De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 augustus pagina 2

20 augustus 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 20 Augustus 1932 No. 288» |:;y KV *»4v t V.. Bezuiniging op het gebied der sociale verzekering door Dr. F. E. Posthuma Overheid en particulier. Gaarne wil ik iets omtrent bovenvermeld vraagstuk schrijven, mede in verband met het rapport der commissie Welter. Ik zal daarbij niet treden in een critische beSchouwing van de binnen het raam der wettelijke tegelingen voorgestelde beperkingen van uitgaven van den Staat voor de sociale verzekering ; ten deele Omdat ik bet omvangrijk en goed gedocumenteerd Werk der commissie ten volle waardeer en ten deele omdat ik het belangrijker acht om te kunnen wijzen op ingrijpender bezuinigingen, die naar mijn oor deel voorgeslagen hadden kunnen zijn. Zij het dan ook dat ze mede aan het bedrijfsleven ten goede zouden zijn gekomen; indirect wordt 'bet bereiken van zulk een doel toch ook een bate voor den Staat. Wanneer de commissie Welter becijfert welke millioenen zij den Staat aan uitgaven voor de inva liditeits- en ouderdomsverzekering wil besparen, wijst zij op bldz. 403 van haar rapport m. i. terecht op de vele onzekerheden, die de balan sen van het Invaliditeits- en van het Ouderdomsfonds opleveren. Deze onzekerheden zijn, zie ik het wel en dat acht ik zeer belangrijk vol strekt inhaerent aan het ten deze gevolgde ver zekeringsstelsel. Daardoor is het dat dat stelsel slechts een schijnbare zekerheid geeft. Indien toch al behoorlijke veronderstellingen, voor zoolange tijdvakken als waarom het hier gaat, zijn te maken omtrent het verloop van invaliditeits- en sterftekansen, misschien zelfs van den rentevoet, nimmer is de af- of toeneming van de bevolking en van de verschuivingen daarin die den kring der verzeker den betreffen en de verlenging van den levensduur die van de economische, hygiënische en medische omstandigheden in de toekomst afhangen, onder betrouwbare cijfers te brengen. Ware dit alles niet het geval, dan maar ook dan alleen zou het bezwaar waarop de commissie zinspeelt, opgaan; het bezwaar n.l. dat zonder vermindering van aanspraken een zoo aanzienlijke verlaging der Rijksbijdragen als wordt voorge steld, op onverantwoordelijke wijze lasten naar de toekomst zou verschuiven. Gelet op het boven geponeerde, verwacht ik echter van de ook thans wederom zoo lang uitblijvende tweede vijfjaarlijksche balansen per ultimo December 1929 geen ontzenuwing van de voorstellen der commissie. Maar om dezelfde redenen ware m. i. toelaatbaar geweest om verder te gaan en het kapitaaldekkingsstelsel te vervangen door het rentedekkings stelsel. Het wil mij voorkomen, dat laatstgenoemd systeem het juiste midden houdt tusschen het eerstbedoelde en het omslagstelsel. Zij het in inindere mate dan het kapitaaldekkingsstelsel, het biedt toch het voordeel van regelmatige ka pitaalvorming, noodig opdat het tegenwoordig geslacht, zorgend voor zijn voortzetting en ver meerdering in zijn nageslacht, tevens zorg drage, dat de volgende generatie naar rato dezelfde wel vaart geniete als de thans levende. Ook worden bjj het rentedekkingsstelsel niet al te zeer lasten betreffende de thans aan het huidig geslacht verleende aanspraken op de schouders van kinderen en kleinkinderen afgewenteld. Men blijve hierbij echter niet staan, maar verbinde zulk een wijziging van stelsel met een plan .van unificatie. Wat nu het brengen van grooter eenheid in de uitvoering van de sociale verzekering betreft, ook daar zou ik verder willen gaan dan de commissie Welter, die slechts refereert aan het jrapport der commissie van IJsselsteijn. Hoe ;prijzenswaard het ook is om de noodige orde te trillen brengen in de verhouding tusschen ver schillende overheidsorganen, nu de Staat, naar de gedachte der commissie Welter. zich, wat het bijdragen in de administratiekosten der sociale verzekering betreft, geheel zal terugtrekken, klemt nog te meer de billijkheid van het postulaat, dat de organen van dien Staat zich met de uit voering der sociale verzekering slechts bemoeien, voorzoover zulks noodzakelijk is, d.w.z. voorzoover particulieren daarin niet voorzien of kunnen voorzien. In geval van tijdelijke invaliditeit ontvangen de meeste verzekerden (Invaliditeitswet) reeds thans van Bedrijfsvereenigingen of Raden van Arbeid, gedurende ten hoogste 6 maanden, uit keering van 80 pCt. van het loon. Waarom niet een deel van het risico der huidige invaliditeits verzekering laten aansluiten aan het risico der ziekteverzekering en de reeds genoemde organen verplicht gedurende een zeker tijdvak een bij peri oden in percentage van het loon afnemende invaliditeitsrente te betalen? Dan kan de administratie der Raden van Arbeid sterk vereenvoudigd worden, omdat de individueele registratie en boekhouding komt te vervallen. Laat men, na afloop van dat tijdvak, wanneer dus het niveau der huidige ge middelde invaliditeitsrente is bereikt, de invaliditeitsrente (als eenheidsrente bijv.) ten laste komen van een uit Rijksbijdragen te voeden In validiteitsfonds, dan heeft men voor het bedrijfs leven zeker een bezuiniging bereikt; te berekenen valt dan welke rente uit dat Invaliditeitsfonds kan worden verleend, indien men het bedrag aan Rijksbijdragen behoudt dat in het plan der com missie Welter op het invaliditeitsrisico betrekking heeft, maar tevens naar het rentedekkingsstelsel overgaat. * * * Dat stelsel zou, indien men niet wat adminis tratief nog grooter vereenvoudiging zou geven tot staatspensionneering wil overgaan, tevens toe te passen zijn, wanneer men ook daadwerkelijk de bijzondere risicodragers zou willen toelaten tot uitvoering van de overige verzekeringen, waartegen de Invaliditeitswet dekking biedt. Dat aan de bedrijfsvereeniging die het risico van ongevallen-, ziekte-, tijdelijke invaliditeit-, ouderdoms-, we duwen- en weezenverzekering zou dragen, zeer aanmerkelijk zwaarder eischen, wat hare draag kracht betreft, zouden moeten worden gesteld, is vanzelfsprekend. Ik meen dat hieraan verschil lende voordeelen verbonden zouden zijn; dit alles uiteen te zetten is binnen het bestek van dit artikel niet mogelijk. Moge ik er hier echter alleen op wijzen dat op deze wijze wel ondervangen zou worden het veel besproken bezwaar, dat n overheidsorgaan door het beheer van een zóó groot kapitaal als dat van het Invaliditeitsfonds aan het einde onzer eeuw zou zijn, te grooten invloed op den gang van zaken zou krijgen, vooral als de gelden der sociale verzekeringsfondsen in de industrie zouden worden belegd. Het behoeft geen betoog, dat voorzoover de Staat, ook bij aanvaarding van het rentedekkingsstelsel, voor dekking van het risico van ouderdoms-, weduwenen weezenpensioen zal blijven bijdragen, die bij dragen alsdan naar evenredigheid mede ten bate van de bijzondere risicodragers zouden dienen te komen. Dat en waarom in het algemeen belang een dus danige wijziging der Ongevallenwet tot stand dient te komen dat bij de uitvoering dier wet bedrij f svereenigingen mede een rol kunnen spelen, heb ik te vaak betoogd, nog onlangs in een vergadering der leden van de Algemeene R.K. Werkgeversvereeniging in het Diocees Haarlem, dan dat ik thans dit wederom uitvoerig behoef uiteen -te zetten. Meer dan een aanwijzing in deze richting, dat Prenten en platen Een plaatwerk in 30 voorbeelden van. grafische technieken, 80 afbeeldingen. en beschrijvingen door Jan Poortenaar. Uitgeg. te Amsterdam met steun van deVer. tot Bevordering der Grafische Kunst. Z.j. Het is lang niet altijd een verheugend verschijnsel als men" groote belangstelling aan den dag legt voor hoe het gedaan wordt." De cuisine moge op velerlei gebied interessant en soms ook wel pikant zijn, wie er teveel in rond neust verliest veelal zijn smaak en zelfs zijn eetlust. Zoo kan men bedenkingen koesteren t.a.v. de.wijze waarop» men b.v. tracht met kleedkamer-interviews, generale-repetitie-reportages en beschrijvingen van grime-geheimen het publiek wat tooneel-liefde bij te brengen. De geest des tijds is toch al te veel een geest die zich aan technische snufjes een chronischeverkoudheid snoof en daardoor ietwat suf werd, dan dat we nu óók nog de liefde voor de kunst, die den geest kan wakker houden en hem helder kan doen zien, door het steeds maar wekken van pu blieke belangstelling voor haar techniek zouden moeten gaan. . . . ondermijnen. Tot op zekere hoogle echter is zulk een belang stelling, is kennis van techniek inzake kunst, wél een goed ding; kan zij de ware interesse voor het product zélf stimuleeren en verdiepen, de ontvan kelijkheid grooter maken. Zoo kan zeer zeker de Prent en de Plaat dikwijls beter gewaardeerd wor<ten indien men althans iets weet van de diverse grafische technieken die bij hun productie tepas komen. Nu bestaat er, in tegenstelling met hetteveel" bij het tooneel, op het gebied van Prent en Plaatkunst ongetwijfeld een tekort aan tech nische voorlichting van de menigte, gevolg ook van het feit, dat zulk een voorlichting, wegens de ingewikkeldheid der materie, lang niet gemakke lijk in populairen vorm te geven valt. In deze leemte werd nu door dit werk van Jan_ Poortenaar op voortreffelijke wijze voorzien. In. den doolhof die de talrijke, met den dag vermeer derde en verbeterde, grafische procédés voor den leek vormen, treedt hij als een practisch teiivolle geschoolde betrouwbare gids op, die de onder scheiden technieken, zoowel die van de Prent, hethandwerk: de houtsnede en houtgravure, de kopergravure en ets. de steendruk; als van dePlaat, het meer mechanisch-fotografische werk: lijn en autotypie-cliché, helio, fotogravure en rotogravure, -lichtdruk, offset, foto-litho en pantonedruk, duidelijk uiteenzet en wiens enthousiasme voor het eind-product, voor wat er tenslotte be reikt wordt, nooit ondergaat in zijn vreugde aan. het ambachtelijk détail, aan hóe het gedaan werd" ! A. E. VAN DEN TOL wat nog chaotisch is in de uitvoering van de soci ale verzekering om oplossing vraagt en, naar mijn oordeel, om oplossing in dien zin, dat het particulier initiatief daarbij ten volle en met gelijke kansen als het overheidsorgaan worde betrokken, kon ik niet geven; behalve dan den wenk om wat de invaliditeits- en ouderdomsverzekering betreft over te gaan tot een minder zwaar drukkend stelsel van financiering. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER & Co. DEN HAAG AMSTERDAM ARNHEM BEWAARPLAATSEN VOOR INBOEDELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl