De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 27 augustus pagina 20

27 augustus 1932 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

Godengesprekken naar Lucianus De Groene Amsterdammer van 27 Augustus 1932 N o. 2882 door Charivarius VI. MISS OLYMPUS Personen: Mercurius (Hermes), Juno (Hera), Athene (Minerva), Venus (Aphrodite), Paris [Juno, de oppergodin, de blankarmige, Athene, godin van strijd en van wetenschap, de uiloogige, en Venus, godin van de liefde met haar gordel vol toovermiddelen, dien rij soms aan stervelingen leende, dongen naar den appel, gemerkt ,,Voor de Schoonste", door de twistgodin Eris te midden van Tnetis' gasten jgeworpen. Mercurius, gids en god der wel sprekendheid, geleidde de drie naar den Trojaanschen herder Paris, om hem namens Zeus de beslissing op te dragen. Zij boden macht, krijgsroem, kennis en liefde. Paris koos de laatste.] J. M. A. J. V. A. V. M. J. M. J. M. V. A. J. M. M. J. M. J. V. V. J. A. V. P. M. P. M. M. M. M. A. V. J. J. M. A. J. M. A. Ziezoo, daar zijn we weer behouden aangeland. Zoo'n tochtje door de lucht blijft altijd wat riskant. We hebben 't met het weer getroffen. V. Ja bijzonder, En dat die onweersbui niet losbrak, was een wonder, Ik had het Zeus gevraagd. Ik zeg, 'k zeg: kijk eens hier, We gaan op reis voor jou en niet voor ons plezier. Ik Wel. Ik ben van plan de schoonheidsprijs te winnen. Dat zit nog. J. Wat een nest. M, Gaan jullie weer beginnen? Gedraag je. toch zooals het hemelingen past! Ik ben, als god der voordrachtskunst, door Zeus belast Met d'opdracht dezen koeienheuer uit te leggen Wat hij moet doen, en hoe. Maar n ding wil ik zeggen, Dat alles zuiver, fair en eerlijk toe moet gaan; De strijd moet in het teeken van de Waarheid staan. Derhalve geen gevlei, geen list, geen achterdeurtjes, Geen dreigementen, geen beloften, geen douceurtjes; Noch vrees, noch hoop op winst vertroeble dezen strijd. Ik zou me schamen. A. Bah ! J. Ik ken mijn waardigheid. Men pleegt een rechter wel met gunsten te verteedren.... V. A. Ik zal mij nooit tot zoo iets ingemeens verneedren. Ziehier een antwoord, dat mij in mijn hart verheugt. Thans nog een woord aangaande eerlijkheid als deugd. O, gulden eerlijkheid ! Gelijk een milde regen Daalt g'uit den hoogen neer op velden en op wegen. In 't menschlijk hart weerklinkt het goddelijkst geluid, Wanneer een noble daad door waarheid wordt gekruid. - De liefde tot het Recht is ieder aangeboren Spaar ons de rest. V. Ik gaap. A. 't Is niet om aan te hooren. O, daar is Paris al. Loop nog een eindje door, Dan ziet ie hoe je stapt. Je beste beentje voor. Zeg, zit mijn gordel goed? M. Daar zal die niet op letten. Die helm is me te nauw. 'k Wou dat 'k 'm af kon zetten. Mijn haar is in de war. 't Was ook zoo'n harde wind. Och kom, ik denk, dat Paris dat wel aardig vindt. Hij 's bezig met een koe. Wacht even tot ie klaar is. Hei, gauser ! Kom eens hier. Hoe heet je? P. Ik heet Paris. Juist, Paris. Dat komt uit. Jij bent de rechte man. Jij moet ons helpen. Wil je? P. Zeker, als ik kan. Maar laat me eerst die mooie menschen eens bekijken. Wat moeten die van mij? M. Dat zal je dalijk blijken. Zeg, Hermes, is die knappe jonge man getrouwd? Ja zeker is ie dat maar onder voorbehoud. Welk voorbehoud? M. Nou ja, zijn huwlijk