De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 augustus pagina 5

20 augustus 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2881 De Groene Amsterdammer van 20 Augustus 1932 R r " Zeesterren Het geheime woord door Albert Heltnan Over de kunst om gedachten te verbergen Het proefschrift van dr. J. G. M. Moormann over De geheimtalen" 1) is een boeiend boek voor wie van woorden houdt om hun waarde als literaire grondstof. Het moet ongetwijfeld van belang zijn voor de Nederlandsche taalwetenschap, maar ook de onwetenschappelijke literator kan er iets zeer merkwaardigs in gedemonstreerd vin den : de manier waarop woorden gedachten kunnen verbergen voor niet-ingewijden en duidelijk zijn voor de kleine groep van uitverkorenen. Men heeft weieens gewezen op de valuta-ver schillen waaraan vele woorden onderhevig zijn. Er zijn woorden die geheel buiten koers komen, nieuwe woordwaarden worden geïntroduceerd; van ouds bekende uitdrukkingen gaan soms plot seling failliet en Charivarius zorgt meestal voor de uitkeeringslijsten. Maar onze taal heeft ook haar geheime fondsen en helaas maar al te veel woordenzwendel. Menschen als Menno ter Braak leggen zich met fanatisme erop toe, iets van de beurszwendel der woorden aan het licht te brengen, en zij doen er misschien goed aan. In ieder geval zullen zij echter ook moeten bedenken, dat evenals bepaalde economische systemen sommige vormen van zwendel onvermijdelijk maken, het bedrog der woorden in een op woorden, woorden, en nog eens woorden gebaseerde beschaving onontkoombaar is. Ook zij zijn bedriegelijk terwille van de zaak die zij voorstaan. De geheime woorden zijn eveneens een vorm van bedrog. Men betaalt met fiches en rekent geld. Laat ik er echter eerst aan herinneren op welke wijze onze literatuur het geheime woord" zooal gebruikt. Er is ia de eerste plaats het woord met de verstaanbare schoonheid" voor de kongsie en de volkomen onverstaanbaarheid voor de horde daarbuiten. Dada-mannen en futuristen zijn er sterk in geweest, en iets daarvan is wel in allerlei proza en poëzie blijven hangen. Voorbeelden te over in van Looy's Zebedeus, in het proza van Paul van Ostayen, die het bijvoorbeeld heeft over venters dewelke naar een eenzijdige hypertrophie Hidaljanen worden geheeten," in heel de prachtige poëzie van Georg Trakl en prachtiger nog in de verzen van den krankzinnigen Hölderlin. Overigens was het een bedaagd en beroemd schrijver die in zelfaanbidding bladzijden lang delireerde over een zinnetje dat hem zoo maar inviel :,,L'antepénultième est morte". Wie niet is ingewijd in het geheim van zulke woorden-fantasieën, begrijpt er niets van. Op een meer vulgair plan speelt zich hetzelfde af met woorden als diafaan" in de poëzie van vóór 1918, of hinde", bloed" en paradijs" in die van na den oorlog. Zooals er in de geheim talen van kramers en paardenkoopers woorden zijn die doorsiepelen in de algemeen-gebruikte taal, zoo wordt ook een aantal van deze kongsiewoorden met heel hun kracht van beteekenis en gevoelswaarde langzamerhand gemeengoed, en hebben de literatoren in dat geval telkens uit te zien naar nieuwe woorden. Dat nieuwe" zit hem, net als in de andere geheimtalen, gewoonlijk niet in de woordformule, maar in de gespecialiseerde beteekenis. Carry van Bruggen, schrijfster van een ras en portuur die ten onzent helaas zeldzaam zijn, heeft in haar Modern fetechisme" verstandige dingen gezegd over de distinctiedrift" welke leidt tot het goochelen en bedriegen met zulke woorden. Met distinctiedrift zijn echter lang niet alle oorzaken aangeduid. De heer Moormann raakt beter de kern van de zaak, wanneer hij zegt: Een geheimtaalwoord wordt pas gebruikt, als het begrip , door dat woord uitgedrukt taboe is." Dit taboe-zijn van woorden heeft een veel grooteren invloed dan men zoo oppervlakkig zou denken. Er zijn in Afrika streken waar bijvoorbeeld de naam van den koning taboe is. Niet alleen mag die naam dan niet uitgesproken worden, maar boven dien zijn ook alle woorden verboden die eraan herinneren, dezelfde klinker-opeenvolging of begin-lettergreep hebben. En ook in onze beschaaf de" wereld zijn heele reeksen van begrippen, waarvan de aanduiding met sommige woorden verboden, met andere echter geoorloofd is. Bij al te lastige taboe's is men in Afrika gedwongen zelf maar nieuwe woorden te maken, of lange om schrijvingen te geven. Wij gebruiken een enkele keer wel een modewoord, bijvoorbeeld sexappeal", maar worden meestal gedwongen tot verzwakkende omschrijvingen. In zulke gevallen nu, zoeken sommigen hun heil in de invoering van een geheimwoord, dat naar buiten vaak een eufemisme lijkt, maar het in werkelijkheid in het geheel niet is, geen vergoelij king beteekent, maar een anders zeggen, zóó, dat het voor oningewijden niet geheel begrijpelijk is. Men moet bijvoorbeeld het wezen van Van de Woestijne's werk goed kennen om te weten wat de juiste beteekenis is van drie woorden als het zatte hart." Kent men zijn geheimtaal dan ver staat rnen mér, en daardoor anders, dan wanneer men een oningewijde is. KUN STZ AAL VAN LIER U O O RLOOPEND TENTOON Q ESTELD ROKIN 128 = AMSTERDAM BEZICHTIGING VRIJ KUNSTWERKEN VAN J O N Q E HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS De heer Moormann heeft ook treffend van de geheimtalen gezegd, dat zij in druk en nood ge-. boren zijn. Dat is eveneens het geval met de geheimtaal der schrijvers. De besten onder hen zijn ook in zekere mate vogelvrij-verklaarden, opge jaagd door de burgerlijke horde. Er is veel waarover zij gedwongen worden te zwijgen; en dit gedeelte van hun zelf zouden zij moeten versmoren wanneer niet het redmiddel bestond van de geheimtaal, van het onbekende, nieuwe, geheime woord. Hetzelfde proces, verlegd op het nauwere gebied der erotiek, heeft Lawrence meesterlijk beschreven in lady Chatterley's lover. Het sterkste lokn:i:Idel dat Mellors tegenover lady Chatterley heeft, is het dialect waarin hij vervalt zoodra hij met haar ,,intiemer" wil spreken. Het is zijn geheimtaal, de, taal van zijn hart. En als Mellors haar door zijn daden de diepste beteekenis van die taal leert ver staan, dan gevoelt zij zich ook een geïnitieerde, en kunnen in hun conversatie zelfs de veel gewraakte woorden voorkomen, die Lawrence in zijn decente vaderland de naam hebben gegeven van een zeel' onfatsoenlijk schrijver." Het is begrijpelijk dat de schrijvers zelf niet spreken van hun geheimtaal, en niet zoo onver standig zullen zijn als de zegslieden van dr. Moor mann, om daar alles over los te laten. Op dat oogenblik zou de geheimtaal tot gewone" taal vervallen zijn. Maar het is niet overbodig om te herinneren aan het bestaan van het geheime woord bij menschen die juist geacht worden alles zoo duidelijk mogelijk te zeggen en die dat ook inder daad trachten te doen, maar niet tegenover ieder een, doch enkel voor de ingewijden." Het ver schil tusschen de aan bepaalde kringen gebonden geheimtalen en die van de literatoren is: dat ieder een deze laatsten wil en denkt te verstaan. Maar ook: dat wie eenmaal het geheime woord verstaat, geen vijand of verrader meer kan zijn, want hier geldt gelukkig iets dat de arme Bargoensch-sprekers niet vergund is: begrepen zijn staat bij ons gelijk met bemind worden. 1) Uitgave Thiemf, Zutphen. GOOSEN .mEPriAN PIANO'S-ORGELfiS!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl