De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 23 juli pagina 11

23 juli 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

m TEEKENAARS vr - Hollandsche Schildererjon - Amsterdamsche en in kunstzaal Buffa i A. E. v. d. Tol treft. De Noorderkerk van Van Beerstraten doet ons als kleur denken aan werken der nieuwe zaaklijkheid, terwijl wij de Oude Vischmarkt van Jacob van Ruysdael prijzen om de lucht, waartegen de zeilen der schepen aandoen, als iets te veel schoonge maakt, en te wit in het geheel. Een No. 7, weer van Van Beerstraten, is curieus door de spits-geschilderde sneeuw en de stijve" arresledan, Laatste werk terwijl No. 9 van Berckheyde eigen aardig blijft door het wittig-grijze licht en door een lucht, bijna als een eentonigheid geschilderd. Een derde stuk van Aert van der Neer heeft als bizonderheid een kalm stuk lucht tegenover het andere deel waar de brand op-laait; schraal en met iets geraffineerds erin is ten Compe's Leidsche Gracht bij de Iluidenstraat. Op No. 10, Job. A. Berchheyde vin den wij het Stadhuis met een groene kleur, No. 50 is van Nooms, genaamd Zeeman, gevoelig onder de donkere lucht evenals het werk \an denzelfde, No. 51 stemming bezit, weer onder een duisteren hemel, terwijl Saenredam's stadhuis te Amsterdam edel, teeder, met iets ijls in zijn geel is en een teekening daarvan wezentlijk is voortreffelijk. Zwak maar fijn is No. 74 van Vinkeles, draderig neergeschreven en vertellerig is Visschers' Wetering, terwijl wij 17 land schap en stad van v. Borgsom on gaarne hier zouden vergeten. Onmid dellijk treft Jacob Maris' Schreyerstoren, als een groot-muzikale into natie; geestig doen -daartegenover aan Isaac IsrapJs Stadsgezicht (99) en 101, een Dienstmeisje. Jan Sluyters' Amstelveenscheweg (het blauw in de lucht is niet zuiver) en zijn Schinkel zijn scherp-moderne dingskes; blauw is Hulshof f Poli's gezicht op de Nassaukade, omhuld van blauw Wolter's Omval (125). Witsen is met Breitner een der twee laatste schilders van Amsterdamsche stads gezichten. Breitner is de grootste van de twee; het is Amsterdam levend, zelfs als het rustig is; bij Witsen is Amsterdam, peinzend, vol herinne ringen. Beiden zijn zij hier kenmerkend vertegenwoordigd, zooals Karsen dat ook is en in haar vlotheid Mevr. Westendorp-Osieck (120 enz.). Af zonderlijk staat tusschen al deze Martin Monnickendam met zijn email achtig geduvel van kleuren. Twee bekoringen kunt ge in zulke verzamelingen als deze is, steeds vinden; ten eerste eten en drinken voor den minnaar van stadstopographie (hij vindt die meer bij de ouderen) kleurverrukkingen voor den zoeker van het schoon; deze zoeker vindt wat hij zoekt zoowel bij vroegeren als bij laatren. Van Breitner's stadsgezichten is neg eenafzcnderlijke tentoonstelling in den kunsthandel Bviffa. PI ASSCFAERT Moderne Xederlandsehe schil derkunst bij Huïnck en Seherjon, Amsterdam De kunsthandel Huinck. en Scherjon houdt deze maand een keuze-ten toonstelling van werk van een aantal modernen", niet de bedoeling daar mede een kort overzicht te bieden van den jongsten ontwikkelingsgang der Nederlandsche Schilderkunst. De bedoeling van deze tentoon stelling is het geven- van een kort apercue, meer dan het vestigen van de aandacht op de individueele pres taties. De werken van de ver schillende exposanten werden door elkaar gehangen teneinde een alge meen beeld te verkrijgen. Dit door elkaar hangen komt ook niet al tijd de individueele prestatie tengoede. Van het meerendeel der in zenders zag men het werk dat hier hangt reeds elders. Ik releveer van dat bekende werk: een Compositie van Mondriaan uit 1911, uit den tijd toen de schilder zich nog niet geheel van de natuur had wég-bezonnen; een sterk, sonoor, op bruinen en wit ten gecomponeerd appel- en dorre blaren-stilleven van Charley Tooi op: de vrouw met de sigaar, Mer cedes te Barcelona" en de van bovenaf geziene boom en man aan grachtkade van Pijke Koch; de tot rechte, het rhythme van het geval zeer goed suggereerende. lijnen verabstraheerde ..Acrobaten" van Bendien : een meisjes portret van Jan Sluijters. Xiernv zijn o.a. een groot naakt van Oharley Toorop. waarop wat het lichaam letieft, in tegenstelling met liet hoofd.. nog valt dool' te wei-ken, nieuw vc.'or Am-jterdam; ecu in de wei John Radecker rustend schaap met de als in steen gehouwen en sterk gestyleerde wol krullen van R. Bremmer, benevens zijn portret van man-met-baard dat aan zijn portret van van der Leek uit 1924 herinnert; een zelfportret, een vrouwenkop en het stilleven met niets anders dan een gekrinkeld tafellaken van den jongen Fernhout, in wiens werk, streng geconcentreerd en ern stig als het blijft, de door mij bedoelde nieuwe bloei zich in den korten tijd dat hij werkt in snel-toenemende mate gaat vertoonen; en tenslotte een simpel, tegelijk sterk en teeder ge schilderde vrouwenprofiel van John Radecker tegen een muur aan gezien en met terzijde op den achtergrond, een in het ijle blauw-grijs weg-schemerend kerkgebouw. Radecker is ook, als eeiiige beeld houwer, nog vertegenwoordigd met enkele van zijn plastieken waaraan men ook nu weer bewust wordt, dat hij van onze thans levende beeldhouwers met recht de Koning heeten mag. Alle aandacht valt hier echter op dit geschilderde vrouwenportret, dat ik niet aarzel verreweg het belangrijkste stuk van deze geheele tentoonstelling te noe men en dat alleen al een gang naar deze zalen waard is. Er zijn weinig portretten, oud of modern, die met zulke sobere en door en door eerlijke middelen zóó indringend en ontroerend spreken van een ,,naar binnen ge keerde menschelijkheid" tot in den droom vervolgd, zonder dat ook maar een oogenblik de werkelijk heid" in den droom verijld of ver lengend wordt.... A. E. VAN DEN TOL Marius Bauer Citadel van Caïr

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl