De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 augustus pagina 16

20 augustus 1932 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 20 Augustus 1932 gustaa[ brand No. 2881 p fc.' ;\* *. 3S F. -ti SC De lijn van Oharkow naar Rostow, sneltrein. Slaapwagen. Ik sta in de gang en rook nog een cigaret voor ik ga slapen. Losowaja, de slexitel van het Donetebekken, ligt achter ons, daar was een kort oponthoud. Buiten is het al donker.Slagschaduwen, gekleurde lich ten streepen van tijd tot tijd voorbij. De trein is reeds weer op zijn volle snelheid. Kegelmatig ratelende wielen. Tegen de deur van de coupénaast ons leunen twee Duitsche ingenieurs, een Amerikaan die naar Rostow reist, en een Russische specialist uit Charkow. Zenuwachtig trippelt de kleine kerel van het eene been op het andere en zijn oogen die even te voren nog vol zelfvoldaanheid blonken, dwalen nu opgewonden van den een naar den ander. Vooral echter heeft hij het op den Amerikaan voorzien, wiens ongeloovige glimlach hem uit zijn evenwicht schijnt te brengen. ... .Wat weet u er van? Wat weet u er van? Mijn beste ! Hier kan men niet genoeg oppassen. Je hebt geen flauw vermoeden, je bent zoo on schuldig als, als een pasgeboren kind, om het zoo uit te drukken, mijn waarde ! Je denkt aan niets ver keerds, wilt alleen maar het beste, ik bedoel, je wilt je beste krachten geven, volkomen loyaal begrijpt u en in eens begint het. Zonder dat er een wolje aan de lucht is. Eerst spookt het zoo'n beetje in de wandkranten. Wat grove grappen, ziet u, anders niets. Ik heb eens zoo'n geval meegemaakt met een kollega dat was een half jaar geleden. ... in Oharkow. Dat is juist op die manier begonnen. De man maakte zoo nu en dan een tochtje naar buiten, naar de bedrijven, werkte anders den heelen dag op kantoor, echt uit interesse. Chemicus was hij. Ik zeg het nog eens. een beste kerel. Ja, nu. en met die wandkranten, zoo is het eigenlijk begonnen. Over die auto. De man had het in 't begin zelf niet in de gaten. Hoe zou hij ook ? Vier fabrieken, zeep en ziilke rommel; in iedere fabriek twee of drie wandkranten. Wie leest nou die rom mel? En toch moet je dat eigenlijk doen. Heusch, ik zeg u, je moet ze eigenlijk lezen, ja, wij ook ! Eens heeft de technische leider van een. van de fa brieken hem er op gewezen, 't Ging over die automobiel, geloof ik. Ja, nu weet ik het weer zeker. Stom, h ? Al leen over d ie auto. Volkomen onbe langrijk. Dat weten ze natuurlijk zelf ook wel, maar zijn neus beviel hun nu esn keer niet. Ziet u: Klasseinstinkt. Zoo iets bestaat, lacht u daar niet om ! Waarachtig, ik zeg u klasse-instinkt. Geloof me ! Hij stak zijn neus wat te veel in de wind voor hen. Maai', zooals ik u al zei, een goed mensch. We zou den allemaal op hem hebben durven wedden, de typische sowjet ingenieur. Ik kende hem nog uit München, lang voor den oorlog. Hij studeerde daar en was heelemaal, hoe moet ik het zeggen hm, ja, een echte kerel. Hm ziet u ! zooals ik wou zeggen. . . . (hij wendde zich tot een der Duitschers). Mag ik u iets vragen? U bent officier geweest? Ja, ziet u wel. .. . Dat dacht ik direkt, merkt men dadelijk. Hij was ook zoo. Hm, ja nou, hoe ging dat. Die man dan, hij was geen jood, moet u weten; in tegendeel een' rasechte Ukrainer heelemaal een door en door beschaafd iemand. Nu, hij lachte er natuurlijk om. Waarom ook niet? Zoo'n grove, flauwe grap. . . . kunt u toch voorstellen?. ... de moeite niet waard ! Toen, in het een of andere dagblad een kleine opmerking. Toen kwamen informaties. Heel beleefde informaties. Een beroerde zaak ver zeker ik u, geen spoor van onbeleefd heid. Ze zijn trouwens tegenover ons tegenwoordig de beleefdheid zelf, vroe ger waren ze anders, zoo in '20 en zelfs in '21.... zoo had ik ze liever., Hoe ze nou 7,00 in eens zoo komen? ^iet u, ik denk zelf. dat is, omdat ze. . . . om dat ze zich tegenwoordig sterk voelen, ja, veilig, daarom zijn ze zoo beleefd geworden. (Tegen den Duitscher die in Charkow met hem in den trein ge stapt is). U kent Iwan Jakowtewitsch toch? Bankwerker geweest, in Enge land, zelfs in Amerika geloof ik. Nou die laat den man bij zich komen en stelt hem een paar vragen. Niets dan een paar onbeduidende vragen. Toen mijn kollega naar buiten kwam was hij volkomen kalm, zoo kalm als altijd. En toch dacht ik, een oogenblik maar, begrijpt u, die kalmte bevalt me niet ! Er is iets niet in de haak. Ziet u, zoo'n kunstmatige, zoo'n ijzige kalmte, ja. dat was het. Hij had zich toch moe ten ergeren of zoo iets. Nu ja, zoo'n paar beleefde informaties: naar zijn broertje, zijn oompje, zijn vader? In Berlijn? In Parijs? Ja, ziet u, waarom dan al die vragen? Hij had zich daar toch eigenlijk over moeten ergeren. Zulke vragen midden onder kantoortijd ! En daarbij had Iwan Jakowtewitsch niet eens gedronken, op mijn woord. geen druppel '. Acht dagen pauze en toen kwam het gedonder. Met, een brouwmeester. . . . zoo noemt u dat toch geloof ik, zoo'n opzichter bij de groote zuurketels? Ja, nu goed, met dien brouwmeester kreeg hij dus woorden. Toen bemoeide de fabriekskommissie zich er mee, de vakvereeniging, weer een berichtje in de kranten, de arbeiders en boereninspektie RKI ja en weer een week later, begrijpt u, komt 's mor gens om H) uur /.oo iemand in uni form. . . . met een akterimap. ... en vraagt naar mijn kollega. GPU! Belachlijk, vindt u niet? GPU: Staatspolitieke veiligheidsdienst. Vroeger noemden ze dat Tsjeka. Hm. . . . ziet u, dat klinkt niet zoo erg meer. . . . Ja. Die man dan kwam toevallig bij mij binnen. Een jonge vent, met zomersproeten. Vraagt naar mijn kollega. Voor ik hem goed gezien heb is hij a! weg, ik zat n.l. in de kamer er naast. begrijpt u. ... Ja, hij was al binnen. Een half uur later komt hij weer naar buiten. Ik stond juist in de gang. Mijn kolle.ua brengt hem naar de deur, ze nemen afscheid nu, zooals je afscheid hoort te nemen. Ja en manieren had mijn kollega, dat kan ik u verzekeren. Zoo iets kun je niet aanleeren! Heb ik zelf geprobeerd. Gewoonweg onmogelijk. Zoo schneidig. Zooals hij die vent de hand ge drukt heeft. Dus, u vergeet het niet, en u brengt die brieven van uw broer mee. Tot weerziens! zegt die in uniform nog en is de trap al weer af, de deur ging dicht. Juist steek ik me een cigaret aan, hoor ik een knal. Als een korte, lichte slag, alsof iemand een boek plat op de tafel gooit. Misschien iets harder. Ik zeg u, het was ver schrikkelijk ! Stel u voor: Daar be neden op de straat schijnt de zon. De autobussen, die nieuwe, uit Enge land, rijden voorbij. De trams bellen. Op de hoek staat de jongen met cigaretten. De kleine Tartaren jongens. fluiten onder het schoenenpoetsen. Alles als altijd. Maar mijn kollega ligt daar binnen» met zijn hoofd plat op de tafel, zijn gezicht afgewend, in zijn bureaustoel en zijn handen hangen naar beneden. We stonden aan de deur en niemand dorst het eerst naar binnen gaan. Ik verzeker u, alles zat vol. De tafel, de grond, tot zelfs in de papiermand. En. nog altijd druppelde het. . . . drup.... drup?druppel de drup.... drup.... Verschrikkelijk ! zeg ik ! Ja. en wat nou het gekste is: Feiten tegen hem bestonden niet. Absoluut niets ! ledereen stond er stom van .... ook de anderen, 't Waren alleen maar plagerijen, instinktieve afkeer van delui in de fabriek.... De GPU? .... Ja dat weet je na tuurlijk niet. . . . Toen kwam natuur lijk alles uit. Een groot opgezet plan. Leiding in 't buitenland. Concessiegeschiedenissen enz. Drie werden ge vangen genomen, verder was 't nog niet gekomen. U kunt zeggen wat u wilt. Klasseninstirikt, noem ik het. (UU het Russisch door J. L.) Nieuwe uitgaven G oe the's wereldbeschouwing en le venswijsheid 1832?1932, door Dr. Herman Wolf. WereldBibliotheek. De jacht op den vlinder, door Marianne Philips. C. A. J. van Dishoeck N.V. te Bussuni. A. J. Maas, Ontwapening, Chris tendom en Volkenbond. Met een voor woord van Prof. Mr. J. de Louter. Uitgave H. Born, Assen. Aug. G. J. Commissaris, Geschie denis van de emancipatie der katho lieken in Nederland. J. B. Wolters, Groningen?Den Haag. Terentius, Het meisje van Andros, Blijspel in vijf bedrijven. Vertaling Th. Ph. van Kaalte. Uitg. Thienie et Cie, Zutphen. Paul Vlemminx, Den hof der jonk heid, (verzen). Uitgave' liet Ven ster", Nijmegen. P. Minderaa, Het koor der ver schrikking. J. Ploegsma, Zeis-t. *'..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl