Historisch Archief 1877-1940
tf
K:
V;
jttLSt
st ze
'd is
ken
J»e g
jsn, z:
der
eir
ia d>
itiet
B VI
ilde;
i du
Ó *
S CUV
item
Don
of
w
ht.
iep
i.?.
Dramatische kroniek
door Henrik Scholte
$ch
Stndententooneel
_In schrikbarende paradoxen gaat de ontwikke
ling van het tooneel voort en al duidelijker blijkt
hoe wonderlijk dat complex van factoren, dat het
tooneel den kop tracht in te drukken (en waarvan
de film er maar een is, en misschien zelfs niet de
voornaamste), in elkaar zit en hos weinig duide
lijk de houding van het tooneel zelve, afgezien
dan van alle tijdelijke crisissen en plaatselijke
misères. Men kan op het oogenblik inderdaad het
schoonste, zuiverste en ongerepste tooneel in den
schouwburg spelen en er draait niemand zijn hand
voor om. Oscar Tourniaire schonk deze week nog
weer eens voor een handje vol nauwelijks in be
weging rakende menschenzijnonfcroerendste creatie,
zijn Zawadil in het oude Kadelburgje van de
Familie Schimek", een stukje menschelijke
dwaasheid om er het lachen bij te vergeten, zoo
schrijnend wordt dat tot in het kleinste gebaar
gespeeld, zoo rakelings gaat dat langs alles, wat
in het dagelijksche leven geen caricatuur genoemd
mag worden, omdat het te algemeen menschelijk
is. Maar toen een maand geleden Max Pallenberg
eens met dienzelfden peenharigen Zawadil groot
geworden hier zou komen demonstreeren wat
zijn tegenwoordige grootheid is, met een paar
grof-platte charges, waarvoor men hem onder ons
gezegd wel van het tooneel af en naar Duitschland
terug had willen trappen, toen stond de zaal, gelijk
dat heet als n man overend". Arme Tourniaire!
Misschien moest men het anders serveeren. In
Rotterdam, geen tooneelstad bjj uitnemendheid,
kan de directie van een pretlokaal, dat den
schoonen naam van Arena draagt, zich thans door
den goeden gang van zaken veroorloven, om
tusschen de nummers door de echte
tooneelartisten" met plotseling verrassend succes te
laten optreden. Het publiek komt er ineens weer
wel voor kijken als zij als de Christenen voor de
leeuwen geworpen worden, in een Arena tusschen
een buikspreker en een parterre-acrobaat. In den
Rotterdamschen grooten Schouwburg speelt echter
Josephine -Baker.
Verleden week.... wie weet eigenlijk, dat toen,
in het kader der ITniversiteitsfeesten," ook de
honderdste voorstelling van een onzer beste
brokken tooneelspeelkunst, Saalborn's Süss de
Jood" gespeeld werd, voor een handjevol menschen
en terwijl alle gasten der stad in Artis aan den
officieelen maaltijd vereenigd waren? Waarom laat
men dan, op het voorbeeld van de Arena, ook
Saalborn niet bij de leeuwen spelen en dineert in
de loges en op het presenteerblaadje van onzen,
leegen stadsschouwburg?
Neen, veel gelegenheid heeft het tooneel de
vorige week, toen onze stad overigens voor n
gelegenheid eens'loskwam uit haar
Jan-Saliedommel, niet gehad. Br is echter gespeeld, intra
muros der exclusiviteit, door de studenten zelf,
die hoe slechte tooneelbezoekers zij dan ook
geworden zijn, want de oude legende van de stu
denten en het tooneel deugt alleen nog maar voor
jubileumspeechen, bij gelegenheid nog wel eens
een soort eigen richting toepassen en dan, wat het
repertoire enden durf der opvoering betreft, eender
uitwegen aanwijst, die ons tooneel, kopschuw als
het geworden is en onhandig als het altijd was,
niet aandurft: die van het experiment.
Er werd in de eerste plaats op het
Lustrumnachtfeest bij Tuschinski, na een paar jaar
tusschenruimte, nog weer eens n enkele vertooning
gegeven van den Histoire du Soldat", een intel
lectueel kermisspel zoo vol charme en natuurlijke
diepzinnigheid als er wel nauwelijks een tweede
bestaat, juist ook door zijn vertooning, die men
dit keer schooner en rijper zag dan ooit, met
Paul Huf als den voorlezer (en is dit misschien
niet zijn allerbeste rol?) met Frits van Dijk als den
soldaat, levend geworden evenbeeld van Nijhoff's
prachtige verzen, die het stuk onvertaald doen
schijnen, met Abr. van der Vies, wiens uitzonder
lijke plastiek in geen dans beter tot zijn recht komt
dan hier, als de lange, duistere dood met den viool,
met Darja Collin, allergelukkigst tot haar beroep
teruggekeerd, in den dans der prinses, welke
men ook vroeger nimmer zoo rijk en vrij zag
dansen.
Dit muziekspel werd gevolgd, door nog eenige,
minder belangrijke wellicht, maar toch van dien
Le Boeuf sur Ie Toit"
aard, dat men zich telkens en telkens weer ver
wonderd, waarom onze professioneele krachten
zulk dankbaar klein-goed niet op hun repertoire
plaatsen: het kleine zangspel" van Hindemith,
dat den Duitschen titel ,,Hin nd Zurück" draagt
en dat op het groote studentenfeest in Artis
vertoond werd (naast een barbaarsch-ouderwetsche
feestrevue") en de danspantomime van Milhaud,
Le Boeuf sur Ie Toit", dat deze week op het
concert van Sweelinck te zien was.
* *
*
Hindemith' Hin und Zurück" is een der be
koorlijkste divertissementen van den laatsten
tijd, niet alleen om zijn geestige muziek. Stel u
voor het geval van een jaloerschen echtgenoot,
die zijn vrouw in optima forma doodschiet. Nadat
zich dit omstandig heeft afgespeeld, komt een
wijze professor ten tooneele en zingt de hymne
der betrekkelijkheid. Waarop de film terugdraait,
de draagbaar achterstevoren weer binnengedragen
wordt, het vrouwtje zich daarvan verheft, de
revolver gaat achterwaarts terug in de broekzak
van den man en de object der jaloezie, de brief,
wordt weer tusschen de bloemen gestoken. Dit
alles speelt zich af terzijde van een stokdoove
tante, die voortgaat met breien en alleen bij het
kanonschot even aan haar oor gewreven heeft.
Het kan ook zoo, nietwaar, het leven heeft geen
andere beteekenis, iets van de schoonste charme
van Anna Blume's gedicht, wier naam men ook
van achteren naar voren kon lezen, wordt in dit
muziekstukje geopenbaard.
Daarnaast die kostelijke pantomime van de
moe-gefuifde bar in den Boeuf sur Ie Toit": een
ballet, dat blijkbaar opzettelijk door onze dans
wereld, die maar voortgaat met bloemetjes plukken
en zielen uit te storten, buiten beschouwing gelaten
wordt. Op dezen Sweelinck-avond werd het
inderdaad zeer sierlijk door de studenten geacteerd,
maar welk een totaal ander effect zouden de
overgroote en potsierlijke maskers van Jan Wiegers,
die ze indertijd voor een Groningsche
studentenopvoering in alle stilte vervaardigde, nog kunnen
hebben, indien zij gedragen werden door waarlijke
dansers, die wisten dat boven het individueele
vormen van een voor anderen op zijn minst ge
nomen onbelangrijk gebaar van hartzeer de uit
beelding staat van de wereld zelve, zooals zij leeft
in den kromgetrokken spiegel van den kermis der
ijdelheden.
Over een vierde tooneelprestatie der studenten
(en als resultaat wel de belangrijkste), het
Lustrumspel S.P.Q.A. 32", werd reeds geschreven. Ik
zou haar nog even willen vergelijken met de
vertooning van haar mededingster, j.l. Zaterdag,
het openluchtspel van Frank Luns in het Stadion
onder den naam Scientia Lumeu Pacis" (het
had zonder bezwaar ook Scientiae Lumen Pax"
of Lumen Scientia Pacis" kunnen zijn). Het
was opgezet als volksspel", en inderdaad aan een
volksspel was in die dagen werkelijk behoefte
geweest. Maar niet aan een leege bedoening onder
een bar-katholieken en allerminst volkschen naam,
waarvoor dan ook maar een klein groepje menschen,
die in het onmetelijke Stadion verdronken, opge
komen waren. Alle kansen voor het openluchtspel
waren hier onbenut gelaten, ondanks de bundels
theorie en symboliek die er van te voren over de we
reld ingestuurd werden. Er was niets te zien en wat
er te zien was, had men op hetzelfde oogenblik ver
geten omdat het geen indruk achterliet. Tooneel
met een paar opgedofte sleeperskarren en een
sjokkerig meewandelende burgerij, af en toe een
zich te kijk stellen van buurtvereenigingen, slecht
ingestudeerd en zinloos van intentie, en dan een ge
denkpenning, ter gelegenheid hiervan geslagen.. . .
dan nog liever, in ruil voor deze totale sof, een
ouderwetsche studentenmaskarade*!
Ook het Lustrumspel der studenten was verre
van volmaakt, allereerst wel om het ontbreken
van eenigen behoorlijken tekst. Het merkwaardige
is echter dat de vertooning zelf, in het licht, het
decor, het zuivere en schoone groepenwerk, dien
sterken indruk achterliet, welke slechts nu en
dan een leekenspel kan bereiken. ... waarvan
men altijd aanneemt, dat het juist op den tekst
moet steunen om contact met den toeschouwer
teweeg te brengen. Zou dan het leekentooneel
ook reeds in dien algemeenen paradox verzeild zijn,
dat een elders gegeven leege vorm juist den weg
aanwijst, dien het van inhoud vol?en overladen
leekenspel maar al te vaak weigert te erkennen?
De vertooning van S.P.Q.A." in combinatie
met het vers van Henriette Roland Holst.... maar
waar is daarvoor de zelfoverwinning in het volk
der toeschouwers, dat gescheiden naar klassen
en vooroordeelen leeft?
Dus houden wij ons maar aan den schijnglans
van gedeeltelijke overwinningen om de de werke
lijkheid van volle nederlagen te ontgaan.
Adverteert
in de Groene
Omdat DE GROENE in
hetgeheele land gelezen wordt
door het beste publiek?door
het publiek dat iets te besteden
heeft. De adverteerder behoeft
niet te betalen voor een ver
spreiding, waarmee hij hon
derdduizenden bereikt, die
juist niet tot het koopkrach
tige publiek behooren, maar
het betaalt hem om in dit
blad te adverteeren, dat hem
direct in contact brengt
met het publiek dat hij zoekt.