De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 27 augustus pagina 19

27 augustus 1932 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2882 De Groene Amsterdammer van 27 Augustus 1932 19 Croquante croquetjes Uit Jantjes kladschrift door Alida Zevenboom P1,-* Ons acteurtje kwam van de week opgewonden thuis en ik dacht eerst dat hij, wat je noemt, boven zijn thee water was maar wat bleek? Hij was naar de verkooping van de decors van het Nederlandsche Tooneel ge weest en had. . . . een heel decor gekocht van een stuk in vijf bedrij ven rk geloof dat het heet: De Grijze Nacht of de Gezellen van den Mont-Vesuvius" voor drie kwar tjes ! En nu wil hij met alle geweld hebben dat ik het op mijn zolder voor hem opsla. En dan? vroeg ik. Dan maak ik om mijn decor een heel nieuw stuk, antwoordde hij, want wat is de fout van al de tegenwoordige tooneelschrijvers ? Dat zij beginnen zonder een stuk decor te hebben en alles dan maar over laten aan den tooneeldirecteur en kan dat ooit goed gaan? Ik weet niet wat ik daar op zeg gen moet want ik heb alleen ver stand van het tooneel voor zoover het de vrijbiljetjes betreft die ik krijg, maar toen ik van de week in de krant de beschrijving las van al die mooie tooneeldingen die nu in het schrale daglicht van het Raigebouw zoo armoedig aandeden, moest ik bij me zelf denken aan den tijd dat een tooneelspeler een heel ander mensch was dan een gewoon mensch en toen bloeide het tooneel, u mag zeggen wat u wil. Als ik meneer Louis Bouwmeester dan in de Kalverstraat of op het Leidscheplein tegen kwam, dan verschoot ik van kleur want hij kon je zoo raar aankijken en ik heb eens drie kwartier achter mevrouw Mann aangeloopen alleen maar omdat ik het zoo prettig vond. Dat waren menschen uit een heel andere wereld dan ons dagelijksch gedoetje en zoo zag je ze ook. maar van de week zat ik in de tram naast een meneer met een hoed op en een jas aan zooals honderden heeren hoeden op en jassen aan hebben en toen ik uitstapte, hoorde ik den conducteur zeggen dat ik naast meneer van Hoven gezeten had van den RikaHopper-schouwburg en ik had er niets van gemerkt en het ook niet gevoeld. Neen, acteurs en actrices moet je niet zoo maar in het volle Adverteert in de Groene" Omdat DE GROENE in hetgeheele land gelezen wordt door het beste publiek door het publiek dat iets te besteden heeft. De adverteerder behoeft niet te betalen voor een ver spreiding, waarmee hij hon derdduizenden bereikt, die juist niet tot het koopkrach tige publiek behooren, maar het betaalt hem om in dit blad te adverteeren, dat hem direct in contact brengt met het publiek dat hij zoekt. daglicht zien en ik geloof dat het tooneel weer gered zou wezen als de tijden terugkwamen dat in Gorkum de vrouwen hun waschgoed binnen haalden met den roep: Haal je broeken binnen want de comedianten komen er aan !" Maar ik hen benieuwd naar dat nieuwe stuk van ons acteurtje en hoe hij al die bordpapieren en op linnen geschilderde dingen te pas zal brengen. En nu heb ik gelezen dat meneer de Miranda ons niet alleen met een Miranda-zwembad gelukkig heeft gemaakt maar straks ons ook nog den hemel op aarde zal brengen met een stuk of wat de Miranda's-opcenten op de personeele be lasting en op de inkomens en waar moet het op die manier met ons pensionhoudsters naar toe? En wat heeft een mensch niet een uitgaven om bij te blijven met de mode, zou ik haast gezegd hebben, want ik moest een ijskast aanschaffen omdat dat model van schuin-hier-over ook zoo'n ding heeft laten komen en links en rechts in de straat vertelde dat ze er een had en bij me de etenswaren altijd aan het bederven waren en nu heb ik zoo'n helsche machine in mijn huis die je maar op het licht hebt aan te sluiten en het vriest er in, en ik heb een worstmachine en een vleeschmachine die uit zich zelf aan het draaien gaan en ik heb een rauwkostmolen want de kapitein van de burgerwacht verslindt alles rauw en als alle Burgerwachters net zoo bloed dorstig zijn, houd ik van 't winter mijn hart vast als er relletjes zijn en de Burgerwacht in 't geweer moet en zoo val je tegenwoordig bij me in huis over de machines en wat was dat vroeger toch anders. Bij mevrouw zaliger kwam geen machine over den vloer, zij bestonden toen nog niet, gelukkig, en wij mangelden met de hand en nooit was er een scheef plooit j e in een laken -en ik weet nog op een middag dat ik alleen in de mangelkamer was en meneer Pierre kwam boven en toen. . . . en nooit een plooit je in een sloop en het vleesch en de groenten hakten wij met een hakmes en was het eten minder lekker dan nu. nu alles met de machine gaat? En wat was het niet gezellig, 's wintersavonds in het opkamertje bij mevrouw zaliger, waar wij zitten mochten als de dagtaak af was, wollen onderbroeken te breien die toen nog ..onderbroeken" heetten en niet ..directoires" die je nu kant en. klaar koopt, maar ik vraag maar wat was gezelliger en wat was solieder ? Als het koud weer is en de noorden wind waait om den hoek, dan draag ik er nog twee over elkaar die ik twintig jaar geleden zelf gebreid heb en doe dat eens met die vodderige rommel die ze je tegenwoordig durven verkoopen ! En ik hoor het den inwendige nog zeggen toen hij mijn uitzet zag: Aal, zei hij, daar vieren wij nog onze gouden bruiloft mee" en drie dagen daarna had hij uitzet en kast weg laten halen en had ze verkocht aan een koopman van de Nieuwmarkt! Ik heb gelukkig geen verstand van al die dingen maar ik heb wel eens een socialist hooren zeggen dat de kapitalist op kosten van de gemeen^^?cer^A^&^f^r^^}^ "^????«???r tT ^* J £ ^M^^^ schap leeft maar hoe is het nu met die millioenen werkloozen die toch ook maar onderhouden moeten wor den? liet zal nog zoo «orden dat wij allemaal op eikaars kosten komen te leven en wat dan? .Kn dan moet dat meubel van den overkant nog weer een nieuwen hond aanschaffen! Hoe durf je het! Ze loopt sinds een paar avonden met zoo'n Hussischen ha/.cwind op hooge pooten en een krom men rug en mijn kop er af of dat geen cadeau is van den een of anderen Bolsjewist en dan vertelt de kapitein van de Burgerwacht me zoo net dat i-r een bolsjewistisch vredescongres in liet Concertgebouw gehouden wordt en hij zei me dat hij niet begrijpt dat mannen als jonkheer Hoëll. die Com missaris der Koningin is nog wel. en voorzitter van het Concertgebouw, dat maar goed vindt en stel je eens voor dat ze een bom vergeten onder het stellagetje waar meneer Mengelberg op staat te dirigeeren en hij de lucht iri gaat ! Ik hoop dat onze kapitein zijn zin krijgt en hij rauwkost van al die zoogenaamde vredesduiven kan maken. Ik zou ze met plezier door mijn molentje malen !. . . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl