Historisch Archief 1877-1940
rUn
l
Tentoonstellingen van schilderijen
tv
t
m
d<
T.
fie
te
nt
vl
*t
A
tia
la
Ii
dr
ee.
P»
vi
w
O'
,4
?r j»
l J'
. i
d
c'
, Oude schilderijen inden kunst
handel P. de Boer, Amsterdam
"De Zomerfeesten hebben Amster
dam, deze maanden tot een stad van
tentoonstellingen gemaakt. Van
off ideële, zoowel als van off icieuse, welke
laatste dan voor een groot deel staan
op rekening van den kunsthandel,
?die ondanks de ook voor dit bedrijf
Tveinig gunstige tijdsomstandigheden,
in die feesten in vele gevallen een
aanleiding vond met speciale exposi
ties voor den dag te komen. Zoo heeft
?dan ook de kunsthandel P. de Boer
besloten, gelijk het in de voorrede
"tot den catalogus heet, het zijne bij
te dragen tot de feesten van dezen
<zomer" door in zijn fraaie zalen aan
de Heerengracht een tentoonstelling
te organiseeren van een keur van oude
schilderijen uit zijn bezit. Deze keur
bestaat uit een 140 werken van een
groot aantal, meerendeels in de 17e
eeuw thuis behoorende bekende Zuid
en Noord Nederlandsche Meesters
en van een aantal PetitsMaitres, welke
laatsten, met Joost de Mompervooraan,
tot de spécialités de la maison mogen
gerekend worden.
Het is een rijke verzameling die,
al vindt men hier uit den aard der
zaak geen systematisch overzicht,
de kijk op onze oude schilderkunst
kan verbreeden en verdiepen, zooals
zij dit ook doet ten aanzien van ver
scheidene afzonderlijke figuren. Wat
dit laatsts betreft kan men misschien
voor alles wijzen op een figuur als
van Goyen, die men hier met een zes
tal werken uit verschillende perioden
van zijn ontwikkelingsgang vertegen
woordigd vindt. «Staat ons van Goyen
meestal voornamelijk voor den geest
als schilder van Holland's kanalen en
plassen, waarvan hij de atmosfeer
met zijn fijn-afgestemde grijzen en
bruinen, zoo suggestief weet op te
roepen (als zoodanig treft men hem
hier aan met een van zijn vele Rivier
gezichten bij Loevestein), men leert
hem thans ook kennen (met zijn
Wachttoren aan zee) als de meer
anecdotische, verhalende schilder die
hij, voor zijn dertigste, voornamelijk
onder invloed van zijn leermeester
Bsaias van de Velde (eveneens, met
een Veldslag", aanwezig) was. Zijn
iets latere Vechtpartij" is een groot
doek, waarop de partij, evenals de
afzonderlijke elementen" der vech
tende boeren en boerinnen, met vaart
en expressief geschilderd werden, maar
deze groep wat de kleur aangaat,
tegenover het omringende landschap
met de boerenhoeve en de boomen
(waaruit de latere, geheel tot zichzelf
gekomen van Goyen reeds duidelijk
spreekt) gemaniereerd aandoet.
Naast een vijftal de Mompers en
daaromheen gegroepeerde Primitie
ven zij tenslotte nog gewezen op een
drietal werken, die ik tot meest
interessante van deze expositie reken.
In de eerste plaats noem ik dan een
groot stilleven met enkele bossen
asperges, een kreeft, een vogel, dat
onlangs aan Salomon van Buijsdael
werd toegeschreven.
Dit stilleven, trekt, hoe sterk de
compositie ook wordt vastgehouden
en de stofuitdrukking tot in détails
verzorgd wordt, toch niet, zooals de
oude stilleven-schilders pur sang dat
deden, het stukkie stilliggend goed"
binnen den cirkel van een inzichzelf
besloten intimiteit, maar geeft het
eerder breed- uit en rustig liggend
te midden van een, naar alle zijden
wijkende ruimte. Als zoodanig kan
men er de hand van een schilder die
bij voorkeur op het landschap afgaat
in onderkennen.
Vervolgens zij een van de nieuwste
aanwinsten van dezen kunsthandel
geRubens, Het geloof overwint het ongeloof
Tentoonstelling kunsthandel de Boer
noemd: de grisaille van Kubens:
Zinnebeeldige voorstelling van de
overwinning van het Geloof over het
Ongeloof", een olieverfsohets, die als
een ontwerp voor een statue bedoeld
was en waarvan enkele gegraveerde
copieën bestaan (een ets van Clouet
b.v.) Een bisschop-figuur met mijter,
staf in de ene, en monstrans in de
andere hand (voorstellende de H.
Norbertus, de Stichter van de orde
der Norbertijnen of
Premonstratensers) heeft zegevierend zijn voet ge
plaatst op een, in het stof terneer
liggende, ineengekrompen athletische
mannenfiguur die het hoofd half naar
boven wendt.
Het is een magistrale schets die,
voelt men, geheel naar de
beeldhouwkunstige verwerkelijking toegedacht
werd. Intusschen springt het wel
zeer duidelijk in het oog, dat de liefde
en het. . . . geloof van den schilder
Kubens, hier meer uitging naar de
figuur die het ongeloof moet
symboliseeren, dan naar de
Heiligefiguur, die het geloof belichaamt.
Tenslotte moge nog genoemd wor
den het simpele stilleven met haring
dat door dezen kunsthandel op naam
gebracht werd van Georg Elegels.
A. E. VAN DEN TOL
Van (?<>?;h in het
GemeenteMuseum, den Hang
Het is allicht mij geoorloofd nu
eens niet over de werken zelf van
Vincent te schrijven, die in het ge
meentemuseum in den Haag tentoon
gesteld zijn, maar over iets, dat toch
onmiddellijk met deze werken te
maken heeft; over de lijsten, die om
deze schilderijen en voor deze schil
derijen gemaakt, ontworpen zijn.
Lijsten zijn steeds belangrijk en nu
Van Gogh geraakte tot een wijd ver
breiden roem. sprak het vanzelf, dat
de kostbaarheid van de inlijsting
moest volgen. Dat is de gewone gang.
Ik herinner mij de vroege lijsten, een
voudige witte latten dikwijls, nu zijn
er geelachtige om. Vast te stellen is
onmiddellijk, dat de oude lijsten niet
voldoende waren; zij bleken van het
begin af niet geheel-en-al juist en
te armelijk. Maar waartoe dient
een lijst V Ter afsluiting van het om
ringende en hoe moet zij zijn? Zij
moet zulk afsluiten op juiste en voor
name wijze verrichten; zij moet
zon? der nadruk de kostbaarheid en de
eenzaamheid van het schilderij dui
delijk maken. Dit wordt tegenwoordig
opnieuw zeer wel ingezien, en ieder
een kent thans die lijsten, die
juister wijze doen, wat zij moeten
doen.
De nieuwe lijsten (geelachtig, met
hoeken) om Vincent doen niet wat
zij moeten doen; zij zijn daarom een
mislukking. Deze mislukking komt
de daarin te vinden, volgende fouten.
Zij zijn te vlak. zij sluiten daardoor
het schilderij niet voldoende af;
zij maken het schilderij niet kostbaar
genoeg en niet eenzaam genoeg. De
kleuren of kleur van deze lijsten, het
geelachtige, doen aan de
kleurkracht van Vincent alle mogelijke
schaê.
Moet er dan weergekeerd worden
tot de oorspronkelijke omlijsting?
Deze was ongetwijfeld te armelijk en
ietwat te theoretisch. Er moeten om
Vincent andere lijsten, zooals ge ze
bij sommige fransche en enkele Hol
landers vindt. Dat zijn dikwijls oude
lijsten, maar die op bepaalde wijzen
door chemische bijtmiddelen gewij
zigd zijn, wat de kleur betreft, en wier
kleur (naar het witte heen) nooit
volledig wit gemaakt wordt, maar
zoodanig wordt gemaakt, dat ze een
wit vertoonen, dat bij de
kleurtotaliteit van het werk onafscheidelijk'
hoort. Zoo'n lijst te kleuren tot wat
bereikt moet worden, is geen werk
voor iedereen; het is op zichzelf
een coloristen daad, na de keuze
reeds van de oude, gecanneleerde of
andere diepe, min of meer georna
menteerde lijst. Om Vincent's werk
zouden zulke lijsten telkens gescha
keerd naar ieder werk moeten komen.
Een eendere serie lijsten zooals om
de Van Gogh's uit de verzameling
Kroller geslagen werd, is dus ook al
voor het verstand onmiddellijk on
juist; elk schilderij is een individu en
eischt een individueele lijst. Dan zal
gemeden kunnen worden wat mij
in deze verzameling trof: een bepaalde
verarming, dan zal ook de verkeerde
soberheid vermeden worden. En wie
zou dat doen moeten? Ik zeide: het
is een coloristen-daad; dus een colorist.
En die ware voor goed geld in Holland
te vinden; hij moet gezocht worden
wil Van Gogh's werk niet door de
lijsten als deze worden verschraald.
Franschen, Iti.j d'Audretsch,
den Haaj;. Xotitie»
Bij d'Audretsch vinden wij een
groep van late franschen, maar toch
niet van d'allerlaatste. Er is een
Picasso, een scène in een restaurant,
waar wij een der vele uitingen van
dezen steeds veranderlijke en begaafde
vinden. Van Signac, die in de
gediviseerde" schilderijen de ongewone
eigenschap vertoont van een toch ro
mantische phantaisie hebben we de
teekening van een schip, een niet
ongewoon object voor een schilder
van water en vaartuigen. Twee
Marquet's zijn er. Marquet was eens een
ongenaakbaar zuivere, vereenvoudig
de impressionist, maar wat wij in
hem bewonderden, bleef bij buien niet
zóó verheugend van gvatieuxe kracht
in de zuiverheid. Zeker is n der
werken bij d'Audretsch van deze laat
ste soort. Van Herbin vinden wij
geen cubistische stillevens, van Braque
een naakt, liggend. Er is een te
betreuren overdrijving in de aandui
ding der vormen van den buik bij deze
vrouw. En dat is te betreuren; een
groen achter het naakt is toch onge
woon en rijk van kleur. (Ie ziet hier,
hoe een onachtzaamheid van den
schilder tegenover het geheel (de
buikspierengroep tegenover het li
chaam) een schilderij te veel van zijn
bekoring kan ontnemen, iets dat bij
wat opletten gemakkelijk te mijden
ware Keweest. Emile Bernard's stil
leven is een reeks van ..bruinen", ter
wijl ook Kadda's werk hier eer in n
kleur is geschilderd. Luce's bloemstuk
is zonder twijfel een der aangenaamste
dezer uitstalling. Derain's bloemen
in een glas, een klein werk. kende ik en
verloor zijn charme niet (kleur !).
Als geheel is deze verzameling niet
altijd typisch voor (\y schilders, soms
zijn de werken niet ten einde toe door
werkt, maar anderszijds zijn ze nooit,
door zeer persoonlijke vondsten, moei
lijk voor den bezoeker.
PLASSCHAEKT