Historisch Archief 1877-1940
N o. 2877
De Groene Amsterdammer van 23 Juli 1932
19
Uit saamhorigheid" bleven wij dit jaar binnenslands.
Anderen gaan echter de grenzen over. Maar niemand
kan echt van z'n reis genieten zonder 'n
ZEISS KIJKER van SCHMIDT
C ro quante Uit het kladschrift van Jantje
croquetjes
V i
rt
door Alida Zevenboom
Wil u wel gelooven dat ik nog
altijd de klank van meneer Ruys de
Berenbrouck's stem in mijn ooren heb ?
Ik moet u zeggen dat ik van zijn
redevoering voor de micro, zooals
ons acteurtje dat rare ding noemt,
echt genoten heb; ik heb van mijn
' leven onder het gehoor van heel wat
eerwaarde heeren gezeten en ik moet
het tot mijn schande bekennen dat
er heel wat bij waren die mij langzaam
maar zeker ia slaap soesten en dat
waren misschien nog de beste rede
naars. Van dominees die eerst een
heelen tijd lang hun stem laten dalen
tot het net is of ze wat tegen een
koster fluisteren en dan in eens hun
stem uitzetten dat je denkt dat het
dak splijt, van zulke redenaars moet
ik niets hebben. Die schrikken je
maar wakker, net als je lekker droomt
?van een mokkataart of van een
dampend glaasje rum voor de koude
voeten, die je nog wel eens in een
kerk oploopt. Noemt u dat maar
redenaars! En ik heb dominees ge
hoord, die een spraakgebrek hadden,
net als de helft van onze
tooneelspeelsters die ik op mijn vrijkaartjes ge
zien en gehoord heb maar van dat
alles bij minister Jonkheer Ruys ge
lukkig niets. En toen ik hem zoo hoor
de spreken, deed ik mijn oogen dicht
om mij eens goed voor den geest te
halen hoe hij er, te oordeelen naar zijn
stem, eigenlijk uit moest zien. En
ik zag in eens den man voor me
die versche waar brengt voor Mimi,
de poes. Op hem moest minister Ruys
lijken, als hij tenminste een uiterlijk
zou hebben dat op zijn stem paste.
Ben vriendelijk man met een kaal
hoofd en een lange kin, met zachte
blauwe oogen en altijd een tikje
vriemelend aan de weegschaal als
hij de verschewaar afweegt. Een
slecht acteur" zei ons acteurtje die
mee luisterde en het zou hem niets
verwonderd hebben als hij spreekles
genomen had bij meneer Albert Vogel,
liet hij er op volgen, want hij legt
alle klemtonen verkeerd maar daar
kan ik niet over oordeelen. Maar
doordat hij zoo mooi sprak, ontging
mij eigenlijk heelemaal waar hij het
over had, wat er ook minder op aan
komt, want betalen zullen we toch
wel moeten. Maar als me
vrouwzaliger dat nog eens had kunnen be
leven dat de stem van een echten
minister zoo maar klonk in de huis
kamer van Aaltje ! Vroeger wist een
mensch niet eens hoe een minister
er uit zag en ik wil u wel bekennen
dat ik over de vijftig was vóórdat ik
eigenlijk voor het eerst wist wie
minister van Financiën was en uit
wiens naam je boeltje werd opge
schreven. En denkt u dat het volk
tegenwoordig beter op de hoogte is?
En dan lezen ze nog wel veel meer
de krant dan wij, vroeger. En nu
kun je geen blad opslaan of de minis
ters staan er in en hebben zich laten
kieken en nu heeft onze eerste minister
met mij gesproken, zooals hij niet zijn
collega's spreekt en noemt u dat niet
democratisch? Maar door die rede
voering van meneer Ruys hebben
mijn kruisbessen, waarvan ik bezig
was jam te maken, gevaar geloopen,
nog erger dan onze staatsfinanciën
gevaar loopen, denk ik. Ik ben bezig
te wekken, want waar haal je voor
je pensiongasten in den winter de
groente vandaan die ze lusten ? Bij
mevrouw zaliger hadden wij Keulsche
potten met snij- en spercieboonen
en andijvie en zuurkool, maar daar
hield het mee op, maar als u nu in
mijn provisiekast komt, dan vindt
u er een heele boomgaard op sterk
water en daar ik niet weg te slaan was
van minister Ruys, liet ik het acteur
tje roepen niet de opdracht dat hij
zoolang de kruisbessen moest roeren
tot ze rood waren en wat deed de
stumper? Hij roerde de tuinboontjes
en dat moet van 't winter hoofdrollen
spelen bij meneer Verkade l Zijn er
nog mannen die wat waard zijn in de
huishouding? U zal zeggen: zijn er
ook nog wel vrouwen? en dan kan ik u
geen ongelijk geven. En wat verstan
dig van de menschen dat ze er geen
kinderen meer op na houden want ik
zie het aan kleine AH het kind is
met loffelijk ontslag van de school
gekomen en wat moet ze beginnen?
Ze wil dokter wórden, maar is dat een
vak tegenwoordig met al die gezond
heid om je heen? Vroeger was er
nog wel eens een epidemietje waar wat
aan te verdienen viel maar tegen
woordig is alles zoo gezond dat de
dokters eigenlijk de eenige zieken
nog zijn van de ellende dat zij geen
patiënten meer hebben. Gelukkig
heeft het kind het van de week nog
al druk want neef uit de
Oommelinstraat is Zaterdag twaalf en een
half jaar stempelaar en ik vond ook
dat dat best gepast gevierd kon wor
den, want ik voor mij vind zoo'n
jubileum veel verdienstelijker dan dat
je twaalf en een half jaar bij n
patroon de boeken hebt bijgehouden
of twaalf en een half jaar lang je
door n en dezelfde mevrouw hebt
laten uitschelden. En toen meneer
Ruys Dinsdagavond zoo gevoelig
sprak over de werkloozen en hun
jammer, toen moest ik onwillekeurig
denken aan den tijd dat er geen werk
loozen waren en het gekke van het
geval is dat toen de menschen negen
en twaalf en vijftien kinderen hadden
en er voor iedereen die werken wilde,
werk was en dat degeen die werkte,
twaalf en zestien uur achter elkaar
werkte en toch was er altijd maar
weer genoeg werk, terwijl nu de
menschen n of geen kind hebben,
acht uur werken of wat er voor
doorgaat, er dus veel minder men
schen zijn en meer werk en toch
millioenen werkloozen! Daar kan
mijn domme verstand niet bij en nu
zeggen ze wel dat dat allemaal door
de machines komt maar die machines
moeten toch ook gemaakt worden
en om die machines te maken, moeten
er toch ook machines voor zijn die
toch ook maar weer gemaakt moeten
worden en zoo ga je maar door en
- toch geen werk ! Het is jammer dat
de radio nog niet zoo ver is dat je
aan een spreker in je huiskamer
vragen kan stellen, anders had ik
meneer Ruys beslist gevraagd of hij
er ook geen gat in zag en dacht u dat
hij niet geantwoord zou hebben, zoo'n
vriendelijke man, te oordeelen naar
zijn stem? En als hij niet Roomsch
was dan zou ik er geen minuut over
denken of ik zou op hem stemmen
als het weer verkiezingen zou zijn.
Als meneer de Geer net zoo'n stem
heeft als meneer Ruys, dan zal ik
me met geweld moeten bedwingen
want anders stuur ik hem nog mijn
dubbele belasting als hij een beroep
gaat doen op onze zakken. Want dat
lijkt mij het gevaar van die rede
voeringen van ministers door de micro,
en nu krijg ik net een telefoontje
van meneer tierzon dat er een ge
bloemde strandpyjama voor me
onderweg is, met het verzoek er mee
in een wagen van lijn 2 te stappen
om te zien of meneer Lulofs van de
tram net zoo coulant is als ze dat in
den Haag zijn waar ze de
strandpyjama's in de tram toelaten, maar
of ik zal durven? Ik ben er, gelukkig,
nog slank genoeg voor en ik zie dio
rolmops van schuin-hierover met haar
tachtig honden al kijken als ik...,
maar zal ik durven ?. . . .
Nieuwe uitgaven
Met Hagenbeck in het Oerwoud,
door Wilhelm Munnecke.
Schellens en Gillay, A'dam.
Dit zeer boeiend geschreven boek
is voor kinderen natuurlijk het aller
meest geschikt. De diverse
jachtverhalen op Sumatra en Ceylon geven
een goed beeld van de moeilijkheden,
die verbonden zijn aan het vangen
van onze artis- en circusdieren. Het
ontbreekt ook niet aan de noodige
spanning, terwijl onze jongens nog
verrast worden met een sensationeele
wending in de terugreis naar Europa.
Een klassiek voorbeeld van een boek
voor jong en oud ! J.