog.
De derde kruiser dan, die ik mij voorstel, zal
in de eerste plaats het schip voor de kleine luyden
zijn. . . . voor de menschen, die niet kunnen
denken aan week-ends 'naar Schotland en Noor
wegen van 80 tot 150 gulden. Deze excursies
kunnen tevens dienstbaar zijn voor vlagvertoon.
de drooglijnen der huisvrouwen
Men heeft daarbij niet eens kostbare pavoiseering
noodig. Als onze volkskruiser uitvaart zullen de
drooglijnen der huisvrouwen en moeders een kleur
rijker versiering vormen, tusschen radiomasten
en schoorsteenen, dan welke combinatie van
seinvlaggen ook. De luiers van het opkomende geslacht
en de onderbroeken van het levende zullen den
vreemdeling een denkbeeld geven van den omvang
en de schoonheidszin onzer bevolking.
Ook de flanken van het schip zullen het teeken
dragen van een gezond en opgewekt volksleven.
Gelijk het parkeerterrein te Scheveningen en de
muren van tallooze openbare gebouwen zullen
ze de in frissche kleuren gehouden reclame
vertoonen voor cigaretten en waschmiddelen, boter
en goedkoope confectie. Alleen reeds de opbrengst
van die reclamevlakte zal de schatkist middelen
doen toevloeien. En teneinde ook, naast de
magazijnen voor voedingsmiddelen en goedkoope
kleeding, de minder bloeiende instellingen, zooals
bijvoorbeeld de Ned. Handel Maatschappij en
de Amsterdamsche Bank, de gelegenheid te geven
tot doeltreffende en desondanks goedkoope reclame,
zou men die lichamen het deel van de scheeps
romp dat zich onder water bevindt, voor adver
tenties kunnen afstaan, welke dan, als liggende
beneden het normale peil, tevens op welsprekender
wijze de situatie dier bedrijven zullen uitdrukken
dan de cijfers hunner kapitalen en reserves.
Men denke zich hoe onze derde kruiser, aldus
versierd met de linge sale onzer samenleving en
beschilderd met de namen en aanbevelingen
der instellingen die haar drijvende houden, de
havens uit zal varen. D.e zegebeden en toejui
chingen van honderden duizenden zullen haar
van de havenhoofden vergezellen. En onder
die kreten zullen er millioenen wellen uit kelen,
die zich thans nog rauw schreeuwen tegen bewa
pening en Buys de Beerenbroeck die, naar de
modernste rijmwijze onze centen zoek" zou
maken.
De V.A.B.A. zou haar orkest meezenden aan
boord, bij een dier onvergelijkelijke billijke volks
uitstapjes en van onzen derden kruiser zouden
ons uit volle zee de klanken van Piet Hein en de
Internationale in de ooren klinken.
Het scheepsvolk, blij verrast door zijn popula
riteit, zou zich mengen onder de achterstallige
'Belastingbetalers op de dekken. Welke kniesoor
zou zich nog stooten aan een kanon dat zoo hier
en daar verraadt dat wij, in vollen vrede, bedacht
zijn op agressie van derden.. . . ?
Men zou de loopen dier machines versieren met
dundoek en bloemen, en de bomvrije schuil
plaatsen zouden weergalmen van het vroolijk
spel der jeugd.
Piet Hein en de Internationale
Neen, bij dit beeld verdwijnt al het afschuw
wekkende dat men rondom dit schip bij voorbaat
heeft samengeweven.
In plaats van een vernielend en geld opslokkend
monster zou het een uitkomst voor de jongeren,
een vreedzaam rustverblijf voor de ouderen
beteekenen en bovenal een bron van inkomsten voor
de schatkist die wij, hoe wars ook van geweld en
agressie, toch allen tesamen te verdedigen heb
ben. ...
Boekbespreking
Vertrapten, door P. H. Riiter Jr. Andries
Blite. Amsterdam.
L- Telkens als ik iets van Ritter onder oogen krijg
en het niet weer los kan laten voor ik het heb uit
gelezen, valt alle zin tot critiek van mij af. Dat i»
een soort bekentenis van een onberedeneerde
sympathie en bewondering, die den criticus
eigenlijk doen falen in zijn taak: koel beredeneerd
en wikkend en wegend een boek te beschouwen.
Doch aan den anderen kant moge %at toch óók
een bewijs zijn voor Ritter's meesterschap op
het vlijmscherpe wapen, dat het volmaakte essay
heet.
Ziethier nu weer zulk een klein boek: niet de
vaderlijke vergoelijking van het zelfkantbedrijf en
evenmin de uitingen van het enfant terrible, dat,
in hart en nieren spitsburger, mét de zielige hang
naar bloedelooze romantiek die des spitsburger»
is, nu eens den burger wil verbazen door zijn
durf om wat slecht is goed te praten. Neen, deze
honderd kleine bladzijden zijn hoe fijn verbeeld
in een verbijsterend en ouderwetsch-volmaakt
meesterschap over de taal ook veeleer een
diepdoordringen tot het merg van wat gij en wij en
ik, brave lieden van maatschappelijk nut, het
kwaad" gelieven te noemen. Wat wij pas na
onzen vierden borrel, doch dan slechts on-eleganfc
durven naderen om er de desillusies onzer aange
name bovenhuizen aan te vergeten, is voor
Ritter de op zijn duimpje gekende doolhof, waar
de suikerbroodhoofden dom en lichtelijk-idioofc
omheen staan, nieuwsgierig en naakt en belachelijk,
als wij niet zoo onsmakelijk waren.
Zoo confronteert Ritter ons, dóór de glasheldere
en scherpe lenzen zijner satyre, met den misdadiger,
de lichtekooi en den dronkaard. Wij, die lief en
lachend dóór de veelheid der dagen ons hoedje
lichten en den rug krommen; die o, hoofdredac
teur van een dagblad! langs de breekbare
vitrines met plaatselijke reputaties balanceeren
naar ons pensioen, voelen ons in onze slechtste en
zuiverste oogenblikken vreugdig verwant met de
vertrapten. Dat dit ons zoo nu en dan gezegd
wordt is goed. Dat het ons op de meesterlijke wijze
van Ritter wordt voorgehouden is een
weldaadDe zware ballast onzer professioneele huichelarij
wordt er een wijle mee van onze armzalige harten
gelicht.
E. ELIAS.
Vreest geen Examen
want er is een middel dat U k*lm houdt en
waardoor Uw gerst helder blijft.
Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U voor
zenuwachtigheid.Ze zijn verkriighaar in kokers
van 75 et. bij Apoth. en Drogisten.