Historisch Archief 1877-1940
De Groen e* Am sterdam m er van 23 Juli 1932
No. 2877
Uit mijne Aanteekeningen (XIV)
Bibliographische opmerkingen
door Dr Th. H. van de Velde
Josef Ljiindalil, Over de
Hygiëne van den geest 11
Het zal wel niet licht weer gebeuren, dat ik in
d°ze Opmerkingen gewag ga maken van een werk,
dat door den Directeur van een Krankzinnigen
gesticht met uitsluitend wetenschappelijke bedoe
lingen is geschreven. Het karakter evenwel, dat
de auteur, in overeenstemming met zijn eigen aard,
aan dit boek heeft weten te geven, maakt, dat ik
mijnen lezers de kennismaking ermede niet wil
onthouden.
Dr. Josef Lundahl, op 45-jarigen leeftijd in 1930
gestorven, had zich van den aanvang van zijn
medischen loopbaan af aan de psychiatrie gewijd.
Hij hield zich echter niet minder intensief bezig
met philosophische, muzikale en literaire studie,
was een uitstekende pianist, gaf romans en
tooneelstukken in 't licht, en beschikte over een haast
ongelooflijke belezenheid.
Tengevolge van deze combinatie van eigen
schappen bezit zijn boek een prettigen, persoon
lijken stijl en een frischheid van uitdrukking, die
TO3n anders slechts zelden in werken van dezen
aard ontmoet. Daarbij kcmt, dat Lundahl een zeer
goede waarmmer was en dat hij zich de moeite
gaf, zijn gevallen in hunnen famüiairen samenhang
na te gaan, waardoor hij zoowel den invloed van
omgeving en omstandigheden kon bestudeeren als
ook gezond en ziek geestesleven met elkander ver
gelijken. De gelegenheid tot zulk een onderzoek
werd hem verschaft, doordat het terrein van zijn
werkzaamheid, het eiland Gotland, niet alleen in
geographischen zin maar ook door den aard van
zijn bevolking een vrijwel afgesloten geheel vormt.
Voegen wij aan dit alles nog toe, dat de schrijver
de belletristische literatuur aller landen in zijn
beschouwingen betrekt, dan meen ik genoeg te
hebben gezegd om het begrijpelijk te maken, dat
deze ook voor anderen dan zijne eigenlijke
vakgenooten van belang zijn. ledere arts, wiens be
langstelling in psychologische vraagstukken boven
het alledaagsche uitgaat, kan hier gedachten en
aansporingen tot eigen nadenken ontmoeten, die
hem de moeite van het lezen en van het
zich-indenken rijkelijk zullen vergoeden.
Het merkwaardige van deze wetenschappelijke
verhandeling is evenwel, dat zij den literator, den
kunstenaar, den opvoedkundige, den socioloog,
ja zelfs den leek, die zich voor deze dingen interes
seert, niet minder heeft aan te bieden dan den arts.
Vooral in de hoofdstukken over de levensatmosfeer,
over de beteekenis der gemoedsaandoeningen,
over aanpassing aan de omgeving, over weten
schap en kunst, over den opbouw van het familie
leven, over de algemeene zending van het kind,
over intrafamiliaire problemen, over de verschil
lende typen van families, over roeping en psychi
sche hygiëne, over school-onderzoek, zullen de
bovenbedoelde lezers veel vinden, dat hun kennis
en hun inzicht verrijkt, vooral ook omdat het tel
kens door voorbeelden wordt toegelicht.
* *
*
Ik laat hier een drietal staaltjes uit den tekst
volgen:
Kunst. De handeling zelf van het artistieke
scheppen is van groot gewicht voor het psychische
evenwicht. Lundahl heeft vier hoofdpunten opge
steld, die de beteekenis der kunst voor de hygiëne
van den geest raken: kunst als psychische
immuniseering, als het verzamelen en opslaan van zon
licht, als geestesgymnastiek, en als geneesmiddel
tegen het smachten naar een tehuis. Ook Almquist
zegt in zijn voorrede tot ,,Amorina" dat boeken
niet ontstaan ter wille van anderen (van het pu
bliek), doch tot redding der ongelukkige zielen van
de schrijvers zelf. Overal in de literatuur ziet men
dergelijke opvattingen tot uitdrukking gebracht.
In Dante's Vita nuova" staat: Want de beroe
ringen mijner ziel worden gestild als ik schrijf." 2)
Dit is ook een bijna dagelijksche waarneming in
de inrichtingen voor geestelijk gestoorden. De
auteur geeft dan de beschrijving van zulk een
geval.
Lundahl heeft iets beschreven, dat hij het biolo
gische uitdrukkingsvermogen noemt, waarmede hij
die onbewuste of halfbewuste bewegingen bedoelt,
die, om in Plato's taal te spreken, als eurhythmie
of dysrhythmie in het lichaam doordringen. Inder
daad, reeds sedert lang is men overtuigd van de
schade, die door overschatting van ,.het leeren"
wordt aangericht. Rousseau waarschuwt er tegen,
in de opvoeding al te groot gewicht te hechten
aan alle bewuste betrekkingen tusschen leeraar en
leerling.
Waarom let ge op den mond", zoo zegt hij,
wanneer het niet de mond is, die moet spreken?
Let liever op hun oogen, op hun gelaatskleur, op
hun ademhaling dat is de taal, die de natuur
hun gaf om U te antwoorden". Deze biologische
taal (de tusschen dieren gebruikelijke taal) kan
soms uitstekend in den film bestudeerd worden,
die, zooals we allen weten, vaak langzame psychi
sche bewegingen doet zien. Chaplin geeft in zijn
spel tegenover een anderen acteur, die een strenge,
wreede gelaats-expressie toont, de nauwelijks aan
geduide suggestie van een glimlach, een lichte
poging tot toenadering, die onmiddellijk weer ver
dwijnt omdat de ander er zijn houding niet door
laat beïnvloeden. Hier hebben wij, naar het mij
voorkomt, een eenvoudig mikroskopisch onderzoek
van de dierentaal". Ons geheele Jeven is vol van
zulke kleine, abortieve bewegingen. Een bijna
onmerkbare glimlach, die spoedig weer verwelkt,
een dadelijk wegstervende glimp van haat, een
nauwelijks waarneembare verandering van ge
laatskleur, in zulke kleine bewegingen wordt
de werkelijke worsteling tusschen menschen uit
gevochten, daarin komt het msnschelijke dier met
zijn likjes en zijn licht gegrom te voorschijn
Het effect van dergelijke bewegingen is door
Balzac op meesterlijke wijze beschreven in Eug
nie Grandet" en in La recherche de l'absolu".
In Eugénie Grandet" beschrijft hij den schrik en
de vrees, die in een kind gewekt worden door de
stap van den vader op de trap. Juist door het
neven-effect van zulke bewegingen wordt de psy
che van onze kinderen sterk beinvloed. De onop
houdelijke muziek, die hun door hunne omgeving
wordt voorgespeeld, doordringt hunne lichamen
voortdurend en brengt harmonie of disharmonie,
eurhythmie of dysrythmie teweeg. Dit vormge
vende proces heeft echter de bijzonderheid, dat
het bewustzijn er in het geheel niet of alleen langs
omwegen door bereikt wordt, zoodat deze invloe
den aan de herinnering ontsnappen of er zich in
geheel andere gedaante aan voordoen.
In zijn hoofdstuk over de levensatmosfeer (the
atmosphere of the environmsnt) schrijft de auteur
o.a.: Als de stemming van de levensafmosfeer ver
andert, ondergaat m ?n hetzelfde effect als wanneer
mm op een niet gestenvle piano speelt: elk
accoord, iedere mslodie is verwrongen. Tarde heeft
hetzelfde beeld gebruikt: het hart van de
menschelijke 'gemsenschap is als een piano, die in het
verloop van tijd ontstemd geraakt; na eeuwen
kan het geen enkelen zuiveren toon meer geven,
hetzij dan dat er van tijd tot tijd een hervormer,
een stichter van een nieuwen godsdienst, optreedt...
Wij moeten het als vaststaand beschouwen, dat
de mensch zich tot op zekere hoogte aanpast aan
een voor hem ongeschikte atmosfeer. Evenals het
gehoor zijn gevoel voor de waarde der tonen kan
verliezen als het voortdurend aan valsche inter
vallen gewend wordt, zoo kan ook een valsch ge
stemde levensatmosfeer den geest langzamerhand
in verschillende richtingen beïnvloeden bij
voorbeeld in de richting van ziekte of misdaad.
Byron heeft (in Don Juan, Canto VI) op teekenende
wijze den aard van zulk een transformatie be
schreven :
Our least of sorrows are such as we weep;
'T is the vile daily drop on drop which wears
The soul out (like the stone) with petty cares.
ZANDVOORT:
HOTEL D'ORANGE en
HOTEL DRIEHUIZEN"
WIJK AAN ZEE:
BADHOTEL en
ZEE-DEPENDANCE.
Tot 30 Juni zeer verminderd tarief
Doch het is niet slechts een feit, dat iemand aan
de storingen in de atmosfeer van zijne
omgevinggewend raakt. Onder zekere omstandigheden kun
nen zulke storingen zelfs een pikant tintje aan het
leven schenken. Thomas Mann vertelt ons in
Buddenbrooks" dat de kleine Hanno, als hij op
de oude ontstemde piano speelde, opmerkte dat,
al was het dan niet mogelijk zoo melodieus te
fantaiseeren als op de groote piano thuis, hij toch hier
bijzondere effecten kon verkrijgen met eigenaar
dige gevolleerde harmonieën. Inderdaad, er zijn
menschen, die zich het beste op hun gemak gevoe
len, wanneer de atmosfeer, waarin zij leven, ge
stoord is.
Ik zal de verleiding weerstaan, om hier de voor
de hand liggende vergelijking met sommige rich
tingen in de moderne muziek te maken en daarop
voort te borduren het zou een dankbaar onder
werp zijn ! zooals ik bij het voorafgaande voor
beeld heb vermeden, Lundahl's uitingen met de
psychoanalytische leerstellingen in verbinding te
beschouwen, waarvan hij opvallend weinig gewag
maakt. Het was er mij nu immers niet om te doen,
eigen beschouwingen te berde te brengen, maar
uitsluitend, om een proeve te geven van de wijze
van denken en schrijven van Lundahl.
1) On Mental Hygiëne. From the posthumous
papers of Dr. Josef Lundahl (Acta psychiatrica et
neurologica, Supplementum I) Levin &
Munkagaard Publishers, Copenhagen, 1932. 300 blz.
Prijs 12 Deensche Kronen.
2) Ik vertaal uit het Engelsch van Lundahl. In
de vertaling dep Vita nuova" van Nico van
Suchtelen kan ik de correspondeerende plaats evenmin
vinden als in de tot mijn beschikking staande
Italiaansche uitgave. Wellicht heeft Lundahl zich
hier vergist en heeft Dante dezen versregel elders
geschreven.
Het is naar mijne meening een nadeel van het hier
besproken boek, dat de schrijver slechts zelden
nauwkeurig, en meestal in het geheel niet, de plaats
aangeeft, waar de aanhalingen die hij doet, te
vinden zijn. Toegegeven, dat vele verwijzingen
den tekst van een boek op onaangename wijze
onderbreken; het is echter niet minder onaange
naam voor den lezer, als hij, indien hij iets naders
omtrent het aangehaalde wil weten, een heel boek,
of nog erger een heolen auteur moet gaan door
zoeken.
T U l
N
TERRAS
STRANDMEUBELEN
TVKDER
6 ZOHEH