De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 16 juli pagina 18

16 juli 1932 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 16 «Juli 1932 N o. 2876 t. ' T i? E 'f: ty & $. fi^ feit* p; iif. Een kritiek op 4e Jong-Friesche beweging Er zijn eenpaar boekjes verschenen, die, in het Nederlt ndsch, den lezer in lichten, over ontstaan, geschiedenis en streven van de Friesche beweging. Ons werd ter beoordeeling toegezonden het werkje van dr. M. de Jong: Friesche cultuurproblemen", uitgegeven bij de firma C. W. den Boer, Middelburg. Het boekje yan den heer De Jong ia in een helderen betoogtrant geschre ven; hier is een knap man aan het ?woord, die scherp analitisch wist door te dringen in de stof en de groote lijn niet uit het oog verliest, ook al han teert hij nu en dan de roede. Het is .vooral een volkomen openhartig ge schreven oordeel; een eerlijke toon .klinkt er uit op en nergens ontmoet men zoetelijke beleefdheden aan het -adres van wel eens als gebenedijd be schouwde lieden uit de Friesche be weging. Gemakkelijk is in te zien, waarom de schrijver volkomen vier kant tegenover Douwe Kalnia, een maal den leider der Jong-Friesche be weging, moest komen te staan. Kalma toch is de volkomen antipode van een Fries als Murk de Jong en dat ver klaart wellicht, waarom de schrijver ? in zijn boekje met niemand zoo gron> dig afrekent als met den heer Kalma, over wiens bemoeienissen op het ge bied der Friesche beweging hij een ver nietigende critiek schrijft, doch wien hij geen voldoende recht laat weder varen, omdat de schrijver den heer Kalma en zijn onloochenbare ver diensten tenslotte noch erkennen noch ? begrijpen kan. Hoewel ik over het algemeen instem met De Jong's cri tiek .op Kalma's doen en laten, dat oorzaak vaii zooveel onnoodige en noodlottige tragiek in de Friesche be weging, is geweest. Na er op te hebben gewezen, dat de Friezen een aparte volkspersoonlijkheid bezitten, dat zij, uit hoofde van hun stambewustzijn, innerlijk anders zijn dan de overige Nederlanders, en het proces der cultureele bewust wording der Friezen te hebben ge schetst, nadert de schrijver het Kalma-tijdperk" en doet al aan stonds iets, wat hem den toorn der Kalmaiaansche Jong-Friezen (die trouwens geenszins in aanzienlijk aan tal meer existeeren) op den hals zal halen. Hij laat de Jong-Friesche be weging niet in 1915 met Kalma, maar resds eenige jaren eerder met den gereformeerden predikant Sipke Huis mans aanvangen. De Jong is eigenlijk de eerste die dit openlijk durft uit te spreken; want als er tot dusver in Friesland iemand was, die iets van gelijken aard kwam beweren, dan was Kalma er als de kippen bij om zoo'n uitlating met zijn banbliksem te tref fen. Dis zeer eigenaardige mensch, die Kalma, steeds was, die eigenlijk nooit heef t begrepen wat dienen in beschei denheid feitelijk is, zag er dan geen been in te verklaren, dat de JongFriesche renaissance met hem en met niemand anders is begonnen. De schrijver kan het niet verkroppen, dat de figuur van Huismans door de JongFriezen naar den achtergrond is ge schoven; hij spreekt zelfs van een gevaar voor onwillekeurige geschiedvervalsching". Ik geloof stellig, dat een objectieve geschiedschrijving van de Jong-Friesche beweging De Jong in de hoofdpunten gelijk zal geven, wat dan zou neerkomen op het rooven van de zeldzaamste en schitterendste veeren uit den pauwenstaart, waar mede Kalma ijdel genoeg was zijn leiderschap te sieren. Toch is er een tekort in het boekje Goedkooper dan de trein is de »Balilla!« Wegenbelasting 48 gulden per jaar. Benzineverbruik per 13 K.M. - l Liter i Hydraulische remmen, dus de grootst mogelijke veiligheid. Een Comfortabele 4-persoons gesloten wagen voor. ... fl. Imp. J. Leonard Lang - Amsterdam-Z. - Stadhouderskade 114 - Tel. 27100 van den heer De Jong. Weliswaar is zijn theorie over het historisme", waaraan ook de «Tong-Friezen zich te buiten gingen, waard te worden over dacht. Maar het kan de laatste waar heid niet zijn over een zoo gecompli ceerd ding als de Jong-Friesche be weging, wier fouten en tekortkomingen De Jong kundig heeft beschreven, maar wier idealistische en visionaire strekkingen hij, uit redenen van de geheel andere nuance zijner persoon lijkheid, niet heeft kunnen bijhouden en in wier ,,mystieke atmosfeer" (hoe gaarne de heer De Jong daarover schrijven mag) hij nooit heeft ver keerd. Hij ziet blijkbaar te veel den uiterlijken kant der dingen en fulmi neert tegen Kalnia, wiens listig diplo matiek gedoe, wiens machiavellisme en behendig talent om mantelorgani saties op te richten, wiens ,,Proteusbestaan" (pag. 84) hem buitengewoon sterk mishaagt. Ontegenzeggelijk is het waar, dat Kalma als desorganisator nog sterkere talenten heeft getoond dan als orga nisator. Van de bloeiende Mienskip van 1918 met welhaast duizend leden is thans nog overgebleven een gezel schap van nauwelijks honderd leden, een droeve en verdeelde rest, die nog wel in den ouden stijl van ,,Langeannes" en Simmerkampen" tracht te komen, maar die onder Kalma's even zeldzamen als xwenkenden tucht nau welijks tot iets positiefs meer in staat is. Toch moet men betreuren, dat de schrijver geen andere waardeering dan een negatieve heeft voor de persoon lijkheid van den heer Kalma en haar verdienste. Want beiden zijn onge twijfeld niet gering ! Terwijl de stem van Huismans verklonk, riep Kalma's tooverwoord en zijn ongehoord op tieken de boeren van het land, de studenten uit de scholen, de jonge(lochters uit de beslotenheid hunner dorpen. Zijn ingrijpen in den gang van zaken in de geschiedenis van het Friesche volk. zijn vlijmscherp woord, dat als een bliksemstraal sloeg in het zelfgenoegzame liberale kamp der Friesche beweging, waarbinnen het ideaal onmachtig bleek wie dan ook tot beginsel op te stuwen, riepen de honderden bijeen, die enkele jaren pal stonden naast hun leider Kalma, tot dat deze tenslotte zijn voorname plaats verloor. .. Niettemin zijn er tientallen in Friesland, die aan dien bijzonderen mensch Kalma eenig geluk, eenige vorming danken, zaken waarvoor de heer De Jong oog noch begrip heeft getoond. Wel erkent hij, dat Kalma's optreden de Friesche beweging heeft geactiveerd, doch de psychische waar den, die Kalma aan het Friesche volk heeft gegeven, liggen buiten het ge zichtsveld van den overigens zeer kundigen schrijver. Een ander zwak stee in het boekje is de beschrijving van den strijd der Noord-Friezen, waarover de heer De Jong blijkbaar zeer ijverig heeft ge lezen, maar waarvan hem de quintessens ontgaat. Te zeggen, dat er in het streven van de Jong-Friezeii iri Sleeswijk onmogelijk iets anders is te zien dan ..een verlengstuk van de Deensche actie uit den volksstemmingsstrijd" is even zot als onrecht vaardig. J. P. WIEKSMA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl