Historisch Archief 1877-1940
No. 2879
De Groene Amsterdammer van 6 Augustus 1932
l*
"
f
f!
«s**1*
l'
Door de sluizen van
't Kornwerder zand
door Jef Last
Teekening cloo r A. C. Willink
'Waarom, waarom," neuriede op
de Lemsterboot mijn Friesche liedjes
zanger, zijn de bananen krom". De
vraag scheen mij matig interessant toe.
Liever had ik gehoord, waarom de
voortreffelijke bootverbinding aan
sluit op een zoo voorwereldlijke tram
als de toile du Nord op een trek
schuit. Waarom niet een snelle bus
verbinding met Leeuwarden, sprekers,
akteurs, zakenlieden in staat stelt
deze verbinding inderdaad als een
belangrijke tijdsbesparing te benutten.
Ik had ook wel willen weten waarom
de Hollander zoo zeldzaam deze ge
legenheid benut om op de goedkoop
ste wijze (Je sensatie van een echte
buitenlandsche reis gewaar te worden.
Ik zou dien liedjeszanger nog heel
?wat andere vragen in den mond
willen leggen, nu ik ook met de boot
van Harlingen over Enkhuizen naar
Amsterdam de reis gemaakt heb.
Waarom lieve vrind, zijn bijvoor
beeld deze booten zoo muf, zoo
tweedehandsch en van God verlaten ? Waarom
neemt men nog nauwelijks de moeite in
de leege eerste klasse een tegensputte
rend potkacheltje met turf te stoken.
Waarom is de achterkajuit slechts
bevolkt met een paar oude tjalkschip
pers die ringetjes in hun ooren dragen,
wat polderwerkers, die de tijd met
kaartspel doodslaan en een
Hollandsche boerin, die haar familie in
Sneek gaat bezoeken?
Zijn wij Hollanders dan geen volk
van zeevaarders? Kan men zich dan
iets heerlijkere voorstellen voor een va
der, die een zoon van zeggen wij, tus
schendel2en!7 jaar heeft, dan zoo'n
echte zeereis van zeven volle uren voor
het minimale bedrag van2 of 3 gulden ?
Jammeren wij niet over de schoon
heid van de Zuiderzee, die tot ver
dwijnen gedoemd heet. Moet het dan
niet heerlijk zijn om van het
promenadedek de oude Drommedaris uit
zee op te zien reizen, de groote bruine
zeilen der tjalken te begroeten en vlak
langs de kittige visschersbooten te
varen, wanneer wijdbeens de Urker
visschers hun netten binnenrukken ?
Maar vooral, zouden wij niet ver
wachten dat, eiken dag opnieuw, een
groep leerlingen met hun onderwijzer,
Tegenpruttelende potkacheltje
Mijn tjalkschippers
trekkers van de jeugdbeweging,
padvinders, A.J.(Vers aan boord stapten
om straks over den nieuwen dijk de
pelgrimstocht naar Zürich te onder
nemen ?
Nietwaar, wij zijn toch allen voor
of tegenstanders, een klein beetje
trotsch op die groote werken. Wij
hebben ons zoo dikwijls, in het
bijzijn van vreemdelingen, op de
borst geslagen met ons: ,.(!od made
the world but the Dutchman made
Holland". Ze weten nu tot in het
achterland van Australiëdat wij geen
land hoeven te veroveren, omdat we
eenvoudig de zee leeg gaan malen.
We snelden allemaal naar de Uitkijk
om de film te zien van Joris Ivens.
En nu. ... niemand aan boord, om
de beroemde sluizen te zien en met
eigen oog de dikte van den afsluit
dijk te meten?
Nu ja, ik weet het wel, we zijn
nuchter in Holland. We maken niet,
zooals de Russen, door de heele
wereld voor onze Gigant of
Dujeprostroj reklame. We spreken eerder
over de nationale ramp", ,,het
centenkerkhof", en vragen ons be
nauwd af of zoo'n hoogvlieger!) voor
een behoorlijk burgerman wel zal
rendeeren. Wij begrijpen wat een
financieel, maar niet wat een moreel
echec is. Onze fascisten zullen het
meer van Numa niet leegpompen
als je hun niet voorrekent hoeveel
procent of dat opbrengt.
Maar toch.
Stel dat we volgens den raad van
vader Sjagrijn, de spade er maar bij
neerleggen. Is het dan niet interes
sant de toekomstige ruïne eens gezien
te hebben, terwijl ze nog overeind
stond? Een ruïne van 30 kilometer,
dat is nog wat anders dan de gevel
van het Leidsche raadhuis. Als straks
eens werkelijk al die millioenen voor
niets in het water zijn gesmeten, is
het dan niet belangrijk dat wij ons
tenminste voor kunnen stellen hoe
.stout eens Hollandsche ingenieurs
dorsten droomen? Komt. burgers,
boeren en buitenlui.
De vaart met de Harlingerboot
kost. eerste klasse, maar drie gulden.
Zeven uur zon, wind. buitenlucht en
gezondheid krijg je op de koop toe.
Over het zilveren zog en de purperen
lucht, over het groene golvenmarmer
en de weeke grijze nevels zullen wij
niet eens spreken. Alleen maar over
een gigantisch stuk menschenwil
dwars door de zee heen. Alleen maar
over klei en zand, bazaltblokken en
rijshout. Alleen maar over kranen en
sluizen, bruggen en zeeweringen. Al
leen maar over de spanning als je
voor op de bak staat en de donkere
lijn van den dijk komt nader en je ziet
dat het werkelijkheid is, die zwarte
streep op je schoolatlas, dat lesje uit
je leerboek, werkelijkheid van arbeid,
energie, willen en kunnen, die hier
tusschen zee en lucht een nieuwe
wereld gebouwd hebben zooals, in
het bijbelverhaal, God de aarde schiep
door zijn machtwoord.
,,Boeren burgers en buitenlui dus
in 1931 begon men het laatste gat
in den afsluitdijk bij Breezand. .. ."
Wie luistert ?
Mijn polderwerkers zitten allang
weer beneden om de kachel te kaarten,
Ze zijn al lang blij dat ze uit dit,
door ieder verlaten oord wegko
men.
Mijn Friesche boerinnetje heeft even
haar hoofd buiten de kajuitdeur
gestoken maar zich snel teruggetrok
ken, omdat er vandaag zoo'n gure
wind staat.
(Slot op pag. 8)