is niet ineenus. Dat vind ik intressant. A. Dat 's net weer iets voor Venus. Op dat gebied gevoelt ze zich volkomen thuis. Kijk, Juno krijgt een kleur. M. Ze denkt misschien aan Zeus. Me dunkt we moesten dit gesprek maar liever staken. Wel ja, wat heeft die vent met ons gezin te maken? Ik vin 't gewoon een schat. J. Hou jij nou je fatsoen. Wie zijn dat eigelijk? Wat moet ik voor ze doen? Je hebt de eer hier drie godinnen te ontmoeten. Vergunt den herdersknaap u needrig te begroeten. Ik ben Mercurius. P. U ken ik door de faam. Athene, Hera, Aphrodite. P. Aangenaam. Ik zal je dan de reden kortelings ontvouwen Van onze komst alhier. Een kwestie van vertrouwen. Het zal zoowat een week of zes geleden zijn, Dat deze dames dansten op een groot festijn, Dat Peleus gaf, je weet, geëngageerd met Thetis. Daar heb je van gehoord natuurlijk, Paris? P. Nee, 't is Niet doorgedrongen hier. Maar 'k neem het aan. Ga voort. Daar wordt me plotseling de bruiloftspret verstoord Door Eris, een godin, die niet geinviteerd was. Ik heb direkt gezegd, ik vond dat dat verkeerd was. Natuurlijk. Jij geniet van tweedracht en van strijd. Ik voel voor ord' en tucht. V, Ik voor gezelligheid. En wie komt op het laatst de feestzaal binnensnellen ? Dat hatelijke spook. M. Laat mij 't 'm nou vertellen. Zeus heeft 't mij gevraagd. Die ongenoode gast, Die niemand J. 't Was in hooge mate ongepast. Val me nou toch niet eeuwigdurend in de rede. Ik dacht, dat jullie zoo van rust hield en van vrede? Nou schiet dan ook wat op. Je bent zoo lang van stof. Als u niet Juno was, zou 'k zeggen: dat is grof. Wat zei ik daar? M. Enfin, daar komt ze binnen stormen Als een kalkoensche hen. J. In strijd met alle vormen. Letterraadsel Uit onderstaande lettergrepen moe ten 14 woorden gevormd worden, wier Ie en voorlaatste letters een vers van Prosper van Langendonck vormen: bra - de - de - de - di - don - dum dum - e - ein - em - ex - ex - ge - go in - kaap - ker - lar - loos - nacht ? nans - ni - ni - or - or - plaar - po re- ron - rij - sant - ta - vaart - ve - ve vreug. De omschrijving luidt: 1. kleur, 2. rooftocht, 3. triest, 4. boodschapper, 5. slot, 6. zoologische term, 7 stuk, 8 tentoonstelier, 9. stad der oudheid, 10. planetarium, 11. boemelaar, 12. kogel, 13. verdieping, 14. militaire term. Voor de inzenders van de goede oplossing zijn als prijs beschikbaar: Boekwerken of Grammofoonplaten naar keuze van den winnaar ter waarde van tien gulden. Inzendingen, liefst op een briefkaart, voor Woensdag a.s. 2 uur. Op adreszijde vermelden: Oplossing Letter-Raadsel. Oplossing letter-Raadsel Ik ben niet meer dan een ontdaan gelaat (M. Nijhoff) 1. Interlaken, 2. Klabund, 3. bladzijde, 4. Ellen, 5. Nuenen, 6. negenoog, 7. Innocentius, 8. Erato, 9. traditie, 10. madeliefje, 11. Esther, 12. eenhoorn, 13. rookworst, 14. Dante, 15 adel, 16. nietig. Prijswinnaar werd (na loting), P. van der Meer, Scherpenzeel, die gelieve op te geven wat verlangd wordt aan het secretariaat van de redactie, doch zonder vermelding Letterraadsel. Charivaria PAINDELUXE-BROOD Hij was wel wat zonderling, doch hij was toch algemeen bekend als een op passend arbeider." (Tel.) Wij achten deze woorden merkwaar dig genoeg om ze hier nog eens te her halen." (Prov. Gr. Ct.) Dit had het gevolg, dat daardoor vele steenblokken afbrokkelden." (Hbl.) Telkens weer verloor hij het bewust zijn." (N.R.C.) Het sinds de eerste stichting dezer stad bestaande centrum." (Sum. P.) UIT DE HOOGESCHOOL DER JOUR NALISTIEK De onbegrepen vrouw is bij hem niet tragisch en de man evenmin, wat zij dan ook bijna zelden zijn." (Tel.) De vrees dat onder de puinen nog lijken zouden bevinden heeft zich geen bewaarheid geworden." (Hbl.) Ik zou ieder, bij wien een lichaams gebrek, dat sedert het afleggen van de proef erger is geworden, anders gezegd, minder geschikt is geworden om met een zwaar voertuig te rijden, daarvoor de volle verant woordelijkheid willen op leggen." (Gr.) MERKWAARDIGE BERICHTEX Op de Oostkust van Afrika wonen witte negers. Doktoren hebben aange toond dat dit het gevolg is van een ziekte, waardoor de huidkleur verandert." (H.D.) ,,Na een kwartier lang te zijn bezig geweest, gaf de ongelukkige teekenen van leven." (Tel:) Hebt gij alle boeken van Charivarius in uw kast n ligt op het lage tafeltje naast uw luien stoel." (Prosp.) CORRESPONDENTIE P. te.H. Wat mag de oorzaak zijn, dat vele Nederlandsche bladen, en vooral de Telegraaf, het woord Eürst stelsel matig met vorst vertalen, waar toch duidelijk van prinsen sprake is? Ik las er zoo vaak over vorst Bismarck, vorst Bülow, nu weer over den Poolschen vorst Stani.slaus Lubomirski. Het is toch al lang geleden dat Polen vorsten bezat. Aniw. Deze schriftstellers bemoeien zich schijnbaar niet om onze dure moederspraak r.sin optebewaren. M. Wie heeft er nou het woord? We zaten aan 't dessert, Terwijl de stemming zoetjesaan genoeglijk werd, 't Was goeie ouwe nektar. V. En royaal geschonken. A. De wijsheid in de kan. J. Niet waar. (Jeen god was dronken. M. Ze bracht een appel mee, waarop gekrabbeld stond: Voor haar, die 't schoonste is." Die gooit ze op den grond. Ik zal maar van de herrie, die daar volgde, zwijgen, De kwestie is alleen, wie zal den appel krijgen? Hier is de knol. Pak aan, den appel van den twist. H'et is 't bevel van Zeus, dat jij den strijd beslist. P. Ik dank ervoor ine met die rommel te bemoeien. Ja, als je vraagt, wie is de mooiste van je koeien, Dan zeg ik. dalijk die, of die, of die, of die. Maar vraag je 't van dit stel, dan zeg ik: alle drie. A. Dat is onmogelijk. V. Hij heeft niet goed gekeken. J. Ik stond teveel opzij. M. Laat mij nou met hem spreken. Zeg, luister eens, jongmensch, zoo kom j' er niet van af. Je kiest, en geen gelal. P. Ik durf niet. A. Dat is laf. P. Een vraag, Mercurius. Om ruzie te vermijden Zou ik die appel 't liefst in drieën willen snijden; Mag dat? Voor elk een part. M. Nee, Dat is zotternij. V. De heele appel is voor mij. J. Voor mij. A. Voor mij. M. Toe, wees nou toch niet zoo ontzettend kinderachtig. J. V. A. Nou ja, ik weet toch vast, dat ik dat ding bemachtig. M. Ja, als het zoo moet gaan, dan doe ik niet meer mee. Kom Paris, aan den slag. Nou doe je 't, ja of nee? P. In Zeus' naam. Als het moet, dan zal ik maar beslissen. J. Ik twijfel geen moment. A. Hij kan zich niet vergissen. V. Ik ben volmaakt gerust. M. Nu ga ik even heen, En laat je met je bruidjes heelemaal alleen. (M. af) (Slot volf/t) Typ: N.V. Amst. Boek- en Steendrukkerij v/h. Ellerman, Harms & Co. t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl