Historisch Archief 1877-1940
Afgedane grootheid
door Dr. R. Feenstra
«.K-öRvi
Keizers en koningen buiten-af.
Les rois en exil dat is altijd een
(takkend onderwerp geweest. Een
beetje glad journalist hoeft maar een
koningsmantel van den kleerenhaak
te rukken, en te zeggen: bekijkt dat
purper, bekijkt dien glans en dan
als tegenhanger een bescheiden demit je
voor te houden; en hij heeft oplaag,
heeft publiek.
De heeren hebben dat altijd
ge;.?weten, en wanneer afgedankte ko
ningen nergens meer goed voor waren,
zoo waren zij dit nog altijd voor
druk-copy. Zelfs tooneelspelers en
film volkje leggen het, zoodra het ex"
ia, af tegen vertegenwoordigers van
"den heerschersglans.
* *
*
Nu is de tijd wel wat anders ge
worden. Afgedane grootheid hebben
wq altijd om ons heen gehad. Men
hoeft maar in bepaalde Haagsche
wijken te flaneeren. en men komt
bescheiden pensioentrekkers tegen.
die eenmaal residenten waren, en
cour hielden en cercle. En hun
metamorphose is van niet 7.00 veel ander
gehalte, dan die van een monarch
tot ,,roi en exil".
Den laatsten tijd, bij de destructie
van veel samenhangen, de instorting
van veel schijnmacht, is de onttro
ning in de maatschappij progressief
voortgeschreden. Niet alleen Russische
adellijken werden taxi-chauffeurs. Zoo
menig ex-bankier loopt nu met stof
zuigers, zoo menig oud generaal werd
consulair schrijver.
En nu daar in den allerlaatsten
tijd de sociale aftakeling van tien
duizenden, honderdduizenden baasjes
en bazen bij is gekomen, en de trage
die der afgedaanheid in alle landen,
in alle steden, in alle buurten, in hon
derdlei variatie uit den treure
wordt gespeeld nu moet het wel,
dat onze belangstelling voor de per
soonlijke tragedies van
weggebonajoerde koningen, tegenover deze hoos
van kleinere onttroningen, kapseist.
£ Niettemin: een mensch blijft mensch,
en een burger vergaapt zich gaarne
aan het purper. Daarom was het
niet heelemaal ernaast van den
Phaidon Verlag om dr. Otto Ernst ge
legenheid te geven een aardig boekje
over een dozijn Monarchen im
Exil" te lanceeren. Het dozijn is een
beetje samengeraapt. De behandeling
van het dozijn is niet geschied naar
n werkschema. Dr. Ernst heeft de
plaatjes genomen, die hij krijgen kon;
de copie, die toegankelijk was
en hij heeft het als een handig be
roepsman gekruid en gesausd; tot
entree een psychologische inleiding,
en als dessert een serie stamboomen
toegegeven.
Het dozijn is ook maar
herausgebracht", omdat een dozijn cachet
geeft. Het is een tamelijk bij elkaar
geraapt dozijntje. Wilhelm van Doorn
heeft natuurlijk de eereplaats, en
de jonge Otto von Habsburg plaats
nummer twee. Maar wat zegt men
van Pu-Yi den ex-keizer van China
in dit gezelschap, en Ammanoela van
Afghanistan? Met veel sjeu en veel
plaatsruimte is ook Rey Alfonso
behandeld maar meer als baby,
?aangroeiend kind, koning dan als
roi en exil en hertog van Toledo,
al wordt er van hem verteld, dat hij
graag Rumba danst, en een
bridgekaartje legt en liever op een
gecostumeerd bal met blikdecoraties ver
schijnt, dan met de hooge
eereteekenen van de ordes van Oalatrava en
Alcantara.
* *
*
Wordt van Wilhelm van Doorn
veel nieuws verteld? Dat hij drie
uur daags hout zaagt wisten we,
van half tien tot half een; zooals
Ernst beweert: met het geduld van
een monnik, de gelijkmatigheid van
een machine, de vlijt van een koelie
nu al dertien jaren lang.
Verder wordt er onze aandacht
nog eens op gevestigd, dat hij GOO
millioen goudmark waard is; en dat
hij een twintig millioen Hollandsche
guldentjes inkomen moet toucheeren.
Waar Doorn hem 2£ millioen Mark
gekost heeft, en het Pruisische
Kroonbezit hem den bo?l heeft ingericht,
kan men niet zeggen dat hij, zooals
een ander, een zesde van zijn inkomen
verwoont; het is nog geen zestigste.
En hij zal zeker ook geen zestigste
aan den Nederlandschen fiscus beta
len, van wat een ander daar moet
bloeden.
Na hem de richard onder de af
gedankte monarchen is Ferdinand van
Boelgarije. Als neef van wijlen Koning
Polle heeft hij van huis uit den
zakenknobbel, die vaker erfbezit der
Koburgers was. En toen hij in den oorlog
stroffelde,.was hij zelfs nog zoo kwiek
om, wat van hem bij de Bank of
England lag, door het Duitsche Rijk
te doen na-garandeercn. Na den oorlog
heeft hij al zijn gesequestreerde land
goederen in Hongarije en Cechi
vlugger dan ieder ander vrij gekregen.
Hij he3ffc dat 7,03, deze ronde joviale
bejaarde heer met zijn onschuldige
liefhebberij voor vlinderverzamelen,
met zijn reis-emotionaliteit, die van
voortdurende afwisseling houdt
dat hij geheel nebenbei er op zit als
de duivel; en ze bij elkaar weefc te
houden: het koharysche stam ver
mogen, wat er bleef van de
kroongoederen, zijn niet onaanzienlijk priv
fortuin.
Aan den Koning van Spanje de
monstreert Ernst nog even zoo echt
fel, wat er aan hofprotocol voor
moois is ondergegaan.
Toen zijn vader Alfons XII stierf,
moest de opper-Kamerheer, de hertog
van Sexto, nog voor de kristallen
doodkist knielen, en hem volgens
het protocol driemaal aan het oor
roepen: Sénor Sénor Sënor.
Pas daarop kon hij de aanwe/.ige
ministers en grandes en diplomaten
verkondigen: Zijne Majesteit heeft
niet geantwoord, Z. M. is dus dood.
De Koningin van Spanje was in
die dagen drie maanden onderweg.
En hoe arriveerde zes maanden later
de Alfonso XIII van thans. Sagasta
de minister-president droeg het
Koninklijk kind in een gouden bekken
spiernaakt langs grandes, senatoren;
en alles zwoer hem, den nog
ongespeende, trouw.
En dan zijn eerste tocht naar den
Senaat als Koning-zuigeling. Voorop
bereden garde.
Hofhoogwa-ardigheidsbekleeders in hun equipages. De beide
infant-zustsrs. Dan acht staalkleurige
paarden, gouden lakeien. D3 wagen
een meesterwerk van schildpad en
goud. Niets daarin. Het is slechts
de coche respeto." Nog niet de
echte, de coche de la corona, die
later volgt en waarvan de paarden
zelfs diademen dragen. Aan de por
tieren: minister van oorlog en gou
verneur van Madrid. En waarin de
Koning ligt in wit atlas, met tegen
over zich de snel openknoopbare
(Ritz verschlusz kende het protocol
nog niet) min Raymonda, voor het
geval Z.M. den Senaat Senaat wilde
laten en met zijn hapsburgerlippen
happen wilde.
En nu, kassian, zit de vriendelijke
baas in een winterhotel en speelt
bridge met gelegenheidsporturen; of
vraagt voor een Rumba een
filmsterwachtgeldster. Sic transit. . . .
(Da illustraties zijn van: den koning
van Spanje; koningin Zita en retraite;
dezelfde met gemaal en kind; den
ex-keizer van Daitschland in admi
raalsuniform ).
f A'
M*"
^
4* «»Y