De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 27 augustus pagina 12

27 augustus 1932 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 27 Augustus 1932 No. 2882 Beschouwing in alleenspraak door Albert Helman F1 l a* s Dekker: Reflex 1) Het heeft velen verwonderd na jaren te vernemen dat de schrijver van de roman Waarom ik niet krankzinnig ben", welke verscheen onder het pseu doniem Boris Bobazki, niemand anders is dan Maurits Dekker, auteur van een reeds tamelijk groot aantal zeer ongelijkwaardige boeken. Thans heeft Dekker met Reflex" als het ware de proef op de som geleverd, door een soortgelijke stof, een psychopathen-catastrofe, nogmaals te behandelen. Hij heeft ernaar gestreefd een splitsingvan-persoonlijkheid tengeVolge van een shock" te beschrijven, en heeft daarvoor een bizondere, van elke wetenschappelijke methode afwijkende manier gekozen: een soort van introspectieve alleenspraak. De gek, om hem zoo gemakshalve maar te noemen, denkt hier hardop, zet zijn gedachten op papier. - Het is ongetwijfeld een suggestieve manier, die Maurits Dekker uitstekend weet uit te buiten; men is er al gauw ,,in", beleeft de verwarring, het tempo en een deel van het conflict van de hoofdpersoon. Dat is alles. Inderdaad niet weinig, veelmeer dan een doorsnee roman ons gewoonlijk geeft; ma'ir aanmerkelijk minder dan uit het gegeven zelf te halen valt. Het nauwkeurig be schrijven van een gebeurende werkelijkheid is maar een zeer gering deel van de taak des schrijvers; het is niet meer dan een vóór-stadium van zijn eigenlijke werkzaamheid. Want wat hij inde meeste gevallen te beschrijven heeft is niet de beleving zelve, maar de resultante van die beleving. lïij is geen fotograaf-met-woorden, hij is een schilder; schepper van een uitbeelding en niet van een af beelding. * * * Wie een zuiver-psyehisch proces wil beschrijven, zooals Maurits Dekker in Reflex" heeft willen doen, snijdt zichzelf moedwillig de kans op klaar heid en volledigheid af, wanneer hij zich als schrijver niet zoover boven zijn stof stelt, dat hij tegelijkertijd met de innerlijke gebeurtenissen ook de uiterlijke kan laten zien. Alleen uit beider correlatie immers kan de lezer zich een denkbeeld vormen van hun beteekenis voor hem, den lezer. Alleen uit een confrontatie van uiterlijke en inner lijke gebeurtenissen kan hij zich een oordeel opbouwen over het wezen van de conflicten. over de wijze waarop abnormaal" gedacht en gehandeld wordt, over de mate waarin hij zijn eigen inzichten bij die beoordeeling als normen doet gelden. Met een monologue intérieure" gaat dat niet. Zij is alleen maar suggestief, zij is niet verklarend. Het resultaat is dan ook in Reflex", dat men met een schrikwekkende plons midden in de gebeurtenissen valt, van hun causaliteit niets afweet, en slechts op de lange duur bij stukjes en brokjes de eigenlijke wordingsgeschiedenis van de psychose, de middenstof waarin de shock" plaats grijpt, kan reconstrueeren. De lezer wordt ver oordeeld de dingen te beleven in eenzelfde ver wardheid als de romanheld. Maar omdat hij bovendien slechts een op een willekeurig punt begonnen fragment van diens zieleleven te zien krijgt, is voor hem de verwarring nog veel grooter. Hij mist in 't eerst alle aanknoopingspunten, en moet op de laatste bladzijde niettemin even ver als de hoofdpersoon in zijn mee-denken en mee voelen zijn. Dit vergt van hem een energie welke slechts verwekt kan worden door proza van de allergrootste spanning; een enkel hoofdstuk van de Lautréamont, een enkele bladzijde van de Sade is misschien daartoe in staat. En op dit oogenblik herinner ik mij slechts Aeschylus als degene die onfeilbaar zeker zulk een aan waanzin grenzende gespanneriheid aan schijnbaar-riuchtere woorden-reeksen heeft weten mede te deelen. Dit te bereiken is het levensdoel van Joyce ge worden, maar het valt te bezien of hij het ooit zal weten te verwezenlijken. In waarheid is dit de waanzin welke van de Moezen komt." Het gegeven van Dekker is perfect. Kr valt geen speld tusschen te krijgen, tenzij misschien door een ervaren psycholoog die nog toegerust is met een groote dosis psychiatrische kennis! Maar voor hem werd dit boek niet geschreven. Het werd gemaakt voor allen die in staat zijn een splitsing-van-persoonlijkheid, een plotseling-opkomende vlaag van waanzin na te voelen en achter af te controleeren. Het is de overplanting van een gemoedstoestand, van een stemming. Maar het is niet de schepping van een mensch, een situatie, een wereld. Want daartoe is steeds een zekere mate van objectiveering noodig, een duidelijk getraceerd coördinaten-stelsel waartusschen de stemming hangt als een vage nevelvlek, of desnoods als een gekleurde achtergrond. Herinnering is een veilige maatstaf bij deze dingen. Men herinnert zich een stemming altijd door een andere stemming. Een scherp omlijnde figuur of gebeurtenis duikt in de herinnering echter altijd zelfstandig en eigengereid op, ver dringt andere herinneringen, verovert zich zijn plaats. Een voorbeeld: Amiel herinner ik mij soms, bij het lezen van anderen, of in sommige stille uren, maar ook dan slechts vaag, gelijk men zich een tonaliteit of een kleur herinnert. Doch de figuren van Tolstoïof De Balzac of Flaubert vind ik onder een warrelige berg van herinneringen ongeschonden, met al hun eigenaardigheden en attributen terug. Zij bewaren hun volledige entiteit. Na lezing van Reflex" kent men vrij nauw keurig de stemmings-elementen" (neem het woord in ruimen zin) daaruit. Maar van geen enkele gebeurtenis, geen enkele persoon heeft men een klare voorstelling ontvangen. Wij kregen psychogrammen, afbeeldingen met de ectoplasinische camera gemaakt. Maar geen rnenschen niet wie wij ons kunnen confronteeren om opnieuw te ontdekken dat niets menschelijks ons vreemd is. In het bizonder bij de beschrijving van het ongewone", zij het dan het avontuurlijke of het pathologische, is de vermenschelijking, de plasticiteit van a.lle onderdeel? onmisbaar. Alle kennis en beleving berusten op identificeering. en dit laatste is onmogelijk wanneer er een tekort is aan aanknoopingspunten. De moordenaar-in-potentie Atkins identificeert zich in zijn waanzins-aanval met den daadwerke1 ijken moordenaar Donner. Maar alleen omdat gij geen uitweg meer ontdekt in de chaos van aanknoopingspunten waarin hij zich bevindt. In een soortgelijke situatie zou op zijn beurt de lezer gebracht moeten worden om voldoende aanknoopingspunten te vinden met Atkins. TL'it het feit dat dit boek van Dekker aanleiding geeft tot zulke gewichtige bedenkingen, moge men afleiden dat het onalledaa.gsch is. en het werk van een schrijver van ongewone aanleg en \ eel psychologisch flair. De zwakheid schuilt niet in zijn conceptie, maar in haar vormgeving. Deze is somtijds ouder" etsch, dikwijls slordig, over het algemeen iets te zeer uitgesponnen. Waar tegenover staat dat men ook meermalen verrast wordt door onverwachte beelden, fonkelnieuwe vergelijkingen, allerlei kleine vondsten die aan het geheel zijn ietwat vermoeiende bekoring verleenen. Tenslotte is dit een zeer intelligent werk. Dat blijkt niet alleen uit de keuze en de samenstelling van de stof, maar ook uit het apperceptie-materiaal waarover de hoofdpersoon (en dus ook de schrijver) beschikt. Dat is iets wat op de eerste bladzijde van Reflex" duidelijk te bemerken valt, en op geen enkele volgende gemist wordt. Dekker, die echter allesbehalve een intellectualistisch schrijver is. weet tot op zeker hoogte zijn intelligentie te doen samengaan met een instinctief-zuivere, spontane zeggingskracht. Het is deze combinatie van eigenschappen die reden geeft om te ver wachten dat hij in de toekomst met zulke voor treffelijke gegevens als dat van Reflex" een sterker en directer resultaat zal weten te bereiken; dat hij zich later zal gaan verdiepen in de construc tieve problemen van de romankunst, welke elke schrijver onder het oog heeft te zien indien hij hoogere idealen koestert dan een haastig en opper vlakkig succes. 1) Uifyare An'lries Blïlz, Amslerüum. Zoo zag Conrad Veidt NezoYork, na een nachtvoorstel ling van Caligari" Film en caricatuur door L. J. Jordaan (Slot van pag. 15) Ach! Wenn man dich so in den Film bringen könnte ! Welcher Erfolg!" roept de verrukte moeder uit. Dit zijn zoo de gemiddelde grappen, welke aan deze papieren bittertafel de ronde doen en men staat een oogenblik versteld, dat een zoo geweldige dictator als de film zulk een jammerlijk soort esprit tegenover zich vindt. J'Jn dat, waar zij toch waarlijk gelegenheid ge noeg biedt, als iedere overweldiger, voor werkelijk felle aanvallen. Gelijk enkele zeldzame voorloopers in de groote caricatuur reeds bewijzen. De merk waardige Amerikaan Peter Arno, wiens Daumiersche scherpte en groote allure hier nog te weinig bekend zijn, heeft enkele prenten aan de film gewijd en reeds aanstonds bevinden wij ons op ander niveau. Weliswaar kan hij evenmin nog afstand doen van de megafoon bij zijn karakteris tiek van den filmdirector. doch de situatie, welke hij geeft en het kostelijke onderschrift verraden een totaal anderen geest. Oh. by the way Mr. Milton" zegt de regisseur met een vriendelijke nonchalance tot den filmheld, die zich gereed maakt bij de prima-donna in bed te stappen meet Miss La Vere !" K venwei ook dergelijke satyren. hoe geestig ook, evenals voortreffelijke portretcharges als de caricatuur van Lubitsch door Ali Hubert, raken nog te zeer den buitenkant der quaestie. Zoolang de caricatuur zich nog niet keert tegen de narcose der amusementsfilms, tegen de industrialisatie der cinegrafische productie, tegen de operettes-in-blik, tegen den tooneelspelers-hoogmoed, tegen den censuur-waanzin en tegen tientallen andere gegevens, die inderdaad tot de film behooren, zoolang blijft zij beneden haar taak van socialen voorlichter. Maar vooral zal eerst dan haar niveau stijgen, wan neer zij er toe zal overgaan zich haar ridderlijken aard getrouw zich te plaatsen aan de zijde van het object, waar iedereen over heen valt en zich durft te keeren tegen een snobistische miskenning en haat ten opzichte van de film. Eerst dan zal een verzamelwerk als Der Film in der Karikatur" beteekenis krijgen omdat het inderdaad zal handelen over film en over caricatuur ! DE BESTE VARINAS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl