Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 20 Augustus 1932
No. 2881
M'
fit
i,
P&*?
Tentoonstellingen
Fransche boeken
Johan Briedéin de openbare Leeszaal
te Laren N.H.
Johan Briedéexposeert deze maand in de Laren
sche Openbare Leeszaal, die er een aardige tentoon
stellingsruimte met goed bovenlicht op nahoudt,
een groote collectie penteekeningen, werken in krijt,
water- en olieverf, benevens nog enkele lithos.
Een wijze van exposeeren waarbij een groote hoe
veelheid in betrekkelijk klein bestek wordt
saamgedrongen moge in 't algemeen al verwerpelijk zijn,
hier is dit in bijzondere mate het geval, vooral
wat het schilderwerk betreft. Indien een enkel
zee-tje, een enkel hei-tje (de twee chronische
motieven van Briedéals schilder) de aandacht
was komen vragen, zou men óók wel geen al te
sterken of diepen indruk ontvangen hebben,
maar had men ze, in het voorbijgaan, geaccepteerd
als vriendelijke zomersche gevalletjes op .het doek,
met lichtelijk pointilletrende hand vastgelegd. Ook
dan zou men in dit werk, hoe kleurrijk en licht ook
aan de oppervlakte, bij wat volgehouden aandacht
niet veel ontdekt hebben van de zomersche
Weelden die het kennelijk met deze
(Zuider)zeetafereelen en bloeiende heiden bedoelt op te roepen.
Maar niet zoo aanstonds ware dan misschien
aan het licht gekomen, dat van een werkelijke
visie, een innerlijke noodzaak tot getuigen, een
ware schildersvreugde ook, in dit werk weinig'of
geen sprake is. Nu, met een reeks van dergelijke
doeken voor oogen, weet men dadelijk dat hier
met het penseel eigenlijk alleen maar verteld wordt
van hoe dat bruine zeil en die blauwe lucht met
het witte wolkje en het Urker of een ander haventje
op den achtergrond, er op dien schoonen zomerschen
dag wel uitzagen; hoe dat hunne-bed op die hei
er lag of die landmeters met hun rood-witte
stokken bezig waren. Het is meer geïnteresseerd
constateeren dan het oproepen van een beeld
(ook van de twee stillevens met pompoenen, in
ietwat verslapt Monnikendam's coloriet gedaan
kan men dit zeggen). Waar Briedéechter in zijn
teekenwerk van bloemen en insecten de vormen
der natuur met opzet geïnteresseerd-constateerend
nagaat om hen, bijwijze van illustratie voor een
plant- en dierkunde-boek, zoo zuiver mogelijk en
tot in détails, objectief vast te leggen en aanschou
welijk te maken, bereikt hij (O ! paradox !) in
het geduldige, knappe, zuiver en alleen technische
werk onbewust veel meer van hetgeen hij in zijn,
op de kunst en de schoonheid bewust gerichte schil
derwerk nastreeft: de. ... poëzie ! En bereikt hij
óók meer van de symboliek die hij ons in enkele be
wust symbolische penteekeningen (met
kruisdragende kevers en wilgenboomen met
fantoomgezichten) met vooropgezette bedoelingen voor
oogen geeft.
Jfjon Loeber en Dirk Koning
l aan de Tol laan te Blaricnm
Eigenlijk wordt het grootste deel van de be
schikbare ruimte op deze expositie niet door werk
van beide bovengenoemde Gooische artisten in
beslag genomen, maar door een interessante col
lectie doeken van een aantal oudere schilders
wier werk, hoezeer het wat ruim genomen ook nog
onder de rubriek van onzen tijd" kan gerangschikt
worden, toch door deze beide ultra-modernen op
principieele gronden wel als achterlijk, on-geeste
lijk, anarchistisch, enz. zal verworpen worden.
Men vindt onder deze verzameling, die min of
meer als attractie bedoeld is, inderdaad vele
aantrekkelijke stukken die het voor den minder
principieel aangelegden beschouwer ook thans
nog zeer goed doen en eerder het verlangen bij
hem wekken eenigszins terug te kijken, dan altijd
maar vooruit! (Waarbij dan dient opgemerkt te
worden dat, inzake kunst, terug en vooruitkijken
tenslotte termen zijn zonder veel zin!) Er is een
oude Toorop: Goederenstation in een grijzen
avondschemer, met uit de stoomwolken opdoemende
kleurige lichtjes van seinlampen, een
Heijenbrockthema behandeld op een wijze die het veel meer tot
een einheitliche en diepgevoslde impressionistische
evocatie maakt dan Heijenbrock ooit vermocht
Over den zoon van Napoleon
Men heeft kunnen constateeren dat sedert eenige
jaren de zoogenaamde ,,vies romancées" van groote
literaire, politieke of artistieke figuren, evenals de
gewone historische geschriften zich in een groot
succes mochten verheugen. Ziehier eenige cijfers:
de biografie van Louis XIV, door Louis Bertrand
bereikte 111 uitgaven en La Révohdion irancaise
van Gaxotte 84, terwijl de Histoire de France van
Bainville in 228000 exemplaren werd verkocht,
afgezien van de vele luxe-edities. Welke is de oor
zaak van dit ongehoord succes? De oorlog is er
waarschijnlijk niet vreemd aan. Wellicht gevoelt
het fransche publiek een zekere behoefte om klaar
te zien in toestanden en gebeurtenissen, waarvan
het zich tot nog toe te zijnen detrimente afzijdig
had gehouden. Ook het nieuwe boek van O. Aubry l)
bleek dadelijk een groot succes.
Den 22en Juli van dit jaar was het honderd jaar
geleden dat de zoon van Napoleon, de hertog van
Reichstadt, op eenentwintigjarigen leeftrd te
Schönbrunn overleed. Hij was eenmaal populair,
tot zelfs over de fransche grenzen. Het volk had
iets van zijn groote bewondering voor Napoleon.
op diens zoon overgedragen en had medelijden met
zijn vroegtijdig einde. Honderd jaar geleden zong
men overal in Vlaanderen het bekende treurlied:
,,'k Ben 's keizers zoon: doe nu de kift maar open,
Ik wil bij mijnen waren vader zijn. ..."
En in Frankrijk dreunde de lucht nog een heelen
tijd van Hugo's zware alexandrijnen. Maar de vol
gende generaties zouden wellicht niet meer aan
den hertog van Reichstadt hebben gedacht zonder
het tooneelspel L' Aiglon van Edniond Rostand,
dat het dramatisch lot van Napoleon's zoon nog
een beetje dramatiseerde. Daartoe bestond geen
reden want indien ooit een bestaan, in zijn eenvou
dige werkelijkheid, tragisch was, was het wel het
leven van dezen jonggestorvene.
Octave Aubry, die geen romancier is, maar enkel
een scherpzinnig historicus (zijn boek over keizerin
Eugénie is, in zijn soort, een meesterwerk) heeft
gemeend dat het tragische leven van den ,,koning
van Rome" interessant genoeg was. om zonder
verfraaiing noch legende te worden medegedeeld,
vooral daar hij over documenten beschikte die tot
nog toe onbekend waren gebleven.
Men weet dat Napoleon die, toen hij
MarieLouise huwde getuigde: ..c'est un ventre que
j'épouse", zijn i;oon liefhad met een hartstochte
lijke liefde die haar grond vond in zijn hoop op de
duurzaamheid van het Keizerrijk. Het kind wtrd
geboren den 20en Maart 1811 toen Napoleon het
hoogtepunt van zijn macht had bereikt:
M il huit cent onze! O temps oüdes peviiles sans
nombre. . , . Men weet hoe drie jaar later van
gansch die macht niets over bleef, en hoe, nog een
jaar later, de keizer naar Sint Helena werd ver
bannen, terwijl Marie-Louise terugkeerde naar het
hof van Weenen, waar haar zoon zou worden op
gevoed. Na koitsn tijd was de ex-keizerin Napoleon
vergeten. De kleine knaap, wien men den titel van
hertog van Reichstadt heeft verleend, wordt op
gevoed als een oostenrijksche prins en het is de
diplomaat Metternich, die alles regelt wat met die
opvoeding in verband staat. Zijne bedoeling is den
jongen Franschman van alles wat hem aan zijn
vader en zijn land herinnert te vervreemden.
Daarin gelukt hij slechts gedeeltelijk. De jongen
spreekt Duitsch, denkt in het Duitsch, maar blijft
in den grond van zijn hart Franschman. Wat moet
het vaak in zijn hart een pijnlijke strijd geweest zijn!
Hij laat zich misleiden over allerlei politieke vraag
stukken, maar in weerwil van alle intrigues, blijft
hij getrouw aan de nagedachtenis van zijn vader
en aan diens roem.
Over gansch die jeugd zweeft de sinistere scha
duw van Metternich, die niet wil dat Napoleon ooit
een opvolger zou krijgen. Daartoe zijn voor den
sluwen diplomaat alle middelen goed. En de op
voeding van Napoleon's zoon lijkt me ten slotte
tragischer dan zijne vroegtijdige dood.
Midden in een zomernacht, na een vreeselijk
onweer, is de jonge hertog gestorven. Zijne laatste
woorden waren een kreet om hulp tot zijne moeder:
,,mutter, niutter, ich gehe unter". En dadelijk
nam over gansch Europa de legende haar vlucht
van den jongen keizerszoon die zou bezweken zijn
aan de gevolgen eener noodlottige liefde. Zoo fanta
seerde het volk.
Het boek van Aubry geeft alleen de waarheid.
Het is van het begin tot het einde boeiend, omdat
het zakelijk is en zonder nutteloos literair orna
ment. Wij kunnen nu gerust het beruchte tooneel
spel van Rostand vergeten. Wij weten nu dat de
hertog van Reichstadt zelfs nooit een gesprek
heeft gehad met Fanny Ellster, die Rostand ons
voorstelt als zijne maitresse. Zeker is het ook dat
de jonge Napoleon vele kortstondige amoureuze
avonturen had en even onbetwistbaar is zijne
liaison met de jonge aartshertogin Sophie, de moe
der van den toekomstigden keizer Frans Jozef en
yan den armzaligen Maximiliaan die in Mexico
werd gefusilleerd. Zoodat de zoon van Napoleon
ook /.ijn rol heeft gespeeld in de vreeselijke tragedie
die het leven van de familie der Habsburgers is
geweest. J. VAN N IJLE N
1) Octave Aubry. Le Roi de Rome. Paris. A.
Fai/ard ei Cie.
te bereiken. Er is 'n oude olieverfschets van Isaac
Israels; een studiekop van een ouden man met
witten baard van Jan Sluijters, waarschijnlijk
uit zijn Academie-jaren en een teekening van ba
dende vrouwen uit zijn Parijschen tijd. Een, als
droom gegeven vrouwenkop van Ocker; een oude
Ernst Leijden (bloemenstalletje); een
zuiverstilleven vanden misschien te spoedig vergeten
Dortschen landschap-impressionist Reus; een teer ge
schilderde vrouwenkop (In gedachten) van Leo
Gestel, ook uit vroeger jaren; een vroege Breitner
met twee dienstmeisjesfiguren. G enoeg om weer eens
te doen beseffen hoe verkeerd het is onze belang
stelling in het werk van bekende, ook van bekende
nog levende schildersfiguren, zoo voortdurend en
dikwijls zelfs uitsluitend te doen uitgaan naar de
laatste periode." Oude, reeds min of meer vergeten
Larensche schilders worden hier ook weer in de
herinnering geroepen. En zij bereiden ons dan in
vele gevallen weer een blijde verrassing." Zoo is
het b.v. met het doek van Aug. Legras, ,,\roege
Ochtend in de woestijn", waaruit we ineens weer
Legras als sterk verbeelder van het Arabische
landschap en het Arabische leven uit onze herin
nering naar voren zien komen. Zoo is het ook met
dat weitje onder boomen van Deutman, dat ons
weer doet zien hoe zuiver en oprecht deze schilder
zijn teer-poëtische stemmingen wist over te dragen
zonder ook maar een oogenblik sentimenteel te
worden
Zooals gezegd: een interessante collectie, vol
verrassingen en veel tot vreugde stemmend
weerzien. Een bespreking in kort bestek kan aan
dit alles (ik noem nog een uitstekende schets, in
bloemig coloriet, van Grauss: Ateliermeisjes)
onmogelijk recht doen.
In twee aparte vertrekjes vindt men dan het
werk van Lou Loeber en Dirk Koning. Lou Loeber,
van wie in de voorzaal een sterke en raak
karakteriseerende portretschets hangt, is van de twee
ongetwijfeld het sterkste, meest oprechte talent.
Zij abstraheert de natuurvormen tot de allereen
voudigste waarden van rechte lijnen, scherpe
hoeken en simpele vlakken en bestreeft daarmede,
alsook met de vlak, als emaille aandoende enkel
voudige kleuren uitgestreken ophet door haar gebe
zigde beaverboard, een gevoelsverzuivering. Die
door haar tevens als verdieping zal beschouwd
worden.
Zij gaat bij deze verpuring" niet zóó ver als
de authentieke ,,Neo-p'astici" zoodat men in haar
werk steeds nog het natuurgegeven waarvan zij
uitgaat, kan terugvinden. Haar kleur, die in een
vroegere periode nog een zweem van romantiek
had, werd in haar laatste stukken (waarvan ik
dat uitgaande" van een diep-zakelijke spoor
brug bij Hilversum het best kan waardeeren) ge
heel daarvan vrij, en is koel. sterk en doorlicht
geworden A. E. VAX DXX TOL.
l
ANTIQUARY WHISKY
AT LAST l HAVE FOUND IT
P. C. C. JACOBI HAARLEM
l