De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 23 juli pagina 10

23 juli 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

IVIn Memoriam M. Bauer (1S64-1932) Het is altijd de natuur (niet de bedoeling) van dei-, romanticus zijn werk een grootst mogelijke eenheid te geven; het is daardoor ook voor hem natuurlijk tot het monochrome (het nkleurige) steeds meer en meer te naderen en in alles n ademend leven zóó veel mogelijk uit te druk ken; onbewust of bewust is de roman ticus hij voor wien alle verschijningen uit n wezen zijn. Dat is de tegen stelling tot den realist, zooals ik al meermalen heb bewezen. Ook de koele romanticus Bauer is een bewijs van deze stelling, van deze waarheid. Wanneer wrij van hier uit beginnen dan is het overzicht over dit werk gemakkelijk, en dan zullen wij weten waarom nheid en adem voor hem die dingen waren, waarom Kinderen zoo goed als alles ging. Het was zaak nooit een detail te geven, da-t scherp uitsprong, alle vormen (ook de zoo geheeten slordige en onnauwkeurige) waren geformeerd om uit te drukken, dat zij nooit stoorden of nooit den indruk ten eerste verstoorde van het groote en levende geheel. Zóó bezien zijn natuurlijk bij Bauer niet alle deformaties, losheden of zelfs slor digheden steeds te aanvaarden, maar zóó begrepen is de algemeene nood zaak van het werk zonder twijfel verklaard. Het werk van Bauer heeft dus nooit stolling in zich. Wanneer het werk niet tot een monochrome voorstelling werd (wat bij den ouden Israëls, den typischen romanticus, het geval is) dan vinden wij bij Bauer steeds die kleur-combinatie, die ge ook dikwijls bij de Romantici kunt SCHILDERS In memoriam Marius Ba kunst bij Huincken Sc Stadsgezichten in Art Marius Bauer Benares aantreffen; de saamstelling van geelen-blauw. een kenmerk bij hen. die niet onder den technischen naam van ,.coloristen, d. i. realisten" te bren gen zijn. Wanneer wij zóó den schilder en maker van waterverwen hebben be paald (hoe natuurlijk is de vloeiende waterverf voor den romanticus) en bepaald hebben in het algemeen, dan blijft de vraag te beantwoorden, welke waren zijn onderwerpen? Dtze zijn van algemeene bekendheid; het zijn gezichten uit het Oosten, stads gezichten en landschappen uit het Oosten ten eerste, en eveneens voor stellingen uit de Middeleeuwen. Ge zoudt nog kunnen zeggen dat in de aquarellen uit den laatsten tijd een lichter-woi den der kleur trof. en dat alles meer nog de ijlte van een adtm kreeg. Maar meer dan deze aquarellen- en schilderijenmaker, is Bauer voor de meesten de etser; als zoodanig verwierf hij zich een voor een Hollander uit zijne periode een ongewone bekendheid. Natuurlij k is bij hem de naam genoemd van Hol land's grooten en grootsten etser: Rembrandt. Gedeeltelijk is dat te verklaren; bij Bauer als bij Rembranut vindt ge de open etsen (uit lijnen bestaande met groote tusschenruimten tusschen die lijnen) en de andere etsen, die ge de gesloten etsen zoudt kunnen noemen, waar een ets niet enkel een kriskras van enkelelijnen is. maar waar diepe donkerten wisselen met lichter en lichte partijen. Van deze twee soorten besta-an tusschenstaten. die het n en het andere vertoonen. Wellicht gaat onze voor keur als het meest f/raphisclic deel van zijn zwart-en-wit naar de open etsen, waar de voorstelling (dikwijls gedeeltelijk een phantaisie) wordt uit gedrukt door een klein getal lijnen hoe wel wij begrijpen, dat voor anderen de etsen van groote brokken architectuur (gemengde en gesloten etsen) met figu ren etc. een aantrekkingskracht bezit ten, die niet altijd dezelfde voor ons is. En ik noemde straks den naam: Rembrandt ! Ongetwijfeld is Bauer in zijn etsen kleiner steeds dan Rembrandt. Het psychisch drama was niet in Bauer; zijn verhalende en vertellende lijn verhaalde nooit Rembrandt's groot verhaal, noch groote dramatische ontroeringen. Tit dat verhalende in Bauer volgt van zelve de mogelijkheid in hem tot het illustreeivn van werken, wat hij teekenend, lithographeerend en et send deed en kon doen. Teekenend deed hij dat in de deelen van de 1001 Nacht (twee keer) en niemand, die deze groote reeksen van teekeningen op de bladzijden van deze 1001 Xacht zelf zag. improvisatie na improvisatie. neeigesj'hieven als in een loopende hand. kan ontkennen. dat daar Hum r weinig werd overtroffen en zelden mei-i' ge-evenaaid. Kn om nog ('"''ii reden is deze leeks illustratii s /eer bclaïigri..k. Humor houdt den A. Plasschaert romanticus gezond, anders verzeilt h licht tot sentimentaliteit en tot lee£ heid. Humor is in verscheidene va deze illustraties niet te ontkenner zij het dan ook bij Bauer een ee koele humor, niet die van een groot bewogen hart, wel die van speelsche: verhaler. . . . Hiermee meen ik juist en in h kort verklaard te hebben wat wij i' Marius Bauer, Opiumschuive Bauer bezaten en door den dood va Bauer hebben verloren, is dit nie van het allergrootste, het is toe ruim geneieg om het te voelen in ee tijd in Holland, die wat de schilde] kunst enz. aangaat iets van een sti stand vertoont, een te vroege sti stand in vele .schilders-levens. In Arti en bij Ituffa. Am Hterdampc.he stadsgezlfli ten. Xotities Wanneer wij een aantal stadsgf zichten («9, CO. 3, 55 (keurig) l: 3, l, 54, 33, lli. 32, enz), uitzoi eieren als eer gewone verschijnii gen in de perioden, waartoe z behooren, dan blijven er e>p dez aardige tentoonstelling in Arti nog g< noeg werken over. waarover een oj merking te maken, een notitie hie is neer te schrijven. En wanneer w dan nog. zonder verder te bespiegele dan aan notities past. speelsch wv de volgorde aangaat deze notitie neerschrijven, dan kunnen wij b< ginnen te '/.eggen dat van de Aei van der Xeei-'s ongetwijfeld liet ge zielop den Amstel bij Ouderkerk <lo< zijn eer Kombre grootheid een wei' van den/.elt'<leii schilder (de Morite baanstoreii Xo. IS) g< makkelijk o\>:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl