De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 23 juli pagina 2

23 juli 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

l* * . ? De Groene Amsterdammer van 23 Juli 1932 .No. 2877 f-. Dierenvrienden door Melis Stoke Teefcenlngen door Harmsen van Beek Gelijk een spreker uit de oudheid nimmer moe werd te verzekeren dat Carthago verwoest moest worden, zoo zijn er ook lieden in onze tegenwoordige samenleving die bij de onmoge lijkste gelegenheden zekere door hen gefavoriseerde theorien en practijken onder de menigte trachten te slijten. In de eerste plaats denk ik daarbij aan de welbespraakte juffrouw die er ons met een onuitputtelijk geduld van tracht te overtuigen dat alleen met een zeer sp'eciaal wondennes koolrapen, komkommers, wortelen en sla in zoodanige vormen zijn te brengen dat ze in gelijke mate oog en tong aangenaam zijn. j Ik heb de juffrouw met dat mes nu reeds achter eenvolgens gekoppeld gezien aan ondernemingen die respectievelijk het propageeren ten doel hadden van: Het goedkoope Landhuis. Het ideale geluidstoestel. De hygiëne voor, gedurende en na de bevalling. De opvoeding van 60 millioen Aziatische ingezetenen tot zelfbestuur. De efficiency in de huishouding. Het practische kantoorlokaal, en nog veel meer. En bij al die tentoonstellingen, of ze nu golden opvoeding, hygiëne, huisvlijt sierkunst of economisch koloniaal bestuur, werd de juffrouw niet moe om te betoogen en ook daadwerkelijk te bewijzen, dat komkommerschijfjes met gekartelde randjes en aardappelen in spiraalvorm veel verrassender en apetijtelijker zijn dan deze producten zooals moeder natuur ze ons nu eenmaal in haar volkomen gebrek aan fantasie ter beschikking heeft gesteld. De juffrouw van de groenten heeft een onafscheidelijken makker aan den mijnheer die stof zuigers demonstreert en aanprijst, die alle andere stofzuigers bestempelt met woorden van de diepste verachting en ironie, en die voortdurend Perzische kleeden bevuilt om ze weer triomfantelijk schoon te kunnen maken. Ik geef deze beide profeten voor een aangenamer leven slechts als voorbeelden, ik kan ze flankeeren door tientallen andere door handelsgeest en herordeningsmanie bezetenen. Al deze menschen hechten hunne leuzen tot verbetering van het lot der menschheid aan elke propaganda, elk doel, onverschillig wat, mits het maar menschen bijeenbrengt. .. . gelijk de man die Carthago maar niet overeind wilde laten staan dat voor hen deed. Met uitzondering heb .ik in deze opsomming niét gewaagd van de pure idealisten die ook hun Carthagotjes hebben en de markt zoeken om meeleggers te vinden voor hun campagnes. Ik heb namelijk zeer veel eerbied voor die cathegorie. 'Ze willen dierenmartelaars bekeeren, drinkers in Dezer dagen ben ik geheel onverwacht in zulk een kamp terecht gekomen, op een roezige tentoon stelling. We hadden een Turk die Duitsche weelde artikelen aanprees, een juffrouw die zonder eenige overtuiging naast een koelmachine zat en een heer die een allersmerigst avondtoilet tot blinkende reinheid bracht, links laten liggen, teneinde af te gaan op eene demonstratie die meer rechtstreeks gewijd was aan het sociaal-economisch doel dat de expositie nastreefde, toen wij onverhoeds terecht kwamen tusschen vijf vriendelijkeanenschen twee dames en drie heeren op leeftijd, die ons zonder eenige inleiding toeriepen dat het dier niet, gekweld mocht worden. Wij knikten in het voorbijgaan instemmend en zelfs prijzend, maar daarmee, en wellicht juist daardoor, waren we er niet van af. Het dier, riep een der dames mij verontwaardigd recht in het gezicht, heeft evenveel recht op geluk als wij " Welzeker mevrouw, zeide ik vriendelijk en trachtte mij een weg te banen langs haar heen.... natuurlijk mevrouw.... !" Intusschen was Mathilde bij den arm gevat door een der heeren, die haar verzekerde dat ook een dier kon lijden. Mathilde staarde mij, in den greep des grijsaards, aan alsof zij zelve zulk een lijdend dier was, en ik haastte mij te verklaren dat wij thuis een hond en een poes en zes parkieten hadden die allen een recht gelukkig en geheel pijnloos bestaan voerden. Er had zich een kleine kring van belangstellenden om onzen groep gevormd, en juist omdat wij niet den schijn wilden wekken dat wij dierenmishandelaren waren, die nu grondig bekeerd zouden worden, volgden wij de ijverige propagandisten in hun afdeeling. Wat wij daar aan gruwelijkheden te zien kregen grenst aan het onwaarschijnlijke. Ik zal u de prenten van mishandelde, getergde en uitgeteerde dieren niet beschrijven, maar we namen ze'alle in oogenschouw en huiverden oprecht. het rechte spoor brengen, ongehuwde moeders beschermen en vogels sparen. Ik word er zoo akelig van" fluisterde Mathilde, die geen kip kwaad zou doen mij in het oor. Maar een der heeren vervolgde met dreigende stem en gebaren zijne beschrijving van de afschu welijke marteldood die een hond in Sowjet Rusland gestorven was. En hebt u daar niets tegen kunnen doen. . . . ?" vroeg ik belangstellend, en met een voorzichtige schrede in de richting van den uitgang. Mathilde moest, in een hoek gedrongen, uit drie ijverige damesmonden vernemen welk lijden de wetenschap de marmot, dat snoezige dier, heeft opgelegd, om nog niet eens te spreken van den kikker.... Wij verlieten het gezelschap huiverend. Indien wij dierenbeulen waren geweest zouden wij vol schaamte zijn weggesneld, om onze thuis aan kettingen vast- en kromgesloten huisdieren te bevrijden. Maar deze sprongen ons vroolijk tege moet, en we konden ons slechts afvragen waarom men juist ons al die narigheden had verteld. Een officier en tien man9 De toestand in Duitschlamf Pas over jaren zal de historie in staat zijn op objectieven grondslag een oordeel uit te spreken. over den koers van het Ministerie-von Papen. Het is vaak voorgesteld alsof dit kabinet een proefballon was voor een nationaal-socialistische regeering. Aan den anderen kant heeft men hooren. vertellen, dat dit kabinet een soort wal was, door de leiders van het bedrijfsleven in samen werking niet de Potsdammer generaals opgeworpen tegen den nationaal-socialistischen vloed. De waarheid zal wel in het midden liggen en de gene raals, zich bewust van het feit, dat zij de Bijksweer niet meer in de hand hadden en met de Bijksweerabsoluut niets zouden beginnen tegen de nationaalsocialistische stormtroepen, omdat het kader van de Bijksweer naar het nationaal-socialisme zou overloopen, hebben getracht om de Hitleriaansche beweging op te vangen door haar wettige erkenning af te dwingen. Zoo is de regeering Schleicher-Papen in het zadel gekomen. Maar ieder die wel eens in de letterlijke bet ee kenis des woords in het zadel" geweest is, weet uit ervaring, dat het moeilijker kan zijn zich in het zadel te houden, dan er in te komen. Er waren twee redenen, die de prominenten in den lande zóódwingend van aard oordeelden, dat het vervangen. van Brüning door de combinatie SchleicherPapen niet langer uitgesteld mocht worden. De eerste was: de overtuiging dat Brüning meteen daadwerkelijk opstandige rechts-radicale oppositie in Lausanne geen resultaat zou kunnen bereikenEen generaals-regeeriiig meende geen opstandige oppositie te hoeven vreezen. De tweede reden was van bijna diametraal tegengestelden aard. Brüning; was den hoogen heeren vooral den ,,Wirtschaftsführer" niet pro-Fransch genoeg. En deze reden had een kern van waarheid. Brüning dacht ruim en internationaal, maar in de buitenlandsche politiek had hij zich aanvankelijk eenigszins. nationalistisch aangesteld. Vooral was het een fout, dat hij zich door Curtius op sleeptouw had laten nemen inzake het tegen Frankrijk gerichte Anschlussplan. Dezelfde Wirtschaftsführer", die twee jaar geleden nog een economischen oorlog tegen Frankrijk hadden aangedurfd en in Brüning een niet al te energiek tegenstrevend werktuig: vonden, capituleerden toen zij den strijd verloren en joegen Brüning als zondenbok in de woestijnDe centrum-kanselier zelf had de onvoorzichtig heid gehad, op dit spelletje in te gaan, in de ver beelding dat hij het radicale nationalisme daarmee den wind uit de zeilen zou nemen. Wat Brüning dan ook nooit had kunnen doen uit vrees voor den toorn der radicale reactie capituleeren voor Frankrijk dat konden tenslotte de reactionairenMaar wat moest er verder gebeuren? De heeren uit Potsdam waren eerder geneigd, de Hohenzollerns naar Berlijn te halen dan Hitler. Intusschen staan, als onvermijdelijk gevolg van de ontbinding; van den Bijksdag en van de regeerïng-Brüning,. de verkiezingen voor de deur. Wat zullen die voor Schleicher-Papen brengen? Op een rechtsradicale meerderheid rekenen de Potsdammer generaals niet. En zeker niet op een workingmajority" van links en centrum. Het valt niet te ontkennen, dat in dezen hun prognose samenvalt met hun wensch. En die is: een Bijksdag die hen duldt en slikt aan den eenen kant; en aan den anderen kant of volgens hun begrip, daarboven een regeering die tegenover een parlement, dat tot geen meerderheid en geen besluiten in staat is,. de eenige mogelijkheid vormt. Om dan, met Bijks weer en politie (en zoonoodig met behulp van de Nazi-troepen en met passeering van Hitler) het gezag uit te oefenen. Een identieke situatie dus, als in Pruisen. Een parlementaire cul-de-sac, met als eenigen uitweg een militaire dictatuur. In dit licht bezien blijken alle redenen" (als: communistische relletjes) de explicaties, die von Papen's benoeming tot rijkscommissaris voor Pruisen moeten motiveeren ??van geenerlei beteekenis. Er is maar een reden en dat is de verzekerdheid van het gezag. De Duitsche politiek ging echter steeds mank aan psychologisch inzicht. Het kon wel eens. de misrekening der generaals blijken, dat hun optreden" de ongewisse meerderheid van links-. doet groeien. M. K. JT ''

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl