De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 16 juli pagina 13

16 juli 1932 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

rUn l Tentoonstellingen van schilderijen tv t m d< T. fie te nt vl *t A tia la Ii dr ee. P» vi w O' ,4 ?r j» l J' . i d c' , Oude schilderijen inden kunst handel P. de Boer, Amsterdam "De Zomerfeesten hebben Amster dam, deze maanden tot een stad van tentoonstellingen gemaakt. Van off ideële, zoowel als van off icieuse, welke laatste dan voor een groot deel staan op rekening van den kunsthandel, ?die ondanks de ook voor dit bedrijf Tveinig gunstige tijdsomstandigheden, in die feesten in vele gevallen een aanleiding vond met speciale exposi ties voor den dag te komen. Zoo heeft ?dan ook de kunsthandel P. de Boer besloten, gelijk het in de voorrede "tot den catalogus heet, het zijne bij te dragen tot de feesten van dezen <zomer" door in zijn fraaie zalen aan de Heerengracht een tentoonstelling te organiseeren van een keur van oude schilderijen uit zijn bezit. Deze keur bestaat uit een 140 werken van een groot aantal, meerendeels in de 17e eeuw thuis behoorende bekende Zuid en Noord Nederlandsche Meesters en van een aantal PetitsMaitres, welke laatsten, met Joost de Mompervooraan, tot de spécialités de la maison mogen gerekend worden. Het is een rijke verzameling die, al vindt men hier uit den aard der zaak geen systematisch overzicht, de kijk op onze oude schilderkunst kan verbreeden en verdiepen, zooals zij dit ook doet ten aanzien van ver scheidene afzonderlijke figuren. Wat dit laatsts betreft kan men misschien voor alles wijzen op een figuur als van Goyen, die men hier met een zes tal werken uit verschillende perioden van zijn ontwikkelingsgang vertegen woordigd vindt. «Staat ons van Goyen meestal voornamelijk voor den geest als schilder van Holland's kanalen en plassen, waarvan hij de atmosfeer met zijn fijn-afgestemde grijzen en bruinen, zoo suggestief weet op te roepen (als zoodanig treft men hem hier aan met een van zijn vele Rivier gezichten bij Loevestein), men leert hem thans ook kennen (met zijn Wachttoren aan zee) als de meer anecdotische, verhalende schilder die hij, voor zijn dertigste, voornamelijk onder invloed van zijn leermeester Bsaias van de Velde (eveneens, met een Veldslag", aanwezig) was. Zijn iets latere Vechtpartij" is een groot doek, waarop de partij, evenals de afzonderlijke elementen" der vech tende boeren en boerinnen, met vaart en expressief geschilderd werden, maar deze groep wat de kleur aangaat, tegenover het omringende landschap met de boerenhoeve en de boomen (waaruit de latere, geheel tot zichzelf gekomen van Goyen reeds duidelijk spreekt) gemaniereerd aandoet. Naast een vijftal de Mompers en daaromheen gegroepeerde Primitie ven zij tenslotte nog gewezen op een drietal werken, die ik tot meest interessante van deze expositie reken. In de eerste plaats noem ik dan een groot stilleven met enkele bossen asperges, een kreeft, een vogel, dat onlangs aan Salomon van Buijsdael werd toegeschreven. Dit stilleven, trekt, hoe sterk de compositie ook wordt vastgehouden en de stofuitdrukking tot in détails verzorgd wordt, toch niet, zooals de oude stilleven-schilders pur sang dat deden, het stukkie stilliggend goed" binnen den cirkel van een inzichzelf besloten intimiteit, maar geeft het eerder breed- uit en rustig liggend te midden van een, naar alle zijden wijkende ruimte. Als zoodanig kan men er de hand van een schilder die bij voorkeur op het landschap afgaat in onderkennen. Vervolgens zij een van de nieuwste aanwinsten van dezen kunsthandel geRubens, Het geloof overwint het ongeloof Tentoonstelling kunsthandel de Boer noemd: de grisaille van Kubens: Zinnebeeldige voorstelling van de overwinning van het Geloof over het Ongeloof", een olieverfsohets, die als een ontwerp voor een statue bedoeld was en waarvan enkele gegraveerde copieën bestaan (een ets van Clouet b.v.) Een bisschop-figuur met mijter, staf in de ene, en monstrans in de andere hand (voorstellende de H. Norbertus, de Stichter van de orde der Norbertijnen of Premonstratensers) heeft zegevierend zijn voet ge plaatst op een, in het stof terneer liggende, ineengekrompen athletische mannenfiguur die het hoofd half naar boven wendt. Het is een magistrale schets die, voelt men, geheel naar de beeldhouwkunstige verwerkelijking toegedacht werd. Intusschen springt het wel zeer duidelijk in het oog, dat de liefde en het. . . . geloof van den schilder Kubens, hier meer uitging naar de figuur die het ongeloof moet symboliseeren, dan naar de Heiligefiguur, die het geloof belichaamt. Tenslotte moge nog genoemd wor den het simpele stilleven met haring dat door dezen kunsthandel op naam gebracht werd van Georg Elegels. A. E. VAN DEN TOL Van (?<>?;h in het GemeenteMuseum, den Hang Het is allicht mij geoorloofd nu eens niet over de werken zelf van Vincent te schrijven, die in het ge meentemuseum in den Haag tentoon gesteld zijn, maar over iets, dat toch onmiddellijk met deze werken te maken heeft; over de lijsten, die om deze schilderijen en voor deze schil derijen gemaakt, ontworpen zijn. Lijsten zijn steeds belangrijk en nu Van Gogh geraakte tot een wijd ver breiden roem. sprak het vanzelf, dat de kostbaarheid van de inlijsting moest volgen. Dat is de gewone gang. Ik herinner mij de vroege lijsten, een voudige witte latten dikwijls, nu zijn er geelachtige om. Vast te stellen is onmiddellijk, dat de oude lijsten niet voldoende waren; zij bleken van het begin af niet geheel-en-al juist en te armelijk. Maar waartoe dient een lijst V Ter afsluiting van het om ringende en hoe moet zij zijn? Zij moet zulk afsluiten op juiste en voor name wijze verrichten; zij moet zon? der nadruk de kostbaarheid en de eenzaamheid van het schilderij dui delijk maken. Dit wordt tegenwoordig opnieuw zeer wel ingezien, en ieder een kent thans die lijsten, die juister wijze doen, wat zij moeten doen. De nieuwe lijsten (geelachtig, met hoeken) om Vincent doen niet wat zij moeten doen; zij zijn daarom een mislukking. Deze mislukking komt de daarin te vinden, volgende fouten. Zij zijn te vlak. zij sluiten daardoor het schilderij niet voldoende af; zij maken het schilderij niet kostbaar genoeg en niet eenzaam genoeg. De kleuren of kleur van deze lijsten, het geelachtige, doen aan de kleurkracht van Vincent alle mogelijke schaê. Moet er dan weergekeerd worden tot de oorspronkelijke omlijsting? Deze was ongetwijfeld te armelijk en ietwat te theoretisch. Er moeten om Vincent andere lijsten, zooals ge ze bij sommige fransche en enkele Hol landers vindt. Dat zijn dikwijls oude lijsten, maar die op bepaalde wijzen door chemische bijtmiddelen gewij zigd zijn, wat de kleur betreft, en wier kleur (naar het witte heen) nooit volledig wit gemaakt wordt, maar zoodanig wordt gemaakt, dat ze een wit vertoonen, dat bij de kleurtotaliteit van het werk onafscheidelijk' hoort. Zoo'n lijst te kleuren tot wat bereikt moet worden, is geen werk voor iedereen; het is op zichzelf een coloristen daad, na de keuze reeds van de oude, gecanneleerde of andere diepe, min of meer georna menteerde lijst. Om Vincent's werk zouden zulke lijsten telkens gescha keerd naar ieder werk moeten komen. Een eendere serie lijsten zooals om de Van Gogh's uit de verzameling Kroller geslagen werd, is dus ook al voor het verstand onmiddellijk on juist; elk schilderij is een individu en eischt een individueele lijst. Dan zal gemeden kunnen worden wat mij in deze verzameling trof: een bepaalde verarming, dan zal ook de verkeerde soberheid vermeden worden. En wie zou dat doen moeten? Ik zeide: het is een coloristen-daad; dus een colorist. En die ware voor goed geld in Holland te vinden; hij moet gezocht worden wil Van Gogh's werk niet door de lijsten als deze worden verschraald. Franschen, Iti.j d'Audretsch, den Haaj;. Xotitie» Bij d'Audretsch vinden wij een groep van late franschen, maar toch niet van d'allerlaatste. Er is een Picasso, een scène in een restaurant, waar wij een der vele uitingen van dezen steeds veranderlijke en begaafde vinden. Van Signac, die in de gediviseerde" schilderijen de ongewone eigenschap vertoont van een toch ro mantische phantaisie hebben we de teekening van een schip, een niet ongewoon object voor een schilder van water en vaartuigen. Twee Marquet's zijn er. Marquet was eens een ongenaakbaar zuivere, vereenvoudig de impressionist, maar wat wij in hem bewonderden, bleef bij buien niet zóó verheugend van gvatieuxe kracht in de zuiverheid. Zeker is n der werken bij d'Audretsch van deze laat ste soort. Van Herbin vinden wij geen cubistische stillevens, van Braque een naakt, liggend. Er is een te betreuren overdrijving in de aandui ding der vormen van den buik bij deze vrouw. En dat is te betreuren; een groen achter het naakt is toch onge woon en rijk van kleur. (Ie ziet hier, hoe een onachtzaamheid van den schilder tegenover het geheel (de buikspierengroep tegenover het li chaam) een schilderij te veel van zijn bekoring kan ontnemen, iets dat bij wat opletten gemakkelijk te mijden ware Keweest. Emile Bernard's stil leven is een reeks van ..bruinen", ter wijl ook Kadda's werk hier eer in n kleur is geschilderd. Luce's bloemstuk is zonder twijfel een der aangenaamste dezer uitstalling. Derain's bloemen in een glas, een klein werk. kende ik en verloor zijn charme niet (kleur !). Als geheel is deze verzameling niet altijd typisch voor (\y schilders, soms zijn de werken niet ten einde toe door werkt, maar anderszijds zijn ze nooit, door zeer persoonlijke vondsten, moei lijk voor den bezoeker. PLASSCHAEKT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl