Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. G. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltetna en M. Kann. Secretaris der redactie: C F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam G. * Telefoon 37964 * Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2881
Zaterdag 20 Augustus 1932
Duitschland
een puzzle
T t
*,\
J-T't
l**"-t
door Dr. M. van Blankenstein
Slechte ka n s r it voor geweld Maximum
van spanning, minimum van gebeur
tenissen
Zoo hopeloos verward is op het oogenblik de
"toestand in Duitschland, dat men niet eens van
?een doolhof kan spreken. Ben dergelijke inrichting
"behoort immers een uitweg te hebben dien de
?een of ander den dwalende kan wijzen als hij
?dien zelf niet mocht vinden. De man echter die in
Uuitschland den uitweg kan aangegeven moet nog
"worden ontdekt.
Zelfs geweld kan dien uitweg niet banen.
Hitler is geen Mussolini, en het Duitschland vajj
1932 is niet het Italiëvan 1922. Toen Mussolini
naar Rome oprukte was er geen macht meer in
Italië, die moreel in staat was hem te weerstaan.
T)a regeering kon dat niet. en evenmin eenige
politieke partij. De communistische overstrooming,
«lis maar heel oppervlakkig op een vloedgolf had
geleken, was allang weer teruggevloeid en had bij
slot van rekening den toestand voor Mussolini eer
gemakkelijker, dan moeilijk gemaakt. In Duitsch
land is dat alles anders. M et generaal von Schleicher
?en zijn rijksweer valt niet te spotten. Als leger
en Schupo" niet afvallen van het gezag van
Hindenburg en Schleicher, wat nog niet waar
schijnlijk lijkt, zijn de kansen voor een opstand
uit dien hoofde niet heel groot. Dan echter zijn
?er, naast de nationaal-socialisten, nog andere
partijen die er hechte en strijdvaardige organisaties
?op na houden. Volgens den uitslag der verkiezin
gen zijn socialisten en communisten samen
vrijwel precies even sterk in aanhang als de
nazi's. De nazi's hebben hun streng gediscipli
neerde stormafdeelingen en,.Sturm-Staffel". Maar,
ook als hun tegenstanders minder strak georga
niseerd mochten zijn, dan hebben zij daarvoor
het voordeel dat zij veel meer rijpe mannen in
Tiun gelederen hebben, mannen die den oorlog
hebben meegemaakt. Dit geldt vooral voor de soci
alisten. De communisten zijn niet minder despe
raat dan de nazi's. En 'dan is er het ijzeren front,
"waarin zich vele niet-marxistische elementen be
vinden. Verder zijn er de katholieken, die zich
in vele streken ook niet lijdzaam zullen neerleggen
bij een nationaal-socialistische overweldiging.
De kansen voor een opmarsen' der nazi's in den
trant van den opmarsch van Mussolini zijn dus heel
onzeker. En zelfs al zou de opmarsch als zoodanig
niet mislukken dan zouden de aanvoerders toch
moeten rekenen op een vreeselij ken burgeroorlog,
met volmaakt onoverzichtelijke gevolgen.
De groote industrieelen, die financieel er zooveel
toe hebben bijgedragen om de ontplooiing van
?de organisatie der nazi's mogelijk te maken, zullen
voor een dergelijke onderneming al heel weinig
geestdriftig gestemd zijn. Ten eerste bevalt hun
liet socialistisch program der Hitlerianen
heele:maal niet. Zij werden met liefde gesteund toen zij
nog niet meer waren dan een geduchte tegen
kracht tegen socialisten en communisten. Maar
?de baas moesten zij, ook naar den smaak van de
koningen der nijverheid, toch maar liever niet
worden.
Er is echter een nog veel afdoender reden voor
?de industrie om een opmarsch der nazi's als een
groot, onmiddellijk gevaar te beschouwen. In
liet nijverheidsgebied hebben niet de
nationaalsocialisten het overwicht, maar de socialisten en
communisten. De laatsten vormen er een groot
gevaar. Breekt burgeroorlog uit dan
overheerschen er zeker in de eerste periode de communisten.
Dit is te ernstiger voor de ondernemingen omdat
zij veelal in de, krachtens het verdrag van
Versailles gedemilitariseerde zone van 50 kilometer
breedte op den rechter Rijnoever liggen, waar
geen troepen zijn om de ondernemingen te be
schermen. Van zijn groote begunstigers zal Hitler
dus zeker geen aanmoediging krijgen tot een geweld
dadige onderneming.
Hitler ziet alle bezwaren van een hardhandige
greep naar de macht zeer wel in. Daarom is hij
te ,,wettiger" geworden naarmate een staatsgreep
meer binnen zijn bereik kwam. Maar wat hij
niet kan dat kunnen nog minder, tegen hem gericht,
anderen. Als men dus den toestand in Duitschland
beoordeelt moet men niet al te zeer rekening houden
met de mogelijkheid van een ontknooping door de
wapenen. Met behulp van de politieke gegevens
zal men naar een oplossing moeten zoeken. En
die is dan uitermate moeilijk.
Als in Duitschland, en ook wel elders, de toe
stand politiek onoplosbaar is geworden, dan mag
men verwachten dat met een maximum van om
haal, spanning en gedruisch een minimum zal
gebeuren. Het meest kenmerkende van hetgeen
er in de laatste maanden in Duitschland is geschied
is, dat men in hoofdzaak den pas gemarkeerd
heeft. Men is nu nog even wijs als toen, voor ander
halve maand, de regeering-Von Papen aan het
bewind kwam.
Wie toen nog anders geloofd heeft zal nu lang
zamerhand wel de overtuiging moeten
aanvaarden.datVon Papen nooit gangmaker voor Hitler
heeft willen zijn. Hindenburg heeft steeds door
een hevigen afkeer gehad van een Hitleriaansch
bewind en hij heeft het kabinet-Von Papen
in het leven geroepen om hem te helpen dit af
te weren. Hoe men ook moge denken over de
manier waarop hij Brüning heeft afgezet, niet te
loochenen is, dat men in de laatste periode van
Brüning snel op weg leek naar een overwicht der
nazi's. Het is heel waarschijnlijk, dat de
nationaalsocialistische beweging tot staan zou zijn gekomen
waar zij nu tot staan is gekomen, daar zij bij de
laatste rijksdagverkiezing op haar natuurlijke
grenzen is gestuit. Maar dat kon men toen volstrekt
niet met zekerheid voorzien.
Von Papen, die geen staatsman is, heeft ge
meend de nazi's het beste te kunnen hanteeren.
als hij hen op plooibare wijze behandelde. Hij
heeft zich daarbij, blijkens hetgeen later gebeurd
is, leelijk in de vingers gesneden. Allerlei dingen
hebben een loop genomen, dien Von Papen niet
wenschte. Aan den rijkscommissaris in Pruisen
heeft hij eerst wel gedacht, maar de Zuid-Duitsche
ministers hadden hem dat met klemmende ar
gumenten uit het hoofd gepraat. Toen heeft hij
zich er later toch nog toe genoopt gezien.
Beter is hij geslaagd met zijn ontbinding van
den Rijksdag. Hij rekende op verkiezingen, die
? centrum en socialisten genoeg toeloop zouden ver
schaffen om te verhinderen dat Hitlerianen en
Hugenbergianen samen een meerderheid kregen
Inhoud:
1. Dr. M. ven Blankenstein, Duitschland-puzzle
2. Dr. F. E. Posthuma, Sociale verzekering
A. E. v. d. Tol, Prenten en platen.
3. L. J. Jordaan Hitler's (lucht) kasteel
4. Melis Stoke, Dr. Warhooft, teekening door
Harmsen van Beek
5. Albert Heiman, Het geheime woord
6. Dr. R. Feenstra, Het trainingspak
T. Dr. Jac. P. Thijsse, Voor ora duin
8. Lou Lichtveld, Platen van Lily Pons
.9. W. Wijnaendts Francken Dyserinck, Links
en rechts over onze grenzen.
10?11. Dr. C. P. Gunning, Jeugdherbergen.
12. A. E. v. d. Tol, Schilderkunst?Jan van Nijlen,
De zoon van Napoleon.
13. Mr. H. Scholte. Dramatische Kroniek?Spreekzaal.
15. C. A. Klaasse, Opstanding?
16. Gustaaf Brand, Klasse instinct.
17. H. Minkerhot, De nieuwe tentmensch.
18. Charivarius, Goden gesprekken.
19. Uit het Kladschrift van Jantje Alida Zevenboom,
Croquante croquetjes.
20 Letterraadsel Charivaria Spelproblemen.
Viooltjes
Voortreffelijk*
chocolade tn den
vorm van viooltje».
Een specialiteit.
RINGER5
Lef op den naam f
en aldus aanspraak konden maken op het bewind.
Dat is waarschijnlijk zelfs nog iets beter geloopen
dan Von Papen had durven verwachten.
Het was zijn bedoeling, als het resultaat van
de rijksdagverkiezingen aan zijn berekening be
antwoordde, zelf aan de regeering te blijven als
een extra- en super-parlementair bewind. Hitler
en de zijnen, die bij de Rijksdagverkiezingen de
schokkende ontdekking deden dat er voor hen
geen vooruitzicht bestond zelfstandig een meerder
heid te veroveren, hadden nu het gevoel gekregen
dat zij van deze gelegenheid moesten gebruik
maken om de macht in handen te krijgen daar een
zoo goede gelegenheid wellicht niet terug zou
keeren. Daarom maakte Hitler, als hoofd van de
sterkste partij, aanspraak op het rijkskanselierschap
en op toepassing van de beginselen van zijn partij.
Hij beriep zich daarvoor op parlementair recht.
Dit is natuurlijk onzin. Er zijn allerlei partijen
in parlementair geregeerde landen, zooals de
socialisten in Zweden en de katholieken in België,
die betrekkelijk nog meer macht in het parlement
bezitten dan Hitler in Duitschland, en die toch,
als zij er niet in slagen een coalitie te vormen
zooals de socialisten thans in Zweden buiten
de regeering blijven, of, als zij daar wel in slagen
zooals de katholieken in Belgiëzich naar
een coalitieprogram moeten schikken.
(Slot op pag. 4)