De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 2 juli pagina 19

2 juli 1932 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

G en t ~~ T e r n e u x e n » l* i Tri, ,' i » E s door Jef Last Teekeningen door A. C. Willink Men zegt dat gedurende de oorlogsjaren een boer uit Axel telegra fisch hét verzoek deed aan de re geering om een konsent 'voor den uitvoer van aardappelen te mogen ontvangen, waarop het ministerie, eveneens telegrafisch, antwoordde: wendt u tot uw regeering" ! Men bleek op het departement van meening te zijn dat Axel een plaats was in.... Zweden l Sindsdien is er, vooral tengevolge van de angst voor een annexatie, wel het een en ander veranderd en verslinden b.v. de 20 pCt. bijdrage voor de kostbare veerdiensten Terneuzen Hoedekenskerke, Terneuzen Vlissingen en de modelbooten op Breskens vrijwel al het geld dat Procinciale Staten van Zeeland voor sociale en oekonomische maatregelen bfoodnoodig zouden heb.ben. Deze veerdiensten echter ver voeren slechts een minimaal aantal passagiers; naar aard en aanleg der bevolking, naar ligging van de streek en. volgens zijn oekonomische belangen blijft Zeeuwsch Vlaanderen een stief kind van Nederland dat meer Vlaan deren dan Zeeuwsch is. De scheepvaartweg naar Holland blijft, on danks den nieuwen dam in het Helle gat, een via dolorosa, waar de sche pen in een uiterst gevaarlijk vaarwater door mist, stormen en de sterke ge tij .stroomen worden gehinderd, het ka naal naar Hansweert voldoet in geen enkel opzicht aan de behoefte en de sluizen bij dit klein Antwerpen vormen een voortdurende barrière. Is men echter die sluizen gepasseerd, dan begint pas recht de misère. In Terneuzen is de toegang tot de haven slechts mooglijk van 2 uur na vloed tot laag water, want de zeehaven, die altijd bevaarbaar is, staat slechts open voor binnenschepen, die minstens 90 bij 11 Meter lang en breed zijn. Is men een keer in de haven dan wordt er alleen geschut van half vloed tot half ebbe, zoodat men heen of terug varende weer 3 tot 6 uur verlies heeft. Erger nog is het oponthoud bij Bath voor in en uitklaring van schepen op reis tusschen Gent en Antwerpen. Komt men daar 's middags te laat voor de revisie, dan moeten de schepen den geheelen nacht op de onbeschermde, uiterst gevaarlijke reede liggen om daarna, bij verkeerd tij, uren lang voor Terneuzen op hun ankers te rijden. De trapeziumvormige sluis zelf bij Terneuzen is een klassiek voorbeeld van veel water met weinig ruimte, de haven is zoo verslibt dat schepen er zelfs niet aan de ducdalven kunnen meeren. Hoewel er binnen de pier van de buitenhaven zeker ruimte zou zijn voor honderd schepen, durven de aken bij slecht weer toch niet te schutten, omdat deze ruimte niet uitgebaggerd is en er dus geen plaats is om te meeren. Dat beteekent dat ze in zulke gevallen, wanneer het weer later opklaart, opnieuw meer dan een vol tij ^oodeloos verliezen. Terecht is dan ook in Neuzen een vloekverbod uitgevaardigd, daar an ders zoowel schippers als inwoners zich voortdurend aan de meest krasse termen te buiten zouden gaan. De Het vloekverbod in -werking. Een verpoozing in de kroeg schippers om het verlies van tijd, dat een loonende exploitatie in den weg staat van hun schepen. De in woners, omdat het niet tot stand ko men van een Nederlandsch-Belgisch verdrag de oekonomische ontwikke ling van hun plaats verhindert. Want waarom zou Neuzen niet een belang rijke haven worden? Waarom zouden de schepen voor Frankrijk en Noord Belgiëniet hier, in plaats van 8 uren verder in Gent overgeladen kunnen worden in de lichters? Waarom anders dan omdat Neuzen niet profiteert van de Belgische voorkeurtarieven op den spoorweg, omdat het dezen spoorweg, met zijn rammelend, afgetoefd materiaal en zijn middeleeuwsche bruggen slechts kent als een voortdurende belemmering voor de scheepvaart. Omdat een schip naar Sas van Gent ongeveer 5 maal zooveel aan loodsgelden betaalt als een schip naar Selzaete dat 5 minuten verder, even over de grens, ligt! (De loodsgelden worden volgens het verdrag van '39 berekend in een overeenkomend bedrag aan guldens en franken waarbij de frank nog altijd op zijn vooroorlogsche waarde geschat wordt!) Omdat het rijk alles over heeft voor steeds grooter en steeds leeger havens in Vlissingen, die in oorlogstijd aan onze vloot een lig plaats kunnen bieden, maar Zeeuwsch Vlaanderen, in dat geval slechts als bij voorbaat verloren gebied beschouwd wordt, een bruggehoofd voor den Belgischen opmarsen. En dat ook de Belgen het zoo zien daarvan getuigt de groote chemische fabriek, die met hun geld op ons grondgebied gesticht werd om straks het noodige giftgas aan de optrekkende troepen te leveren. Zeeuwsch Vlaanderen is onverdedigbaar, het is bovendien reeds thans grootendeels door Fransch Belgisch industrie-landbouw en hy potheek- kapitaal veroverd. Inmiddels is het nog officieel Hollandsen en ondergaat hetzelfde lot van kunst matige kleinhouding, dat ons eigen land zooveel eeuwen lang aan Ant werpen heeft berokkend. Deze kwestie is vrijwel de eenige politiek die aan boord van de booten en schepen, in het achteronder of bij de koelkast vrij levendig wordt besproken en deze discussie is even vrij van nationalis tisch vooroordeel als het standpunt van de sprekers meestal door hun engste totaal of groepsegoïsme bepaald wordt. Hier op de binnenvaart, waar een Duitscher knecht is op een Fransch schip uit Straatsburg, een Belgische schipper op een Nederlandsche kast vaart of een Hollander de luiken van een Duitsche aak schrobt, worden de nationale tegenstellingen al te zeer overbrugd door de ervaring, dat een bock in Antwerpen even goed smaakt als ein helles in Duisburg, omdat je het verschil tusschen een meisje uit Buhrort en Gent alleen in je portemonnaie kan merken. Hier aan boord verdiepen wij ons alleen in politieke kwesties, wanneer deze direkt met de vraag van eten en drinken samen hangen. Een Moerdijkkanaal zal den vaartijd aanzienlijk bekorten, den handel tusschen de Roer en Belgi doen toenemen en het gevaar voor de schippers tot een minimum reduceeren. Anderzijds zal een groot aantal booten door dien korteren vaartijd overbodig worden en zal de vakbe kwaamheid van het personeel veel minder gewicht in de schaal leggen, want in zoo'n kanaal kan ook een kind de wasch doen. (Slot op pag. 20). ife

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl